118
Bijlage no. 7.
119
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915.
Litt. C.
Antwoord van Burgemeester en Wet
houders van Leeuwarderadeel.
No. 46 A. Huizum, 15 Januari 1915.
In antwoord op Uwe terzijde aangehaalde missive
hebben wij de eer Uw college, na ernstige overwe
ging, te berichten, dat wij meenen niet tot eene
andere grensbepaling onzer Gemeente te behoeven
mede te werken, omdat geen enkel belang dezer
Gemeente daarbij is betrokken.
\Tan de ingezetenen dezer Gemeente zelfs niet
van de inwoners in Huizum (Schrans) is ooit bij
het Gemeentebestuur ook maar eenige belangstel
ling in eene grensverlegging gebleken.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel
J. M. VAN BEU MA.
De Secretaris,
L. J. DE JONG.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915. Bijl. No. 7.
OPRICHTING van een Zweminrichting (bijla
ge 110. 25 van 1912).
A an den Gemeenteraad.
Bij besluit van den 22 October 1912 no. 436it/21(i
is door den Raad in beginsel de medewerking der
gemeente toegezegd tot de oprichting en de exploi
tatie van een bad- en zweminrichting alhier, en aan
eene uit de burgerij te vormen commissie voor de
voorbereiding der plannen, waarmede zij zich zou
belasten, een crediet uit de gemeentekas verleend.
De commissie, bestaande uit de heeren S. H. Hijl-
kema, Mr. J. A. Stoop en N. Ottema, was reeds
vooraf met ons college in overleg getreden omtrent
den mogelijken grondslag waarop de plannen zou
den worden gebouwd, te weten een reeds in 1905
(zie bijl. no. 15 van dat jaar) aan den Raad voorge
legd project, waarbij het water uit de Wielen zou
worden getrokken door een huisleiding in den Gro
ninger straatweg. Bij het raadsbesluit van 22 Oc
tober 1912 is echter de gemeentelijke medewerking
van het plan 1905 losgemaakt, zoodat de commissie
algeheele vrijheid bezat om, zoo een inrichting he
ter met behulp van b.v. leiding- of Norton-water
zou kunnen worden geëxploiteerd, andere voor
stellen te doen. Van deze vrijheid heeft zij gebruik
gemaakt toen bleek, dat, evengoed als Wielenwater,
water uit de meer onmiddellijke omgeving van
Leeuwarden, zooals uit het Ouddeel, zou kunnen
worden benut en het bovendien de vraag was of de
bepalingen der concessie aan de waterleidingmaat
schappij watervoorziening op de aanvankelijk ge
dachte wijze wel toelieten. Ook het Ouddeel-plan is
intusschen verlaten voor een naar het eenparig
Oordeel van de commissie en Burgemeester en Wet
houders nog economischer opzet, n.l. deze waarbij
het benoodigde water wordt verkregen uit Norton-
wellen.
Elk van deze plannen eischte weer nieuwe
berekeningen en onderzoekingen en als daarbij te
vens in aanmerking genomen wordt dat de com
missie ook teleurgesteld is in haar aanvankelijk
gekozen deskundige, dan is het verklaarbaar dat
ongeveer twee en een half jaar moesten verstrijken
alvorens de Raad in de zaak van de zwem- en bad
inrichting opnieuw wordt gekend. Waarover thans
tussehen de commissie en ons college overeenstem
ming verkregen is, dat is over de plaats waar de
inrichting zal verrijzen, aan het Cambuursterpad,
en over de wijze van watervoorziening uit Norton-
putten. Verschil bestaat nog over den omvang der
inrichting, n.l. of daaraan al of niet een binnenbad
gelegenheid zal worden toegevoegd; eenstemmig
heid heerscht ook over den opzet der zweminrich
ting.
Een korte omschrijving van het plan der commis
sie moge hier thans volgen.
De inrichting zal op het gemeentelijke terrein,
kadastraal nos. 7731 en 2279 in sectie G, worden
gesticht aan den zuidelijken oevei* van de Cam-
buurster opvaart, waarlangs ten noorden het Cam
buursterpad loopt. Een bruggetje over de vaart
verleent er van het pad heen toegang. De inrich
ting bestaat uit twee gedeelten: een voorgebouw
voor de binnenbad-gelegenheid en de machineop
stelling en los daarvan de heide zwembassins met
kamertjes voor het buitenhad. De bassins hebben
elk een inhoud van 800 M3. en een oppervlakte van
16 hij 32 M. Het eene is bestemd voor de le klasse,
het andere voor de 2e klasse-baden. De bassins wor
den in beton uitgevoerd.
De binnenbad-inrichting bevat 28 badcellen met
kuip en 12 afgeschoten ruimten voor douches. Aan
de achterzijde en aan het gebouw verbonden is liet
machinehuis* In het midden de vestibule met ter
zijde vertrekjes voor de administratie en de calori-
fère, daarboven een beambtenwoning.
Gelijk gezegd geschiedt de watervoorziening door
Nortonputten, waarvan er 5 op het terrein geslagen
worden. Drie daarvan worden onderling verbonden
ten behoeve der bassins. Zij zullen 36 M8. water per
uur leveren, welke hoeveelheid wordt opgepompt
met een eentrifugaalpomp en gebracht over de da
ken van de kleedkamertjes waar het water hetzij
door de buitentemperatuur, hetzij kunstmatig een
voorverwarming ondergaat alvorens voor liet doel
waarvoor het moet dienen geschikt te zijn. Door den
regelmatigen toevoer van versch water is er op ge
rekend dat de inhoud van een bassin in 31/« dag-
vernieuwd is.
De twee andere Nortonwellen dienen voor
het binnenbad. Een poinpinstallatie heeft hier
de capaciteit 20 \U. per uur op te voeren
tot een waterreinigingsinrichting als eerste tus-
sehenstation op den weg naar de reservoirs van
waar uit het direct in de kuipen afvloeit. Het
tweede station is een gelijkvloersche beton-vergaar
bak. Vandaar is het dadelijk te gebruiken als koud
water voor de badinrichting.
Onze medewerking voor het gebruik van Norton-
water voor bad- en zweminrichting in plaats van,
zooals eerst het voornemen was, oppervlakte-water
uit de omgeving der stad hebben wij niet verleend
dan na van betrouwbare en deskundige zijde de ver
zekering te hebben ontvangen, dat dit zonder
schade voor de zaak kon geschieden, zoowel wat
de hoeveelheid als de geschiktheid van het op te
brengen water betreft. De rapporten dienaangaan
de, w.o. een garantieverklaring van de firma Baar-
sma en Hollander alhier, en de verder ter zake ge
wisselde stukken, waaruit o.m. blijkt dat proef
boringen hier goed zijn geslaagd, leggen wij hier
nevens over. Het komt ons voor dat de gevolgtrek
king daaruit, dat Nortonwater voor het beoogde
doel alleszins geschikt is, ten volle gerechtvaardigd
mag heeten.
In verband met het vervallen van liet na te noemen
openwaterreinigingsapparaat en nader mede met het teit dat
een ontijzeringsinstallatie voor het zwemwater niet noodig
gebleken is kan het machinegebouw geheel achterwege blijven.
Naar aanleiding van de later ingezonden rapporten over
de geschiktheid van het Nortonwater is deze inrichting nader
overbodig geoordeeld.