1
Bijlage no. 39.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. 39.
ALGEMEENE LOONSHERZIENING.
Litt. A.
Voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
Aan den Gemeenteraad.
In de laatste maanden zijn de volgende verzoek
schriften tot U gekomen:
1°. d.d. 26 Augustus 1915 van de afdeeling
Friesland van den Nederlandschen Bond van ge
meenteambtenaren, houdende verzoek om de jaar
wedden van alle en de periodieke verhoogingen en
de kans op bevordering van enkele categorieën van
ambtenaren ter secretarie te verbeteren
2°. d.d. 20 December 1915 van den voorzitter en
den secretaris van den Algemeenen Nederlandschen
Opzichters- en Teekenaarsbond, waarbij verzocht
wordt „zoo spoedig mogelijk" de salarissen der op
zichters en teekenaars in dienst der gemeente met
ten minste 15 te verhoogen;
3°. ingekomen 6 Juni 1916 van G. de Vries en
11 andere onderteekenaren, allen lantaarnopstekers
aan de gasfabriek, houdende verzoek om loonsver-
hooging van 4,20 tot 5,50 per week. Den 13 Juni
d.a.v. is besloten het adres tegelijk met de alge-
meene loonsherziening te behandelen;
4°. ingekomen 19 Juli 1916 van de afdeeling
sub 1°, waarbij verzocht wordt de positie van den
eersten klerk ten kantore van den gemeenteont
vanger gelijk te willen stellen met dien van ad
junct-commies le klasse ter secretarie en zijn jaar
wedde dienovereenkomstig te wallen regelen;
5°. d.d. Juli (ingekomen den 21en) 1916 van het
bestuur van het NederlandSch Verbond van Vak-
vereenigingen, waarby wordt verzocht „ten spoe
digste" de herziening der loonen van het lagere
ambtenaren-, bedienden- en werkliedenpersoneel
ter hand te nemen op de in het adres genoemde
grondslagen
6°. d.d. Augustus (ingekomen den 12en) 1916
van de afdeeling sub 1° met verzoek met ingang van
1 Januari 1917 een jaarwedderegeling voor de
ambtenaren ter secretarie in het leven te willen
roepen, zooals op een bijgevoegden staat is aange
geven met medetelling van alle dienstjaren op een
gemeentesecretarie doorgebracht na het 20e jaar,
terwijl alle afzonderlyke belooningen vervallen;
7°. d.d. Augustus (ingekomen den 9en) 1916
van Voogden der Stads Armenkamer, waarbij ver
zocht wordt het maximum van het salaris der naai
en breivrouw aan het Stads Armenhuis te verhoo
gen van 400,tot 450,
8°. d.d. 25 Augustus 1916 van het Nationaal
Verbond van gemeenteambtenaren in Nederland,
pleitende voor salarisverbetering van de ambtena
ren der gemeente in den geest van enkele door
adressant geuite wenschen;
9°. adhaesiebetuiging van het Hoofdbestuur
van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers met
het adres sub 5°,
terwijl bij circulaire van 8 Juni 1916 no. 58 Ge
deputeerde Staten aan de Gemeentebesturen heb
ben verzocht te wTillen nagaan, of de jaarwedden
der ambtenaren ter secretarie in verband met de
aan hen te stellen eischen wel voldoende zijn te
achten.
Ware niet kortgeleden, in verband met het
schrijven van Gedeputeerde Staten over de jaar
wedden van den burgemeester, den secretaris en
den ontvanger, in den Baad een besluit gevallen ten
aanzien van een herziening van de bezoldiging der
verschillende ambtenaren in dienst der gemeente
(zie Handelingen 1916, blz. 161 en volgg.), dan had
hier van ons college een uiteenzetting mogen wor
den verlangd ten einde voor Uwe Vergadering te
verdedigen, waarom het, ondanks den ernst en het
onzekere der tijden, gemeend heeft met een voor
stel als het onderhavige te komen, dat van de ge
meentelijke schatkist blijvend zeer belangrijke of
fers zal eischen, een besluit dat het spreekt wel
van zelf niet dan na gezette overweging geno
men is. Wij mogen ons hiervan ontslagen rekenen
nu de Raad heeft uitgesproken, dat hij een derge
lijk voorstel vóór 1 Januari 1917 van ons verwacht.
In de herziening hebben wij gemeend niet te
moeten betrekken vooreerst de jaarwedden Van
die ambtenaren voor wie de gemeentelijke functie
geen hoofdbetrekking is en die niet alleen daarin
hun bestaan vinden en tweedens die van hen, die
in den jongsten tijd zijn gewdjzigd of waarvan om
andere reden eenige verandering zou moeten
worden uitgesteld. Eindelijk niet het onderwijzend
personeel aan de verschillende inrichtingen, voor
welk incidenteele regelingen in de laatste jaren
eveneens gemaakt zijn. inmiddels is een adres van
de aid. Leeuwarden van den Bond van Nederland
sche onderwijzers tot herziening der jaarweddeu-
regeling van het onderwijzend personeel der lagere
scholen, met een adhaesie-adres van de afdeeling
Leeuwarden van het Nederlandseh Onderwijzers
genootschap in onze handen om prae-advies gesteld.
Tot de eerste categorie behooren de beurs-
meester, de gemeenteveearts, de stadsartsen, de
schoolartsen, de waagmeester; tot de tweede cate
gorie de directeur der Arbeidsbeurs, voor wien
waarschijnlijk in verband met de intercommu
nale bemoeiingen der beurs een toelage op de rijks-
begrooting wordt uitgetrokken; het administratief
personeel en opzichters aan de gasfabriek en het
electriciteitbedrijf, behalve de directeur, voor wien
bij raadsbesluit van den 15 Augustus 1916 reeds
een bezoldiging is bepaald, en behalve de klerken.
Van het eerstgenoemd bedrijf is de juist benoemde
directeur, tevens directeur van het electriciteitbe
drijf, nog te kort in functie dan dat van hem reeds
een oordeel kan worden verlangd over de vragen
die hier tevens nader aan de orde zullen moeten
komen. Mede is het nog onzeker hoe de formatie
van het personeel van het electrisch distributiebe
drijf zal moeten worden en welke plaats in beide
271