6 gegoeden en enkele grootere inrichtingen, als ziekenhuizen en hotels, daartoe kunnen overgaan. De ervaring heeft deze meening reeds bevestigd, maar bovendien mag gerust worden aangenomen, dat eene vrij algemeene toepassing van dit stelsel met de daaraan dan zonder twijfel verbonden verontreiniging van het openbaar water op ernstigen tegenstand zou stuiten. Hoe geheel anders dan met liet tegenwoordig stelsel van reiniging staat het daarentegen met de fabricage van zwavelzure ammoniak en de verbranding van het straat- en huisvuil. Zij immers voldoen ten volle aan de eischen, die Uwe commissie aan een goed ingerichte reinigingsdienst meende te mogen stellen. De geheele bewerking der faecale stoffen op het aschland komt dan te vervallen, bedoelde stoffen worden eenvoudig in een vergaarbak gestort en geen menschelijke hand komt daarmede verder meer in aanrakingzij worden en blijven aan het oog onttrokken tot zij in den vorm van zwavelzure ammoniak, een bijna helder wit zout, uit de toestellen te voorschijn komen. En het ingezamelde vuil wordt in bakken gestort, waarvan de inhoud of langs mechanischen weg of met griepen in den verbrandingsoven wordt overgebracht, zonder andere bewerking dan dat de al te groote stukken worden afgezonderd en wat de ovens verlaat, de slakken en de vliegasch, is volkomen steriel en dus geheel onschadelijk. Alleen dus reeds op deze gronden zou het denkbeeld Uwer commissie ten zeerste aanbeveling verdienen, maar hoeveel te meer wordt dat nog het geval, nu zich aan de genoemde voor- deelen het feit paart, dat de finantiëele resultaten der voorgestelde bewerkingen de exploitatie-kosten der Reiniging niet zullen doen stijgen, maar integendeel eene vermindering van lasten voor de gemeente ten gevolge zullen hebben. Dat dit inderdaad het geval zal zijn blijkt uit- de uitvoerige berekeningen, dien aangaande door den deskundigen adviseur in zijn rapport gemaakt en wordt juist veroorzaakt door de samenvoeging der voorgestelde bewerkingen. Uwe commissie meent daarop in het bijzonder de aandacht te moeten vestigen, omdat de mogelijkheid bestaat, dat door deze of gene de gedachte zou worden uit gesproken om bijvoorbeeld alleen tot zwavelzure ammoniakbereiding over te gaan en voor het straat- en huisvuil naar eene andere oplossing om te zien. Het ongewenschte daarvan blijkt niet alleen uit de begroo tingen voor elk der inrichtingen afzonderlijk opgemaakt, die tezamen veel hooger komen dan die voor het gemengde bedrijf, maar is ook langs anderen weg gemakkelijk aan te toonen. Een van de bezwaren tegen het verbrandings-systeem toch is dit, dat daardoor waarde vernietigd zou worden, namelijk de waarde, die het straat- en huisvuil als meststof heeft. Ofschoon die waarde uiterst gering is, mag dit bezwaar bij ver branding zonder meer toch niet geheel ongegrond genoemd worden, omdat de bereiding van tegels en dergelijke artikelen uit de slakken en de vliegasch alleen bij toepassing in het groot loonend geacht mag worden. Maar geheel anders wordt dit, wanneer voor de te ontwikkelen warmte eene geschikte bestem ming gevonden kan worden. En dat kan, wanneer men die warmte gebruikt tot het maken van stoom, die voor de zwavelzure ammoniak noodig is en anders uit veel duurdere brandstof als steenkool verkre gen moet worden. Bovendien is naar het oordeel van den adviseur op grond van elders verkregen re sultaten de hoeveelheid stoom, die met de hier te bouwen verbrandingsinrichting verkregen zal kunnen worden zoo groot, dat nog eene belangrijke hoeveelheid over blijft, die omgezet in electriciteit, in ons gemeentelijk net geleverd zal kunnen worden. Op de voor de hand liggende vraag of het dan nog niet beter ware alle stoom aan te wenden voor het opwekken van electriciteit moet het antwoord luiden, dat dit niet het geval zou zijn, omdat de daarmede te verkrijgen linantiëele resultaten zeker aanmerkelijk minder gunstig