Bijlage no. 9. Bijlage tot het verslag der handelingen van den WIJZIGING van de bepalingen van uitgifte der bouwterreinen aan hef Nieuwe Kanaal. Aan den Gemeenteraad. In Uwe vergadering van 22 December 1914 werd om prae-advies in onze handen gesteld een adres, ingekomen dienzelfden dag, van L. G. van der Meij, steenfabrikant, alhier. Bij dat adres wordt uitstel gevraagd van de verplichting tot bebouwing van het nog onbebouwd gedeelte, gToot 550 M2., der hem verkochte terreinen aan de Emmakade N. Z. Als reden, waarom tot die bebouwing niet is overge gaan, worden opgegeven de buitengewone omstan digheden, welke de in Augustus 1.1. voorgenomen plannen niet tot uitvoering deden komen. Het betreft hier het westelijk gedeelte van de plek bouwterrein, toenmaals kadastraal bekend in sectie G no. 7425, aan adressant bij akte van 6 Au gustus 1907 verkocht. Volgens de in die akte onder 7 opgenomen voorwaarde had de bebouwing vóór 6 Augustus .1912 voltooid moeten zijn. Omdat dit niet was geschied, werd bij raadsbesluit van 24 De cember 1912 (raadshandelingen, blz. 267), onder ontheffing van de verschuldigde boete, tot en met 31 December 1914 vrijstelling verleend van de na leving der boven vermelde voorwaarde. Op 1 Januari 1915 was adressant dus andermaal in verzuim. Echter is hem dezer dagen vergunning- tot het bouwen van een woonhuis op het onderwer- pelijke stuk grond verleend, waarmede deze maand een aanvang kan worden gemaakt. Wij zijn daarom wel geneigd te bevorderen, dat hem opnieuw eenig uitstel, en wel tot het einde van Juni dezes jaars, wordt toegestaan, doch vinden geen vrijheid I' in overweging te geven het opleggen van eene boete niet toe te passen. Die boete is in de meerbedoelde akte gesteld op het bedrag der koopsom van 18984.75, benevens op 5% van dat bedrag voor elke maand vertraging in de voltooiing der bebouwing, onverminderd het recht der gemeente de ontbinding van den koop te vorderen. De hier weergegeven boetebepalingen, evenals de daarmede overeenkomende, opgenomen in de laat stelijk krachtens raadsbesluit van 14 Januari 1913 (raadshandelingen, blz. 5) vastgestelde bepalin gen betreffende de uitgifte van bouwterreinen, ge legen aan het Nieuwe Kanaal, blijken ons in het al gemeen, en zeker voor groote terreinen, welke bij gedeelten worden bebouwd, niet oordeelkundig ge steld. Boeten tot de bedragen als voor het geval-van der Meij kunnen in de praktijk moeilijk wor den gevorderd. Daardoor verliest de bepaling wel •aad van Leeuwarden, 1915. Bijl. no. 9. iets van hare kracht, omdat de belanghebbenden er onwillekeurig op rekenen, dat zij toch niet ten volle zal worden toegepast. Dit achten wij verkeerd. Bo vendien is het niet billijk de bepalingen te doen werken over het geheele uitgegeven terrein, ook al is daarvan een gedeelte bebouwd. Wat nu de boete betreft, deze kan o.i. en dan is de preventieve werking nog groot genoeg vei lig alleen gesteld worden op een zeker bedrag per M2. en per maand, doch dan iets hooger dan waar toe men volgens de geldende bepalingen zou komen. Een juisten maatstaf lijkt ons 1.per M2. en per maand vertraging in de bebouwing van het nog onbebouwde gedeelte der uitgegeven terreinen. In het onderhavige geval wordt dit, waar de on bebouwde grond 543 M2. groot is, 543.- per maand. Rekent men nu dat de bouw 1 September 1915 voltooid zal zijn, dan zal, bij verlenging van het uit stel tot en met 30 Juni a.s., van der Meij een bedrag- van 2X 543.1086.verschuldigd zijn. Voor het meerder verschuldigde kan dan onthef fing worden verleend. Kan door U met de bovenaangegeven regeling worden ingestemd, dan is het allereerst noodig, dat de uitgiftebepalingen der bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal (aan den Hoekstersingel ên aan Oldegalileën zijn geen onbebouwde terreinen meer) in denzelfden geest worden gewijzigd, terwijl bo vendien thans in beginsel dient te worden besloten, dat voor de aldaar reeds uitgegeven terreinen bij niet tijdige voltooiing van de bebouwing kwijtschel ding zal worden verleend van het bedrag dat de boete hooger is dan volgens den hiervóór meege- deelden maatstaf. Wij hebben de eer IJ alzoo voor te stellen te be sluiten I. de bepalingen betreffende de uitgifte van bouwterreinen, gelegen aan het Nieuwe Kanaal en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden, te wijzigen volgens het hieronder afgedrukt ontwerp besluit; II. in beginsel te besluiten, dat wanneer krach tens de onder I vermelde bepalingen boete moet worden opgelegd wegens niet tijdige voltooiing van de bebouwing van vóór de dagteekening van het ten deze te nemen raadsbesluit uitgegeven terrei nen, die boete zal worden kwijtgescholden tot het bedrag dat hooger is dan het bedrag van 1.per M2. van de oppervlakte dier terreinen, voor zoover de bebouwing daarvan niet voltooid is, voor elke maand vertraging in die voltooiing; III. aan L. G. van der Meij, steen fabrikant, al hier: a. tot en met 30 Juni 1915 vrijstelling te verlee- nen van de hem bij de onder 7 gestelde voorwaarde der koopacte van 6 Augustus 1907 opgelegde ver plichting ten aanzien van de voltooiing der bebou wing van het nog open perceel, kadastraal bekend

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1915 | | pagina 63