ders, met dien verstande, dat in den regel, en in elk geval voor zoover de ijver en de geschiktheid van den betrokkene naar het oordeel van den Burgemeester niet te wenschen overlaten, telkens na drie jaar diensttijd binnen de in het eerste lid gestelde grenzen verhooging van wedde plaats vindt van ten minste 100,voor de inspecteurs, van ten minste 75,voor de controleurs en van ten minste 25,voor de politiedienaren. Geschiedt de benoeming van een politiedienaar der 3e klasse voor een proeftijd, dan wordt zijne bezoldiging gedurende dien proeftijd berekend naar 625,per jaar. ders, met dien verstande, dat in den regel, en in elk geval voor zoover de ijver en de geschiktheid van den betrokkene naar het oordeel van den Burgemeester niet te wenschen overlaten, telkens na drie jaar diensttijd binnen de in het eerste lid gestelde grenzen verhooging van wedde plaats vindt van ten minste 100,voor de inspecteurs en van ten minste 75,voor de controleurs en telkens na twee jaar diensttijd van ten minste 25,voor de politiedienaren. Geschiedt de benoeming van een politiedienaar der 3e klasse voor een proeftijd, dan wordt zijne bezoldiging gedurende dien proeftijd berekend naar 675,per jaar. II. De artikelen 2bis, 3, 4, 5, 6 en 7 worden respec tievelijk genummerd: 3, 4, 5, 6, 7 en 8. III. Overgangs- en slotbepaling. Overgaande tot de bepaling van het bedrag der jaarwedden bij het in werking treden dezer veror dening houden Burgemeester en Wethouders, met inachtneming van den regel, aangegeven in het tweede lid van art. 2, rekening met het getal diensr- jaren op 1 Januari 1917 door ieder der inspecteurs en controleurs in dienst der gemeente in den op dien datum door hem bekleeden rang doorgebracht; de politiedienaren ontvangen binnen de nieuw vastgestelde loongrenzen evenveel verhoogingen als zij in den op 1 Januari 1917 bekleeden rang reeds hebben ontvangen, met dien verstande, dat zij, die op dien datum twee jaar of langer eenzelfde jaarweddebedrag genoten hebben, in de nieuwe regeling bovendien nog een verhooging van 25,— meer ontvangen. Zoo ook wordt door Burgemeester en Wethouders voor de bij het in werking treden dezer verordening in functie zijnde inspecteurs en controleurs, die hun eerstvolgend driejarig dienst tijdvak vervuld zullen hebben op een tijdstip tus- schen 1 Januari 1917 en 31 December 1919, en voor de politiedienaren, die hun eerstvolgend tweejarig diensttijdvak vervuld zullen hebben op een tijdstip tusschen 1 Januari 1917 en 31 December 1918, op gelijke wjjze met de dienstjaren in hun op dat tijd stip bekleeden rang doorgebracht, rekening ge houden. Deze verordening treedt in werking 1 Januari 1917. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd ONTWERP IX. De Baad der gemeente Leeuwarden: gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders 286 rV'- ■jüM jmr :-a y x» Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. 39. BESTAANDE REDACTIE. Art. 31. 1. De loonklassen, bedoeld in artikel 29, zijn de volgende: le klasse, aanvangende met een weekloon van 10,20 en opklimmende tot 10,80, 11,40, 12, en 12,60 ais maximum. 2e klasse, alsboven van 10,80 tot 11,40, 12, 12,60 en 13,20 als maximum. 3e klasse, alsboven van 11,40 tot 12,—, 12,60, 13,20 en 13,80 als maximum. 4e klasse, alsboven van 12,tot 12,60, 13,20, f 13,80 en 14,40 als maximum. 5e klasse, alsboven van 12,60 tot 13,20, 13,80, 14,40 en 15,als maximum. 6e klasse, alsboven van 13,20 tot 13,80, 14,40, 15,en 15,60 als maximum. 7e klasse, alsboven van 13,80 tot 14,40, 15, 15,60 en 16,20 als maximum. 8e klasse, alsboven van 14,40 tot 15,.15,60, 16,20 en 16,80 als maximum. 2. Het overeenkomstige uurloon bedraagt: alsmede het advies, d.d. 19 October 1916 no. 563, van de Kamer van Arbeid; besluit: het REGLEMENT voor de werklieden in dienst der gemeente Leeuwarden (Werklieienreglement)(gemeente- bladen 1910 no. 19, 1913 no. 9 en 1915 no. 2) te wijzigen als volgt I. Artikel 31 wordt gelezen als volgt: 1. De loonklassen, bedoeld in artikel 29, zijn de volgende: le klasse, aanvangende met een weekloon van 12,en opklimmende tot 12,60, 13,20 en 13,80 als maximum. 2e klasse, alsboven van 12,60 tot 13,20, 13,80 en 14,40 als maximum. 3e klasse, alsboven van 13,20 tot 13,80, 14,40 en 15,als maximum. 4e klasse, alsboven van 13,80 tot 14,40, 15, en 15,60 als maximum. 5e klasse, alsboven van 14,40 tot 15,15,60 en 16,20 als maximum. 6e klasse, alsboven van 15,tot 15,60, 16,20 en 16,80 als maximum. 7e klasse, alsboven van 15,60 tot 16,20, 16,80 en 17,40 als maximum. 8e klasse, alsboven van 16,20 tot 16,80, 17,40 en 18,als maximum. 2. Het overeenkomstige uurloon bedraagt: le klasse 20 cent, 21 cent, 22 cent, 23 cent. 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 18 19 20 21 22 23 24 19 n 20 yy 21 yy 22 yy 2e yy 21 yy 22 yy 23 yy 24 yy 20 yy 21 yy 22 yy 23 yy 3e yy 22 yy 23 yy 24 yy 25 7? 21 yy 22 yy 23 yy 24 yy 4e yy 23 yy 24 yy 25 yy 26 yy 22 yy 23 yy 24 yy 25 yy 5e yy 24 yy 25 yy 26 yy 27 yy 23 yy 24 yy 25 yy 26 yy 6e yy 25 yy 26 yy 27 yy 28 yy 24 yy 25 yy 26 yy 27 yy 7e yy 26 yy 27 yy 28 n 29 yy 25 yy 26 yy 27 yy 28 yy 8e yy 27 yy 26 yy 29 yy 30 yy Art. 36, le lid. 1. Na het betrokken hoofd van den tak van dienst te hebben gehoord, verleenen Burgemeester en Wethouders aan vaste werklieden, die in de loonklassen, waarin zij zijn gerangschikt, het maximum-loon nog niet hebben bereikt, in den regel en in elk geval voorzoover toewijding, ge schiktheid en gedrag van den werkman niet te wenschen overlaten, telkens na drie jaren diensttijd binnen de grenzen der loonklassen verhooging van loon. In den voorlaatsten regel van het le lid van artikel 36 wordt in plaats van: „telkens na drie jaren diensttijd" gelezen: „telkens na twee jaren diensttijd". III. Overgangs- en slotbepaling. Overgaande tot de bepaling van het bedrag der loonen b\j het in werking treden dezer verordening houden Burgemeester en Wethouders rekening met het getal verhoogingen, dat ieder werkman in de loonklasse, waarin hij op 1 Januari 1917 ge- 287

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1916 | | pagina 145