Hl HUE i \-W-l Bijlage no. 17. 3ia j.Ak ij i 1 „hooger of middelbaar onderwijs" gelezen wordt: „hooger, middelbaar of meer uitgebreid lager onderwijs". B. te bepalen, dat deze verordening in werking- treedt den 16 Juli 1915. Leeuwarden, den 19 De Raad voornoemd, xi -1 •-( 5 N' 144 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1915. Bijl. no. 17. OPRICHTING van eene badinrichting, gevolgd door een zoo mogelijk overdekte zweminrichting (bijlagen no. 25 van 1912 en nos. 7, 10 en 12 van 1915). Litt. A. Voorstel van Burgemeester en Wethouders. Aan den Gemeenteraad. Nadat in de raadsvergadering van 13 April 1915 de heer Hiemstra zijn motie omtrent gemeentelijke exploitatie van een badinrichting had ingetrok ken, heeft de Voorzitter opgemerkt, dat Burge meester en Wethouders zich nu derhalve kunnen houden aan het besluit van 1912. Dat wilde dus zeggen, dat het raadsbesluit van 22 October 1912 in wezen bleef, waarbij de gemeente in beginsel hare medewerking toezegde tot de oprichting van een bad- en zweminrichting, waarvan de plannen voor het oprichten en exploiteeren door eene te vormen commissie uit de burgeiij zouden worden voorbereid. Dientengevolge hebben wij de voor dat doei bestaande commissie de in eerstgenoemde raads vergadering aangenomen motie-Berghuis mede gedeeld en haar de vraag gesteld of zij hare ge dachten zou willen laten gaan ook over het in die motie neergelegde denkbeeld en of zij bereid zou zijn zith te belasten met het doen ontwerpen en voorbereiden van de plannen, welke voor de uit werking van dat denkbeeld noodig zijn. In het hieronder afgedrukt schrijven geeft de commissie omtrent het eerste punt haar meening te kennen en verklaart zij op de in de tweede piaats gedane vraag ontkennend te moeten ant woorden. Waar zij voor de oprichting van eene badinirichting, nu zij van reeds meerdere bestaan de plannen in die richting vernam, hare voorlich ting niet noodig acht en waar datgene, als het meest op haar weg liggende „het ontwerpen eener zweminrichting" zoozeer naar don achtergrond gedrongen is, meent de commissie hare opdracht als geëindigd te mogen beschouwen. Nu de commissie haar mandaat neerlegt, zou het noodzakelijk zijn te trachten een nieuwe in het le ven te roepen. Wij meenen evenwel daartoe thans niet de noodige stappen te moeten doen. Er zijn plannen in voorbereiding voor groote werken, als het aanleggen van een nieuwe begraafplaats, straten-aanleg achter den Oostersingel, het oprich ten van een openbaar slachthuis, nieuwe bruggen, en talrijke andere, niet zóó belangrijke, maar even noodzakelijke werken. Wij achten het dan ook minder geraden daarenboven nog gelden te vragen voor werken, welke in de tegenwoordige omstan digheden niet dringend noodzakelijk zijn. Het is noodig nauwkeurig na te gaan wat uitgevoerd moet worden en wat beter kan blijven rusten tot ge wone tijden zijn weergekeerd. En tot dit laatste rekenen wij de oprichting van een badinrichting, gevolgd door die van eene, zoo mogelijk overdek te, zweminrichting, te behooren. Aan het slot van haar bovenbedoeld schrijven geeft de commissie in overweging Uwe Vergade ring voor te stellen om aan den architect H. Nieuwland eene gratificatie van 250.toe te kennen als vergoeding voor diens vele moeiten en kosten, besteed aan het ontwerpen van de plan nen voor de stichting van eene zwem- en badin richting te dezer stede, overgelegd bij ons voor stel van 12 Februari 1915 (bijlage no. 7 tot het ver slag van 'sRaads handelingen). Met dit denk beeld kunnen wij ons geheel vereenigen. Het werk van genoemden architect heeft aan spraak op waardeering, evenals de omvangrijke arbeid, welke de commissie zelve heeft verricht. Samenvattende hebben wij de eer U alzoo voor te stellen te besluiten: I. de nadere uitwerking van de motie-Berg huis in zake de oprichting van eene badinrichting, na den terugkeer van normale tijdsomstandighe den gevolgd door plannen voor eene zoo mogelijk overdekte zweminrichting, aangenomen in de raadsvergadering van 13 April 1915, voorloopig te laten rusten; II. Burgemeester en Wethouders te machtigen aan de commissie voor de stichting van een zwem en badinrichting te Leeuwarden, bestaande uit de heeren S. H. Hijlkeina, Mr. J. A. Stoop en N. Ot- tema, 's Raads dank over te brengen voor den ve len en verdienstelijken, belangeloos verrichten ar beid; Hl. Burgemeester en Wethouders te machti gen, in afwachting van het nadere voorstel tot regeling van de uitgaaf op de gemeentebegrootmg voor 1915, aan H. Nieuwland, architect, in de Schrans onder Huizum, eene gratificatie van 250.te verleenen voor zijne moeite en kosten, besteed aan het ontwerpen van plannen voor een hier ter stede op te richten zwem- en badinrichting aan het Cambuursterpad, overgelegd bij het voor stel dd. 12 Februari 1915, van Burgemeester en Wethouders (bijlage no. 7 tot het verslag van 'sRaads handelingen). Leeuwarden, 19 Juni 1915. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. PATIJN, Burgemeester. F. KROON, L, Secretaris 145

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1915 | | pagina 73