20
dig (zie kapitaalrekening B 1 post 26). De stoom daarvoor is begrepen onder die welke voor de zwavel-
zura ammoniakbereiding in haar geheel is uitgetrokken in de toelichting bij punt 3 der baten.
Als eenheidcijfer voor de electrische energie is ondersteld f 0.05 per K. W. U. Er wordt dus aan
genomen dat door de stedelijke centrale, tegen dezen zelt'kosten prijs electrische energie aan het stedelijk
net kan geleverd worden. Bij de bespreking van de baten zal blijken dat, indien dit cijfer te laag is
gesteld, de geldelijke uitkomsten der exploitatie-rekening voordeeliger worden. Het getal van 5 ct. per
K. W. U. is echter laag te noemen. In de „statistiek van Centraal-Stations voor electrische stroomlevering
in Nederland(zie: De Ingenieur 1909 blz. 000), vindt men ook opgaven van exploitatie-kosten in centen
per K. W. U. nuttig in het net afgegeven.
Alleen voor de zeer groote centralen te Amsterdam's Gravenhage, Rotterdam en Utrecht zijn
de cijfers lager dan 5 ets. t. w. 8,7; 3,4: 4,87 en 4,9 ets. Voor de centralen in kleinere plaatsen zijn zij steeds
hooger b.v. Arnhem 7.75; de Bilt 0.42; Bloemendaal 9.5; Groningen 13.4; Haarlem 0.2 en Leiden 7.8.
Er wordt dus vermeend, dat in deze niet optimistisch gerekend is.
Post 6a. Voor de waarde der gebouwen is uitgetrokken in de kapitaalrekening:
Fabrieksgebouweu 60.000
Machinistenwoningen 13.000
Schaftlocaal 4.000
Loods voor tonnenreiniging 5.000
Totaal 82.000
Post 6b. Voor den oven zeiven is aangenomen f 43.000 zijnde de hoogste aanbieding.
Post 6c. Aan machinerieën heeft men:
Bij de ovens f 32.000
In de zwavelzure amm. fabriek 89.500
Stoommachine en dynamo 15.000
Tezamen f 86.500
Opgemerkt zij, dat voor de vuil nis-verbrandingsinrichting, aan onderhoud en herstellingen nu is
gerekend op2u/« van f 43.000 860.-
5u/o van 32.000 1600.
Bijeen f 2460.
terwijl het hoogste daarvoor door de fabrikanten genoemde cijfer is 0.25 per ton verwerkt vuilnis, wat
bij eene hoeveelheid van gemiddeld 22.5 ton per dag zouden neerkomen op 22.5 X 310 X f 0 25
1745.De raming van ƒ2460.is dus zeker niet krap.
ad Baten.
Post la. Dit bedrag is met eenige afronding overgenomen van de opgaaf van bedrijfskosten
over 1912. Bijlage B3 aan ondergeteekende verstrekt.
Post lb. Het bedrag is het gemiddelde over de jaren 1906 tm. 1911.
Post 2. De hoeveelheid te vervaardigen zwavelzure ammoniak is als volgt bepaald.
Aangenomen mag worden dat per inwoner uit de uitwerpselen dezelfde hoeveelheid zout kan
verkregen worden.
Nu geeft het Verslag van de Stadsreiniging te Amsterdam over 1911 aan, dat in dat jaar wer
den verwerkt op zwavelzure ammoniak
I 46496 M3. stoffen van het Centraal pompstation, dus van het Liernurstelsel en
II 70685 M:i. stoffen van het tijdelijk Liernurstelsel;
terwijl per inwoner en per dag werden ingezameld
van de stoffen I: 4,76 Liter en
van de stoffen II3.57
zoodat daar stoffen afkomstig waren van
46496000
4 76 x 310 ^1000 inwoners
70685000
1 3,57 X 310
dus 94000 te zamen.
Bereid werd 679 ton zwavelzure ammoniak, zoodat van den tonneninhoud te Leeuwarden (bij
37500 inwoners) te verwachten is
679 X 271 ton,
94
waarvoor is genomen 270 ton.
Als eenheidsprijs is gesteld f 155.- wat nog beneden den tegenwoordigen marktprijs iste
Amsterdam werd in 1912 f 162.50 betaald.
Post 8. Dit bedrag is als volgt berekend:
Per etmaal wordt gemiddeld verbrand 22500 K.G. vuilnis.
De gewone berekening is dat per K.G. vuilnis één K.G. stoom verkregen wordt. In Rotterdam
werd in den aanvang van het bedrijf in October 1912 0,85 K.G. stoom per K G. vuil voortgebracht, bij
latere proeven toen het personeel beter met de behandeling der ovens vertrouwd was, werd gedurende
eene week in Februari 1913, reeds een gemiddelde van 1,1 K.G. stoom per K.G. vuil verkregen.
Voor de zwavelzure ammoniakbereiding is van dien stoom noodig per M3. verwerkte faecaliën
250 K.G. stoom of voor de dagelijksche hoeveelheid van 47 M3. 47 X 250 11750 K.G. stoom.
Fir blijft dus over 22500 11750 10750 K.G. stoom per etmaal of gemiddeld per uur
450 K.G. Uit deze kan zeker 45 KW. electrische energie verkregen worden, wat dus geeft per
jaar of 310 dagen 24 X 310 x 45 344800 K.W.U.
