Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916.
Koninklijk besluit van 13 Juni 1884 een jaarwedde
van 2.600,Sinds 12 December 1905 is daar
genot van vrije woning bijgekomen. Gelijk voor de
andere hoofdambtenaren, is ook hier een wedde-
verhooging te verdedigen, die wij op 500,be
paald zouden wenschen te zien, zoodat aan de
Kroon in overweging worde gegeven het bedrag-
op 3.100,vast te stellen. Waar voor de dienaren
van politie de tweejaarlijksche periodieke verhoo
gingen in plaats van de driejaarlijksche zijn inge
steld, moet voor dezen een afzonderlijke bepaling-
den overgang naar den nieuwen toestand regelen.
Als algemeene regel gaat ook hier voorop dat het
aantal verhoogingen, in den op 1 Januari 1917 be-
kleeden rang ontvangen, geldt, alsof bij aanstelling
in dien rang het nieuwe minimum gegolden had.
Staat echter hij, voor wien nu voortaan de twee
jaarlijksche verhooging regel is, langer dan twee
jaar op eenzelfde loonbedrag, dan krijgt hij op
1 Januari 1917 nog één verhooging bovendien. Een
soortgelijke regeling is ook voor de werklieden ont
worpen.
Het ligt voorts in het voornemen het uurloon
dei- agenten 4e klasse met .1 Januari te verhoogen
van 18 tot 20 ets., voor nacht- en Zondagsdienst van
2l> tot 25 ets.
Werkliedenreglement. De laagste drie
loonklassen zijn geschrapt. Het laagste aanvangs-
loon is daardoor van 10,20 op 12,gebracht.
In het algemeen beteekent dit voor de werklieden
een verhooging van het weekloon met 1,80. De
regel der periodieke verhoogingen geldt naar luid
van artikel 36 alleen voor vaste werklieden. Mede
geldt als regel dat tijdelijke werklieden, wier werk
zaamheden bij voortduring noodig zijn, na 52 we
ken onafgebroken goeden dienst tot vasten werk
man worden aangesteld (artikel 9). Toch komt het
om allerlei redenen nog wel eens voor, dat tijdelijken
langer dan een jaar in dienst blijven zonder dade
lijk daarna een vaste aanstelling te krijgen. Ten
einde dezen los-vasten de periodieke verhoogingen
deelachtig te doen worden, is de overgangsbepa
ling sub 6 opgenomen.
Gaarders der bruggelden. De onder
scheiding tusschen eersten en tweeden hulpgaarder
is vervallen. Reeds sedert eenigen tijd werd aan
ONTWERP 1.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 1.
Ten behoeve van de afdeelingen, waarin de
lederen hulpgaarder het loon, aan den rang van
eersten hulpgaarder verbonden, toegekend. Voor de
overgangsbepaling zie boven.
Veemarkt en beurs. De wijziging strekt
alleen om in deze verordeningen de vijfjaarlijksche
periodieke veidioogingen bij de wedde van den
veemarkt- en van den beursmeester in die van drie
jaren te veranderen.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten:
1°. de hieronder sub A I tot XII afgedrukte
ontwerpen tot besluiten Uwer Vergadering te ver
heffen;
2°. Burgemeester en Wethouders te machtigen
zich tot de Kroon te wenden, ten einde de jaar
wedde van den Commissaris van Politie met 1 Ja
nuari 1917 worde verhoogd tot 3.100,
3°. ten opzichte van de adressen hierboven ver
meld onder 1, 2, 5, 6, 8 en 9 te doen berichten, dat
op hetgeen daarbij is verzocht is gelet; onder 3 Bur
gemeester en Wethouders aangaande het door hen
uit te brengen advies, in verband met het optreden
van den nieuwen directeur der Gasfabriek diligent
te verkaren; onder 4 te doen antwoorden dat daar
op afwijzend wordt beschikt; terwijl het schrij
ven onder 7 bedoeld in handen van Burgemeester
en Wethouders worde gesteld ter afdoening;
4°. ingevolge het raadsbesluit van 26 Septem
ber 1916, no. 405R/211, te bepalen, dat, in aanvul
ling van den bij dat besluit geregelden loontoeslag,
van 27 September 1916 af een bedrag zal worden
uitgekeerd gelijk aan het verschil tusschen dien toe
slag en de bezoldiging, die genoten zou zijn als
de wijzigingen sub 1° reeds op dien datum van
kracht waren geweest;
5°. te bepalen, dat de krachtens raadsbesluit
van 10 Februari 1914 aan den eersten klerk aan de
gemeentelijke gasfabriek G. Braak toegekende
persoonlijke toelage van 200,per jaar ook
onder de werking der volgens ontwerp III vastge
stelde wedderegeling voor de ambtenaren der ge
meentelijke gasfabriek zal blijven uitgekeerd.
Leeuwarden, 25 October 1916.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
Besluit:
de VERORDENING, regelende het getal en de
bezoldigingen van de ambtenaren tergemeente
secretarie van Leeuwarden, zoomede van de
beambten voor den verderen dienst in het ge
meentehuis (gemeenteblad 1913, no. 42),
te wijzigen als volgt:
I.