zouden zijn dan die met het maken van zwavelzure ammoniak. De prijs toch, dien onze adviseur voor de te leveren electriciteit meende te kunnen bedingen en die dan ook in de berekeningen werd opgenomen, bleek bij nadere bespreking met den directeur van het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf veel te hoog geraamd te zijn, waardoor weliswaar de uitkomsten minder gunstig zouden worden dan werd aangenomen, maar waar tegenover staat, dat nog geen rekening werd gehouden met de mogelijkheid om in de op te richten zwavelzure amoniakfabriek ook het ammoniakwater van onze gasfabriek en misschien ook dat van andere fabrieken in onze provincie te verwerken, waarvoor geen uitbreiding aan de ontwor pen inrichting zou behoeven te worden gegeven en waardoor de resultaten weder gunstiger worden. Ook zou men dan voor de faecaliën weder eene andere oplossing moeten zoeken en deze is, gelijk uit het voorafgaande blijkt, zoo uiterst moeielijk te vinden. Aan het einde van haar rapport, dat niet in bijzonderheden afdaalde, omdat zulks reeds in het rapport van den deskundigen adviseur geschiedde, wenscht Uwe commissie toch nog op enkele bijzondere punten Uwe aandacht te vestigen. In de eerste plaats, dat bij de ramingen voor de verbrandings-inrichting gerekend is op mecha nische vulling der ovens, waardoor de oprichtingskosten wel aanmerkelijk hooger zijn geworden, dan bij vulling uit de hand het geval zou zijn geweest, maar waardoor dan ook de meest hygiënische wijze van bewerking verkregen wordt. Mocht door U echter tot zoogenaamde handvulling worden besloten, dan zouden die kosten en dus ook de exploitatiekosten belangrijk minder worden. Tot haar leedwezen was Uwe commissie tengevolge van het niet doorgaan van haar reis naar Engeland niet in de gelegenheid zich persoonlijk van deze wijze van werken op de hoogte te stellen, maar haar adviseur meende zeer be paald de voorkeur aan mechanische vulling te moeten geven. Opgemerkt dient daarbij nog te worden, dat eene inrichting voor handvulling later, bij gebleken ongeschiktheid, niet meer in eene voor mecha nische vulling veranderd kan worden. Verder heeft het bezoek aan verschillende inrichtingen van den aard als zij U thans voorstelt hier in het leven te roepen, aan Uwe commissie de vaste overtuiging geschonken, dat daardoor aan de omgeving niet de minste last of hinder wordt veroorzaakt, zoodat men in de keuze van een terrein volkomen vrij is. En ofschoon zij aangaande de plaats thans nog geen bepaald voorstel meent te moeten doen, vestigt zij er wel reeds Uwe aandacht op, dat daarvoor zeker zeer ernstig in aanmeiking zou kunnen komen het terrein aan het tweede Kanaalspand, dat vroeger reeds door den Heer Besuijen werd genoemd of een ander gedeelte van dat pand. Temidden van andere fabrieken zouden deze inrichtingen volkomen op hare plaats zijn. Ten slotte merkt Uwe commissie nog op, dat zoowel bij invoering van mechanische als bij handvulling eenige wijziging in den ophaaldienst van het straat- en huisvuil gebracht zal moeten worden. Deze zullen echter zonder al te groote kosten te veroorzaken aangebracht kunnen worden en zullen in hoofdzaak moeten bestaan in het aanschaffen van andere vuilniswagens, aangezien de tegenwoordig in gebruik zijnde niet geschikt zijn om het vuil zonder overlast voor de werklieden in de ovens of den verzamelbak te storten. De invoering van een bepaald soort vuilnis-emmers, die eveneens zeer gewenscht, zoo niet noodzakelijk is, kan successievelijk plaats hebben en zouden de particulieren voor het gebruik daarvan eene geringe vergoeding aan de gemeente kunnen betalen, zoodat daardoor de exploitatie niet behoeft te worden gedrukt. Uwe commissie meent zich hiermede van hare taak te hebben gekweten. De Commissie voor de Verplaatsing van hel Aschland, .1. OOSTERHOFF. W. FRANSEN Jzn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1915 | | pagina 125