De installatie is zoodanig ontworpen, dat al deze aan het stedelijk net wordt afgegeven, en wel
met de spanning die in het hoogspanningsnet heerscht. Wat voor eigen krachtverbruik noodig is wordt
aan het stedelijk laagspanningsnet ontleend; zulks voorkomt transformatoren, hunne bediening en is de
eenvoudigste oplossing.
Voor de waarde dezer electriciteitslevering is genomen 5 cent per K.W.U.
Zijn, wat waarschijnlijk is, de zelfkosten in de stedelijke Centrale hooger, dan komt dit de
exploitatierekening ten goede. Immers er wordt slechts (zie Lasten post 5) 75000 K.W.U. aan het
stedelijke net ontleend, doch meer dan viermaal zooveel er aan afgeleverd; de baten stijgen dus bij ver
hooging van de eenheidsprijs van 5 cent, veel sterker dan de lasten.
Voorloopige besprekingen met den Directeur der Gemeentelijke Electriciteitswerken, brachten aan
het licht, dat voor al de voortgebrachte electrische energie nuttig gebruik te vinden is; bij de uitwerking-
der definitieve ontwerpen zal dit nader geregeld moeien worden.
Post 4. Er is gerekend op 40 gewichtsprocenten slakken van het vuilnis of 0,4 x 22,5 X 310 2790
ton. Deze slakken zijn voor velerlei doeleinden beschikbaar z. a. betonwerken, wegverharding e. d. g.
In aanmerking nemende dat de prijs welke er b.v. in Hamburg voor wordt gegeven f 1.20 per
ton bedraagt, komt eene eenheidsprijs van 0.60 niet te hoog voor. Op de geheele exploitatierekening
heeft deze post trouwens weinig invloed.
Op het eindcijfer, dat een voordeelig saldo van 9000. - per jaar aanwijst, moet nog worden
teruggekomen.
Onder de lasten is eene post, welke in de toekomst zeker kleiner zal worden en wel de opbrengst
der meststoffen, nu op 36700 - gesteld. Het wordt in het algemeen hoe langer hoe bezwaarlijker
meststoffen afkomstig van stedelijken afval van de hand te zetten. Het steeds stijgende verbruik van
kunstmest maakt dit hoe langer hoe bezwaarlijker, en daarom is met zekerheid te zeggen, dat deze op
brengst gaandeweg dalen zal. (Er zij hier opgemerkt dat b.v. voor de gemeente Groningen ook plannen
in bewerking zijn om de behandeling der afvalstoffen beter aan te passen aan de tegenwoordige en toe
komstige omstandigheden.) Nu houdt met deze daling van die post ook wel verband de post 1 van de
Baten, welke uitgaven bevat verbonden aan de voor verkoop geschikt making der afvalstoffen; die
echter minder dalen dan de post 1 der Lasten, omdat men bij behoud van het tegenwoordige stelsel toch
gedrongen is zich tegen eiken prijs van het vuilnuis te ontdoen en b.v. het geheel opgeven van de turf-
mestbereiding tot dezelfde onhoudbare toestanden zoude voeren als vóór 1905.
Daarentegen is er een post van de Baten, welke meer dan anders stijgen zal, en wel die van
den verkoop van de zwavelzure ammoniak. De zelfkosten van dit artikel zijn in verhouding tot den
marktprijs gering, en dus is de winst er op grootbij toeneming der bevolking zijn dus in dit opzicht
steeds betere uitkomsten te verwachten.
7. Hoeveelheden der te behandelen stoffen, nu en in de toekomst.
Een onderzoek werd ingesteld naar de hoeveelheden der te behandelen stoffenhierbij moest
ook met de uitbreiding der bevolking rekening worden gehouden. Dit punt zal aan het slot dezer para
graaf behandeld worden.
Het onderzoek gaf de volgende uitkomsten.
Faecale stoffen.
In de bijlage C 1 (Vragenlijst over de inzameling der faecale stoffen) zijn de gegevens vervat
welke aan verslaggever op zijn verzoek door de Commissie werden verstrekt. Aangezien deze zeer goed
overeenkomen met wat bij voorloopige persoonlijke navraag gebleken was, kunnen deze zonder meer als
grondslag dienen en kan aangenomen worden, dat per werkdag nu gemiddeld 47 M.3 van die stoffen
ingezameld wordt.
Dit is eenigszins ruim gerekend, de opgaaf van den fabrikant is pl.m, '230 K G. per Ms. Opgemerkt wordt, dat, wat
over die benoodigde hoeveelheid steenkiden wordt gezegd in de op blz. 22 van dit Verslag vermelde voordracht van den Directeur
der Stadsreiniging te Amsterdam, onjuist is Blijkens mondelinge inliahting van dien Hoofdambtenaar moet per Ms. faecaliën op
28 a 30 K.G. steenkool gerekend worden, dus op 196 a 210 K.G. stoom