Art. 1 wordt gelezen:
Ten behoeve van de afdeelingen, waarin de secre-
274
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. tl O. 39.
secretarie der gemeente Leeuwarden is verdeeld
bij de Instructie voor de ambtenaren ter secretarie,
kunnen worden aangesteld:
a. Aan de afdeelingen A, B en C:
1 commies-redacteur op een jaarwedde van
1.700,— tot 2.200,—
3 controleur der gemeentebelastingen op een jaar
wedde van 1.800,tot 2.400,
3 commiezen op een jaarwedde van 1.500,tot
2.000,—;
4 adjunct-commiezen le klasse op een jaarwedde
van 1.000,tot 1.400,
4 adjunct-commiezen 2e klasse op een jaarwedde
van 750,tot 950,
1 verificateur der bedrijven op een jaarwedde van
200,-;
4 klerken op een jaarwedde van 500,tot ƒ700,
b. Aan de afdeeling Burgerlijke Stand en Be
volking:
1 commies op een jaarwedde van 1.500,tot
2.000,-;
i adjunct-commies le klasse op een jaarwedde van
1.000,— tot 1.400,—;
1 adjunct-commies 2e klasse op een jaarwedde van
750,— tot 950,—;
3 bevolkingsagenten op een jaarwedde van 750,
tot 950,
1 klerk op een jaarwedde van 500,— tot 700,—.
c. Op het gemeente-archief:
1 archivaris op een jaarwedde van 1.000,tot
1.400.—.
Burgemeester en Wethouders kunnen, waar de
omstandigheden dit noodig maken, van de formatie
als in het vorig lid omschreven, afwijken door bij
vacatures, hetzij tijdelijk niet tot bevordering over
te gaan, hetzij daarin tijdelijk door de aanstelling
van een ambtenaar van lageren rang te voorzien;
zij kunnen mede tijdelijk personeel aanstellen.
De nadere bepaling van het bedrag der jaar
wedden geschiedt door Burgemeester en Wethou
ders met dien verstande, dat in den regel en in elk
geval voor zoover de ijver en de geschiktheid
van den ambtenaar niet te wenschen overlaten,
telkens na drie jaren diensttijd binnen de in het
eerste lid gestelde grenzen verhooging van wedde
plaats vindt van ten minste 100,
Art. 2, le lid.
Aan de adjunct-commiezen 2e klasse en de kler
ken wordt boven de jaarwedde, in het vorig artikel
bedoeld, een jaarlijksche toelage toegekend:
van 100,voor het bezit der akte middelbaar
onderwjjs staatsinrichting of boekhouden;
van 50,voor het bezit van het diploma voor
aspirantgemeente-secretaris of ambtenaar ter se
cretarie, uitgereikt door de Nederlandsche Vereeni-
ging voor Gemeentebelangen, of van elke andere
tarie der gemeente Leeuwarden is verdeeld bij de
Instructie voor de ambtenaren ter secretarie, kun
nen worden aangesteld:
a. Aan de afdeelingen A, B en C:
1 commies-redacteur op een jaarwedde van
2.100,— tot 2.600,—;
1 controleur der gemeentebelastingen op een jaar
wedde van 2.000,— tot 2.500,—;
3 commiezen op een jaarwedde van 1.500,tot
2.300,-;
4 adjunct-commiezen le klasse op een jaarwedde
van 1.300,— tot 1.700,—;
5 adjunct-commiezen 2e klasse op een jaarwedde
van 900,— tot 1.200,
1 verificateur der bedrijven op een jaarwedde van
200,-;
5 klerken op een jaarweddie van ƒ600,— tot ƒ800,—.
b. Aan de afdeeling Burgerlijke Stand en Be
volking:
1 commies op een jaarwedde van 1.800,tot
2.300,—;
1 adjunct-commies le klasse op een jaarwedde van
1.300,tot 1.700,
1 adjunct-commies 2e klasse op een jaarwedde van
900,— tot 1.200,—;
3 bevolkingsagenten op een jaarwedde van 900,
tot 1.200,—;
1 klerk op een jaarwedde van 600,tot 800,
c. Op het gemeente-archief:
1 archivaris op een jaarwedde van 1.300,tot
1.700,-.
Bovendien kunnen aan alle afdeelingen schrijvers
worden aangesteld op een jaarwedde van 400,
tot 600,
Burgemeester en Wethouders kunnen, waar de
omstandigheden dit noodig maken, van de formatie
als in het eerste lid omschreven, afwijken door bij
vacatures, hetzij tijdelijk niet tot bevordering over
te gaan, hetzij daarin tijdelijk door de aanstelling
van een ambtenaar van lageren rang te voorzien;
zij kunnen mede tijdelijk personeel aanstellen.
De nadere bepaling van het bedrag der jaar
wedden geschiedt door Burgemeester en Wethou
ders met dien verstande, dat in den regel en in elk
geval voor zoover de ijver en de geschiktheid
van den ambtenaar niet te wenschen overlaten,
telkens na drie jaren diensttijd binnen de in het
eerste lid gestelde grenzen verhooging van wedde
plaats vindt voor de schrijvers van ten minste
50,en voor de andere ambtenaren van ten
minste 100,
II.
Art. 2, le lid, wordt gelezen:
Aan de adjunct-commiezen 2e klasse en de kler
ken wordt boven de jaarwedde, in het vorig artikel
bedoeld, een jaarlijksche toelage toegekend:
van 100,voor het bezit der akte middelbaar
onderwijs staatsinrichting of boekhouden, deze
laatste alleen voor zoover zij in het bezit is van een
adjunct-commies 2e klasse of klerk verbonden aan
de afdeeling A;
van 50,voor het bezit van de akte van be-
275