Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916.
28 Juli 1902, Staatsblad no. 160, laatstelijk gewij
zigd bij Koninklijk besluit van 2 October 1915,
Staatsblad no. 415, te bepalen rente;
3. aangenomen dat de onder 1 genoemde annuï
teit moet worden berekend naar 5.06% en die onder
2 genoemd naar 4.762%, een bijdrage van ten hoog
ste 1397.33 in de onder 1 genoemde annuïteit en
in die van een bedrag van 17.043.van het ou
der 2 genoemde voorschot, welke bijdrage vermin
dert met zoovele malen onderscheidenlijk 25.30 en
23.81 als de voorschotten van 130.000.en
17043.duizendtallen guldens minder zullen zijn;
II. onder voorbehoud dat de gevraagde bedra
gen zullen worden verstrekt en onder voorbehoud
dat en voor zoolang als de gevraagde bijdrage zal
worden verkregen,
aan de Woningvereeniging Leeuwarden ter te
gemoetkoming in de door haar aan te wenden kos
ten voor de uitvoering van haar bouwplan ten be
hoeve van de volkshuisvesting, bestaande in den
aanbouw van
28 woningen type A, bestaande uit kamer, slaap
kamertje, keuken, gang en privaat beneden, zolder
met slaapgelegenheid boven, die alle zullen worden
gebouwd langs het Cambuursterpad op de ka
dastrale perceelen voren genoemd
.10 woningen type B, gelijk aan het vorige type,
die alle zullen worden gebouwd aan de meest wes
telijk gelegen zijstraat van eerstgenoemde straat;
12 woningen type C met gelijke indeeling als de
vorige, doch de vertrekken van eenigszins ruimere
afmetingen, alle te bouwen aan dezelfde straat als
de woningen type B;
3 of 4 woningen type 1), bestaande uit kamer,
slaapkamer met 2 bedsteden, gang met trap, keu
ken en privaat beneden, twee kamers en twee slaap
gelegenheden boven
4 of 3 woningen type E, beneden met gelijke in-
deeling als type D beneden, doch de vertrekken van
eenigszins kleinere afmetingen; boven twee slaap
kamers, kamertje en zolder, komende de woningen
van type D en E te staan aan het Cambuursterpad
op den hoek van zijstraten,
1°. twee voorschotten te verleenen van ten hoog
ste onderscheidenlijk 130.000.en 67.000.en
deze te verstrekken al naar mate naar het oordeel
van Burgemeester en Wethouders daaraan behoef
te bestaat;
2°. een jaarlijksche bijdrage inde doordeveree-
niging te betalen annuïteiten te verleenen van ten
hoogste 2794.66, of voorbehoudens de vermin
dering bij naleving van de hierna onder C te noe
men voorwaarde onderscheidenlijk zoovele ma
len 50.60 en 47.62 minder als de voorschotten
duizendtallen guldens beneden 130.000.en
17043.zullen blijven;
een en ander onder de navolgende voorwaarden:
a. de voorschotten, waarvan de terugbetaling
geheel voor rekening der vereeniging blijft, moeten
in onderscheidenlijk 50 en 75 jaar bij wijze van an
nuïteiten volgens de door het Rijk voor de aan de
gemeente verstrekte voorschotten bedongen rente
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. BijL no. 33.
worden afgelost, welke annuïteiten bij onderschei
denlijk 5.06% en 4.762% zouden bedragen 6758.
en, voor een bedrag van 17.043.in het in de
tweede plaats genoemde voorschot, 811.59 of zoo
veel malen 50.60 en 47.62 minder als de voor
schotten duizendtallen guldens minder zullen zijn;
b. de bijdrage wordt verleend in de betaling der
annuïteit van de onder I 3 genoemde bedragen;
e. de geraamde huren worden met 0.25 per
week verhoogd, terwijl de aldus verhoogde huren
alleen kunnen worden verminderd zoo het bestuur
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders
aantoont, dat zij niet kunnen worden gehandhaafd
zonder in strijd te komen met het doel dat de ver
eeniging nastreeft;
cl. bij faillissement of bij ontbinding der veree
niging, alsmede indien de voorwaarden, waaronder
het voorschot is verleend, niet worden nageleefd,
wordt het voorschot, of het onafgeloste gedeelte
daarvan, terstond opvorderbaar, in welk geval de
bijdragen, tot welker betaling de gemeente zich nog
in de toekomst verbonden heeft, niet meer zullen
zijn verschuldigd; het voorschot kan mede terstond
opvorderbaar worden verklaard, indien door het
bestuur de bepalingen der plaatselijke verordenin
gen ter zake van den aanbouw, waarvoor het voor
schot strekt, niet worden nageleefd;
e. bij vervreemding of bezwaring van onroeren
de goederen der vereeniging zonder goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders, of, ingeval van
hooger beroep zonder die van Gedeputeerde Staten,
zal het bestuur aan de gemeente verbeuren eene
som van 5000.waarvoor de leden van het be
stuur hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk
zullen zijn, onverminderd het recht van de gemeen
te, om zoo daartoe termen zijn, in plaats van de
geldboete schadevergoeding te eischen en om de
vervreemding of de bezwaring niet als geldig te er
kennen;
f. de gemeente zal te allen tijde met goedkeu
ring van Gedeputeerde Staten, of, bij weigering,
van de Koningin, het recht hebben alle bezittingen
met de daarop rustende lasten en verplichtingen en
alle schulden der vereeniging gezamenlijk over te
nemen tegen betaling van 12.500.met de op
de aandeelen nog verschuldigde achterstallige ren
te, of zooveel meer als het maatschappelijk kapitaal,
waarvan dè meerdere aandeelen slechts onder goed
keuring van Burgemeester en Wethouders kunnen
worden geplaatst, zal bedragen, deze meerdere aan
deelen te stellen op hunne pari-waarde met de
daarop eventueel achterstallige rente benevens
1800.vergoeding voor liquidatiekosten;
en voorts op de voorwaarden die Burgemeester
en Wethouders geraden zullen voorkomen.
III. in te trekken het bepaalde onder C, letter
d, van zijn besluit van 11 Juli 1916, no. 312R/151.
IV. Burgemeester en Wethouders te machtigen
tot het aanbrengen van minder belangrijke wijzi
gingen in de onderdeelen I en II van dit besluit,
227