Bijlage no. 6.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915. Bijl. no. 6.
GRENSWIJZIGING tusschen Leeuwarden
en Leeuwarderadeel.
Lift. A.
Voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
Aan den Gemeenteraad.
Bij de behandeling van de ontwerp-gemeentebe-
grooting voor 1914 in de raadsvergadering van 29
October 1913 (raadshandelingen, blz. 248) werd de
aandacht gevestigd op de grensscheiding tusschen
Leeuwarden en Leeuwarderadeel en het van zeer
veel belang genoemd een deel van de laatste ge
meente bij Leeuwarden te trekken, o.m. in verband
met den laatsten woningbouw van de „Woningver-
eeniging Leeuwarden". Ook werd er nog op ge
wezen, dat die annexatie de bewoners van het te
annexeeren gedeelte van Leeuwarderadeel voordeel
zou brengen ten opzichte van waterleiding, brand
weer enz. en aan Leeuwarden de gelegenheid zou
schenken betere verkeerswegen met het oostelijk
stadsdeel te doen aanleggen.
Een toezegging dat den Raad een voorstel te dier
zake zou worden gedaan, kon, naar de Voorzitter in
diezelfde vergadering meedeelde, (t. a. p. blz. 250),
niet worden gegeven. Wel maakte die aangelegen
heid sedert lang een onderwerp van overwe
ging bij Burgemeester en Wethoudei-s uit, zoodat
de Voorzitter hoopte dat het binnen niet te langen
tijd op de agenda van dat college zou voorkomen.
Dit laatste is inderdaad het geval geworden en
het gevolg van de nadere besprekingen is geweest,
dat wij ons bij brief van 19 Februari 1914 no.
3222 '13/233, hiei'na onder litt. B afgedrukt, tot Bur
gemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel
hebben gewend, waarin de redenen wei'den uiteen
gezet, welke naar onze meening ervoor pleiten, dat
een grenswijziging tusschen beide gemeenten tot
stand komt.
Wij hadden gehoopt, dat genoemd college ge
volg zou hebben gegeven aan ons verzoek om zijne
opmerkingen hierover te onzer kennis te brengen
en eventueel nader overleg te plegen. Dit zou aan
het verloop van de zaak ten goede zijn gekomen.
Wq ontvingen evenwel na verloop van 11 maanden
niet meer dan het antwoord, dat mede hierna, onder
litt. C, afgedrukt is.
Aan hetgeen in onzen bovenvermelden brief is
neergelegd, wenschen wij nog toe te voegen dat ook
met het oog op een betere verdeeling der kinderen
over en weer op de verschillende scholen eene an
dere grensregeling overweging verdient. Voor de
gronden der door ons noodzakelijk geachte grens
wijziging meenen wij overigens naar genoemden
brief te mogen verwijzen.
Alleen is door de voltooiing van het stratencom-
plex aan den Hollanderdijk een grensverlegging,
nog meer eisch geworden. De daar ontstane nieuwe
wijk is alleen over grondgebied van Leeuwardera
deel te bereiken, waardoor de in ons aangehaald
schrijven aangeduide te verwachten gevolgen zich
reeds doen gevoelen.
De meest logische oplossing zal dan ook zijn, dat
de Schrans en liet dorp Huizum bij Leeuwarden
worden gevoegd, zoodat de nieuwe grens van Leeu
warden in de toekomst samenvalt met de voorma
lige grens van dat dorp. Naar ons wil voorkomen,
wordt dan een gezonde, met de feiten overeenko
mende toestand verkregen, welke in den loop der
jaren geleidelijk als van zelf is ontstaan.
Het ontwei'p tot vereeniging of splitsing van ge
meenten moet evenwel, naar luid van artikel 129
der Gemeentewet, uitgaan van Gedeputeerde Sta
ten, die de wijze en voorwaarden, na Burgemeester
en Wethouders der betrokken gemeenten te hebben
gehoord, daarbij aangeven. Dat ontwerp wordt ver
volgens in iedere gemeente aan het oordeel van den
Raad en aan eene door de gemeenteraadskiezers te
kiezen commissie uit de ingezetenen voorgelegd.
Hunne adviezen worden schriftelijk aan Gedepu
teerde Staten uitgebracht, die ze met hun advies
aan den Minister van Binnenlandsche Zaken zen
den.
Ten einde het mogelijk te maken, dat door Gede
puteerde Staten wordt overwogen of de maatrege
len, welke in het onderhavige geval moeten worden
genomen, om tot de dezerzijds noodzakelijk geachte
gi'enswijziging te geraken, door hen zullen worden
getroffen, hebben wij de eer U voor te stellen te be
sluiten:
Burgemeester en Wethouders te machtigen zich
tot Gedeputeerde Staten van Friesland te wenden
met verzoek het noodige te verrichten ter verkrij
ging van een grenswijziging tusschen Leeuwarden
en Leeuwarderadeel in dier voege, dat het noorde
lijk gedeelte van Zuid Leeuwarderadeel dat ten
noorden begrensd wordt door Leeuwarden, ten
westen door Menaldumadeel, ten zuiden door de
voormalige dorpsgrens van Huizum, zooals is aan
gegeven op de in 1847 bij Eekhoff te Leeuwarden
uitgegeven kaart van de topografische atlas van
Friesland (loopende van den Sneeker trekweg in
oostelijke richting tot den Overijsselschen straat
weg en van daar tot het Langdeel bij Altenburg) en
ten oosten door Tietjerksteradeel, met de gemeen
te Leeuwarden wordt vereenigd.
Leeuwarden, 20 Januari 1915.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
F. KROON, L. Secretaris.
115