n
Mm
Bijlage no. 16.
li I
if -/i'
i, 'Ur,
IA awfi ifivsi?,!
:v
VJV/'I
.w1 J «-tWH
.«fc,
3 sji fit
IS»!
,Wf 1
V:!
111
'ïv
lil 1
i M
ili
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915. Bijl. no. 16.
WIJZIGING der verordening regelende de
jaarwedden van de docenten aan de
middelbare meisjesschool (gemeente
blad 1913, No. 3).
Aan den Gemeenteraad.
De jaarwedden verordening voor de docenten aan
de middelbare meisjesschool maakt het mogelijk bij
de berekening van de bezoldiging der leeraressen
de dienstjaren mede te tellen, welke zij reeds aan
eene inrichting van hooger of middelbaar onder
wijs hier of elders hebben doorgebracht. Voor de
directrice kan dat niet. Dit lijkt ons niet billijk.
Daarom meenen wij dat ook bij het bepalen van
haar jaarwedde gelet moet kunnen worden op de
dienstjaren, welke zij al heeft als hoofd eener in
richting' van hooger of middelbaar onderwijs hier
of elders. Van de ervaring door haar in die hoeda
nigheid opgedaan heeft ook de gemeente profijt,
zoodat er alleszins reden is die meerdere ervaring
te beloonen.
Maar bovendien behoort de mogelijkheid te wor
den geopend, zoowel voor de directrice als voor de
ONTWERP.
leeraressen, om behalve de evenbedoelde dienst
jaren ook die mede te tellen, welke vervuld zijn
aan inrichtingen van meer uitgebreid lager onder
wijs. Sommige dezer hebben een programma, dat
in vele gevallen overeenkomst toont met dat onzer
middelbare meisjesschool. En ook dan kan er reden
voor zijn, om met de aan die scholen opgedane on
dervinding bij de jaarweddebepaling rekening' te
houden.
Het voorschrift dient evenwel facultatief gesteld
te worden, gelijk het bestaande voor de leeraressen.
Aan Burgemeester en Wethouders blijft dan steeds
de beslissing of en, zoo ja, welke inrichtingen en
welke dienstjaren bij de berekening van de jaar
wedde in aanmerking moeten worden gebracht.
Het hieronder afgedrukt ontwerp, dat wij U ter
vaststelling aanbieden, strekt om de bovengenoem
de verordening in den aangegeven zin te wijzigen.
Leeuwarden, 16 Juni 1915.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PAT UN. Burgemeester.
F. KROON, L. Secretaris.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 3.
Bij benoeming van leeraressen, die reeds aan eene
inrichting van hooger of middelbaar onderwijs zijn
werkzaam geweest, kunnen de dienstjaren aan die
inrichtingen op den bij het vorig artikel bepaalden
voet, zoowel bij de bepaling van de aanvangsjaar-
wedde als bij de toepassing der periodieke verhoo
gingen in rekening worden gebracht.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
gelet op de bepalingen der wet, houdende rege
ling van het middelbaar onderwijs;
besluit:
A. vast te stellen de volgende:
VERORDENING tot wijziging der veror
dening, regelende de jaarwedden der
docenten aan de school van middel
baar onderwijs voor meisjes.
I.
Aan artikel 3 der bovengenoemde verordening
wordt als eerste lid een nieuw lid van den volgen
den inhoud toegevoegd:
„Bij benoeming van een directrice, die reeds als
„hoofd aan eene inrichting van hooger, middel
baar of meer uitgebreid lager onderwijs is werk
zaam geweest, kunnen de dienstjaren als zoodanig
„aan die inrichtingen doorgebracht op den bij het
„vorig artikel bepaalden voet, zoowel bij de bepa
ling van de aanvangsjaarwedde als bij de toepas-
zing der periodieke verhoogingen in rekening
„worden gebracht".
II.
Het bestaande eenige lid van artikel 3 hiervoren
bedoeld wordt tweede lid en in dien zin gewijzigd,
dat voor de woorden:
143
pi
Bil'I'm''. 1
h|j V :j
Hf:.
fct2