Bijlage no. 27.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916.
partijen één te benoemen, die gezamenlijk, of, bij
gebrek aan overeenstemming daaromtrent, de kan
tonrechter, een derde aanwijzen. Deze weg dient
dus ter bereiking van het doel allereerst te worden
ingeslagen en wij hebben daarom de eer 1in over
weging te geven te besluiten Burgemeester en Wet
houders te machtigen om de vereischte stappen te
doen ten einde tot den minnelijken aankoop der
bovengemelde perceelen op de hiervoren omschre
ven wijze te geraken.
Leeuwarden, 24 Mei 1010.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
198
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. 27.
WIJZIGING der Bouwveror
dening.
Aan den Gemeenteraad.
Bet is gebleken dat enkele artikelen der Bouwver
ordening aanvulling en verduidelijking behoeven.
Allereerst artikel 5. Dit artikel handelt over
straataanleg en de demping van slooten in en om
het terrein. De demping is verplicht, tenzij met ont
heffing van den Raad. „In dat geval", aldus het Ge
lid, „gelden de door hem (den Raad) te stellen na
dere eischen en is liet verboden binnen een afstand
van 26 Meter tut die slooten gebouwen te stichten."
Dit strenge verbod, dat geen uitzondering toelaat,
kan soms moeilijkheden opleveren, zooals onlangs
dreigde bij liet stratenplan nabij den Oostersingel.
De eigenaar van het aanliggende weiland, dat van
de terreinen, waarop de bouwblokken zullen wor
den aangelegd, door een sloot gescheiden is, was
eerst voor de demping daarvan niet te vinden. Een
gevolg daarvan zou geweest zijn, dat de huizen die
aldaar aan de straat, die op de sloot geprojecteerd
is, worden gebouwd, 25 M. daaruit hadden moeten
blijven. Niet alleen verstoorde dit liet geheele plan,
maar er konden ook zooveel minder woningen ver
rijzen, wat in dezen tijd van schaarsehte van klei
nere woningen, als daar zullen komen, een zeer te
betreuren gevolg geweest was.
Als dus de laatste 10 woorden uit het lid verval
len dan kan de Raad voor elk geval, dat hem ont
heffing van de slootdemping gevraagd wordt, de
eischen stellen die liem noodig voorkomen zonder
dat liet inachtnemen van den afstand van 25 Meter
tnsschen sloot en gebouwen imperatief zul zijn voor
geschreven. Blijkt dit noodig of een grootere af
stand gewenscht of kan met een kleinere worden
volstaan, dan kan die in de voorwaarden der ont
heffing worden opgenomen. De Commissie voor
de Openbare Werken kan zich met deze wijziging
vereenigen, doch de Gezondheidscommissie acht
haar uit hygiënisch oogpunt geen verbetering en
onbillijk jegens vroegere bouwers. Dit laatste hoeft
naar liet oordeel onzer commissie geen motief te zijn
om de wijziging nu achterwege te laten. Een derge
lijk gevolg heeft wetswijziging' meermalen, zonder
dat dit als een bepaald beletsel is aangemerkt, en
aangezien het artikel ruimer dispensatie geeft dan
tot dusver, is ook niet ingezien dat de volksgezond
heid daarvan nadeel zal ondervinden, vermits de
Raad wTel steeds in liet oog zal houden, welke belan
den bij die ontheffing op liet spel staan.
A rtikel4 0bis. I n dit artikel is sprake van de
open ruimte bij bestaande gebouwen en liet verbiedt
die zoodanig te bebouwen, dat in totaal meer
dan 4/5 van het geheele perceel (gebouw met daar
bij beboerende open ruimte) wordt bedekt. Het ar
tikel verbiedt echter alleen zoodanig te bouwen dat
een aldus verboden toestand ontsta a t, niet dat
een reeds aldus bestaande toestand slechter wordt.
De aanvulling van liet artikel dient om ook dit
laatste tegen te gaan.
Artikel 50. Bij raadsbesluit van 14 Maart 1910
gemeenteblad no. 7 heeft het eerste lid van dit ar
tikel een gewijzigde redactie gekregen met de be
doeling, waar noodig, tegen kaaspakhuizen te kun
nen optreden. Zooals het artikel thans luidt, is ech
ter feitelijk elk bewaren van „voor de omgeving
hinderlijke stoffen" verboden. Noodig is dat Bur
gemeester en Wethouders van deze bepaling ont
heffing kunnen verleenen en alsdan in acht geno
men worden de in het belang van de gezondheid of
ter voorkoming van hinder door hen te stellen nade
re eischen (zie het tweede lid van artikel 58).
Artikel 02. Bij de herziening van dit artikel
is ongewild het woord „afscheiding" te loor gegaan
dat in liet oude artikel wel stond. Thans is het dus
feitelijk niet verboden de onder 1°4° genoemde
voorwerpen aan een hek te hebben. Door te lezen
„....aan een gevel, muur, schutting of andere
a f s c h e i d i n g", zal deze leemte worden weg
genomen.
Artikel 7 0. Dit artikel betreft liet beroep bij
den Gemeenteraad, in te stellen tegen de weigering
eener bouwvergunning of tegen nadere eischen, ge
steld krachtens artikel 12bis der Bouwverordening.
Deze beroepen zijn volgens artikelen 5 en 0 der Wo
ningwet gebonden aan regelen bij plaatselijke ver
ordening te stellen. Gelijk den Raad bekend is, la
ten Burgemeester en Wethouders zich bij liet toet
sen van bouwaanvragen aan artikel 12bis voorlich
ten door een speciale commissie, de zoogenaamde
„Schoonheidscommissie". Bij weigering nu, of na
dere eischen krachtens dat artikel ware een voor
lichting van dan Raad, in geval van beroep, wen-
schelijk van een uitsluitend voor dergelijke beroepen
in te stellen commissie van drie leden, zijnde erken
de deskundigen, bij voorkeur buiten Leeuwarden
woonachtig en aan te wijzen door drie nader te
noemen vereenigingen.
De hiervoor in aanmerking komende vereenigin
gen zijn naar ons oordeel de Maatschappij tot Be
vordering der Bouwkunst, Heemschut en de Bond
van Nederlandsehe Architecten, alle te Amsterdam.
De commissie voor het ontwerpen van strafver
ordeningen heeft de eer:
I. den Raad liet hiernavolgend ontwerp ter be
krachtiging aan tc bieden, waarbij de boven aan
gegeven wijzigingen in de Bouwverordening wor
den aangebracht;
II. voor te stellen als vereenigingen, bedoeld in
artikel 70, 2e lid, der Bouwverordening, aan te wij
zen de drie bovengenoemde vereenigingen.
Leeuwarden, Mei 10.16.
De Commissie voor het ontwerpen van Strafverordeningen,
De Voorzitter,
.1. PATIJN.
199