Bijlage no. 33.
Leeuwarden,
A
'U' t 7 i
-n' 5
5 i
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915.
A. van gemeentewege te verzoeken het bij Ko
ninklijk besluit van 13 Februari 1914 no. 31 uit
's Rijks kas toegekende voorschot van 343.000.
ten behoeve van de „Woningvereeniging Leeuwar
den" met een bedrag van 971.42 te verhoogen en
alzoo nader te stellen op 343.971.42;
B. onder voorbehoud dat het onder A vermelde
verhoogde voorschot wordt verleend, het aan de
„Woningvereeniging Leeuwarden" ter tegemoetko
ming in de kosten van den bouw van 177 woningen
aan den Hollandersdijk en 7 woningen aan de Ban-
kastraat verleende voorschot te verhoogen met
971.42 en nader te bepalen op 343.971.42.
19
De Raad voornoemd
AU l
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915. Bijl. no. 33.
BENOEMING van een nieuwen geneesheer-direc
teur van het Stadsziekenhuis (bijlage no. 27).
Lift. A.
Voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
Aan den Gemeenteraad.
In de raadsvergadering van 26 October 1915
(raadshandelingen blz. 210) werd een voorstel van
de heeren de Vos en Berghuis aangenomen, waar
bij Burgemeester en Wethouders werden uitgenoo-
digd een onderzoek in te stellen of het niet mogelijk
is een directeur-geneesheer te benoemen, die in de
uitoefening van particuliere practijk wordt beperkt,
en meer zijn krachten aan het ziekenhuis moet lee-
nen.
Over het in dit voorstel neergelegde denkbeeld
vroegen wij de meening van de commissie van be
heer over het Stadsziekenhuis, welke werd kenbaar
gemaakt bij het hierna onder litt. B afgedrukt
schrijven.
Toen deze aangelegenheid vervolgens bij Burge
meester en Wethouders ter tafel kwam, bleek ons
college niet homogeen. De kleinst mogelijke meer
derheid was op de vroeger aangevoerde en op de in
het evenbedoeld schrijven van de commissie ont
wikkelde gronden van oordeel, dat, evenals tot nu
toe, een der stadsartsen doorloopend met het direc
teurschap van het Stadsziekenhuis dient te worden
belast.
De grootst mogelijke minderheid achtte het daar
entegen niet raadzaam thans een stelsel opnieuw
vast te leggen, en wellicht voor een groot aantal ja
ren, aan welks doelmatigheid door haar wordt ge
twijfeld. Zij wilde daarom den nieuwen directeur
voorshands voor geen langer tijdvak dan van drie
jaren benoemd zien. Die tijd zou dan gebruikt kun
nen worden, om nauwkeurig na te gaan wat tot
nog toe niet zoo bepaald was gebeurd of de com
binatie stadsarts-geneesheer-direeteur met particu
liere praktijk bezwaar oplevert ten nadeele van den
dienst in het Stadsziekenhuis en bij de behoeftigen,
en welke die bezwaren zijn. Met de daardoor opge
dane kennis kan naderhand tijdig een meer juiste
beslissing worden genomen omtrent het al dan niet
doen voortduren van die combinatie.
Burgemeester en Wethouders handhaven in hun
ne meerderheid derhalve hun reeds eerder ingeno
men standpunt en stellen U daarom voor hen te
machtigen verder de noodige stappen te doen, om
Uwe Vergadering een aanbeveling te zenden ter be
noeming van een stadsarts-geneesheer-direeteur
van het Stadsziekenhuis.
Leeuwarden, 8 December 1915.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
Litt. B.
Advies van de Commissie van beheer
over het Stadsziekenhuis.
Bericht op brief
van 4 Nov. 1915,
no. 407 R/1374.
Leeuwarden, 16 November 1915.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden.
In het bezit Uwer missive van 4 November j.l.,
waarin U ons advies vraagt omtrent het voorstel
van de raadsleden de Vos en Berghuis, om een on
derzoek in te stellen, of het niet mogelijk is een Ge
neesheer-Directeur te benoemen, die in de uitoefe
ning van particuliere praktijk wordt beperkt en
meer zijne krachten aan het Ziekenhuis moet lee-
nen, hebben wij de eer U te berichten, dat de tegen
woordige omvang dezer inrichting, die voldoet aan
de bestaande behoefte, niet van dien aard is, dat wij
het noodig achten een Geneesheer-Directeur aan te
stellen, die bijna uitsluitend voor de verpleegden in
het Stadsziekenhuis en in het Hulpziekenhuis werk
zaam is. De te benoemen internist zou daarbij niet
voldoende werk vinden.
Beperking van particuliere praktijk achten wij
noch noodzakelijk noch gewenscht. Wij veronder
stellen toch, dat er zich onder de vele sollicitanten
wel een arts zal bevinden, die zijn taak met zooveel
nauwgezetheid zal vervullen, dat de belangen van
het Ziekenhuis voldoende worden behartigd, on
danks de uitoefening van gewone praktijk. Het ge
heel of gedeeltelijk uitsluiten van particuliere prak
tijk zou de keuze voor den nieuw te benoemen Ge
neesheer-Directeur ten zeerste bemoeilijken en dien
tengevolge niet in het belang der Gemeente zijn, ter
wijl het salaris in dat geval aanmerkelijk zou moe
ten worden verhoogd. In verhouding tot den in het
Ziekenhuis te verrichten arbeid, zou de Gemeente
te veel moeten betalen.
Wij zijn er bovendien niet in geslaagd, de taak
voor den Geneesheer-Directeur te vergrooten, door
hem eventueel andere werkzaamheden voor de Ge
meente op te dragen.
Wij hebben de verschillende mogelijke combinaties
overwogen, doch zijn er niet in geslaagd, er eene te
vinden, die aan een bekwaam medicus een bevredi
genden werkkring zou geven, afgescheiden van het
feit, dat gebroken zou moeten worden met bestaan-