Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. is vastgesteld, dat deze salarisregeling om de 5 jaar zal worden herzien. Sommige leden meenden, dat thans opnieuw moest worden overwogen of de oprichting van een dag- handelsschool in deze gemeente niet gewenscht is. Zij bleken van oordeel, dat de oprichting van deze scho len elders in het land, waar deze biunen korten tijd tot grooten bloei zijn gekomen, een aanwijzing te meer is, dat ook deze gemeente als centrum van niet onbelangrijken handel een dergelijke onderwijs inrichting niet langer kan ontberen. Vele leden konden dezen gedachtengang ondersteunen. Een lid betoogde de wenschelijkheid de zomer- vacantie voor de lagere scholen te verlengen, hetgeen den leerlingen, waarvan tengevolge de uitgebreidheid van het leerprogram veel wordt gevergd, zeer ten goede zoude komen. Anderzijds werd aangevoerd, dat deze gemeente thans juist op den goeden weg is, door een keer vaker vacantie te geven, in plaats van de zomervacantie uit te breiden, welke maatregel, meende men, den leerlingen meer ten goede komt. Eenige leden achtten het noodig, nu het aantal bioscopen te dezer stede zich weer met een gaat vermeerderen, eenig toezicht op de voorstellingen te doen houden, in het bijzonder wat betreft den toegang voor kinderen. Een lid vroeg hoe of het met de z.g. schoolbioscoop staat. Van den kant van enkele leden werd de wenschelijk heid betoogd voortaan niet meer te loten om de rangorde van zitting in de raadsvergadering, doch den leden vrij te laten te gaan zitten waar men wil, hetgeen practisch hierop zal neerkomen, dat de ver schillende fracties dan bijeen gaan zitten, hetgeen men een voordeel noemde. Andere leden voelden deze wenschelijkheid niet vonden daarentegen een wisseling van plaats om het half jaar een maatregel bevorderlijk aan de goede verstandhouding der leden onderling. Bovendien zijn alle zitplaatsen niet even gunstig en waar de Raad geen politiek lichaam is, heeft het bijeenzitten van fractieleden geen zin. Meerdere leden zagen gaarne, dat van gemeente wege een locaal beschikbaar werd gesteld voor het houden van fractievergaderingen, terwijl andere leden gaarne den ouden toestand met betrekking tot hot ter visie liggen der stukken op Zondag, zouden terug zien. Weer een ander lid wenschte de raadsvergaderingen des avonds te doen houden in plaats van des middags. Een lid meende er zich over te moeten beklagen, dat dikwijls door het college van Burgemeester en Wethouders blijk gegeven wordt van gebrek aan eerbied voor den Raad en dat het college den Raad opzichtens de broodregeling verkeerd heeft ingelicht. Voorts werd de opmerking gemaakt, dat het aan beveling verdient de brugleuning aan den eenen kant der brug aan den Westersingel te verlengen. Thans schijnt het dikwijls voor te komen, dat bij lossing van vee daar ter plaatse tengevolge de te korte brug leuning moeilijkheden worden ondervonden en het vee in plaats van langs den weg naar den walkant wordt geleid. Eon ander lid achtte het wenschelijk het toezicht te verscherpen bij het opmeten van het oppervlak met betrekking tot het herstellen van straten, ten einde een meer betrouwbare raming te verkrijgen. Onderscheidene leden drongen aan op overname van verschillende particuliere straten door de gemeente, ten aanzien waarvan bestrating en verlichting in treu- rigen toestand verkeeren, terwijl mede de aandacht werd gevestigd op den slechten toestand van het stationsplein, waar na eiken regenval groote plassen water blijven staan. Singelstraat en Bleekerstraat dienen te worden verbeterd. Een lid sprak de wenschelijkheid uit, dat spoedig worde overgegaan tot verhooging van het voetpad aan de Westerplantage; een ander lid zag gaarne de Verversbrug vervangen door een klapbrug. Door een der leden werd opgemerkt, dat bij de oproeping van sollicitanten voor een of andere vaca ture het eenige malen is voorgekomen, dat door Bur gemeester en Wethouders zonder vooraf den Raad daarin te kennen, de betrekkelijke salarissen zijn ver hoogd, hetgeen bedoeld lid niet gaarne als een ge woonte zag aangenomen. Een ander lid bepleitte de wenschelijkheid de ver ordening tot het heffen van eene belasting op tooneel- vertooningen en andere openbare vermakelijkheden, gemeenteblad no. 34 van 1911, zoodanig te wijzigen, dat daaronder niet vallen openbare vergaderingen, waarbij wel eens een of andere attractie wordt aan geboden en die, waar een dergelijke vergadering tegen een zeker entreegeld toegankelijk is, thans onder de stedelijke belasting vallen. Hetzelfde lid gaf in overweging te trachten de gemeente in plaats van in de 5e in de 4e klasse van rangschikking bedoeld bij art. 5 der Wet op de Personeele Belasting geplaatst te zien. Uitgaven. Volgno. 102. Hierbij werd de vraag gesteld of de functie van Wethouder niet beter diende te worden gehonoreerd, waar van deze functionarissen gedurig meer wordt gevergd. Deze vraag werd door vele leden bevestigend beantwoord. Een lid maakte de opmerking dat het beter zou zijn het aantal wethouders op drie terug te brengen en daarbij het salaris der overblijvenden aanmerkelijk te verhoogen. Deze spreker achtte de functies van de wethouders ook niet goed verdeeld. Volgno. 111. gaf aanleiding in overweging te geven, in verband met het feit, dat gedrukte stukken dikwijls te laat den leden bereiken, het druk- en bindwerk in het vervolg hier ter stede te doen uitvoeren, zoo spoedig men van het contract met den tegenwoordigen aan nemer op aannemelijke voorwaarden kan afkomen. 296 IV*'- 'A r%vür.%'4SéT" Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. 41 Volgno. 122. Een lid vroeg gelijkstelling in rang van den lsten klerk ten kantore van den Gemeente-ontvanger met dien van Adjunct Commies le klasse ter gemeente secretarie. In verband hiermee vroeg een ander lid of de le klerk te veel werk wordt opgedragen, dat eigenlijk behoort te worden verricht door den Gemeente ontvanger. Volgno. 153. Enkele leden vroegen of reeds een proef is genomen met een vrijen Zaterdagmiddag voor gemeente werklieden. Volgno. 163. Enkele leden vonden het onderhoud voor de zwanen te duur, terwijl een ander lid opmerkt, dat naar zijne meening in het algemeen te weinig gesnoeid wordt aan de boomen in de plantsoenen en aan de straat wegen in de gemeente. Volgno. 170. Evenals vorig jaar achtten enkele leden het plaatsen van brugwachtershuisjes bij enkele bruggen zeer ge wenscht. Volgno. 174. Een lid vestigde de aandacht er op, dat voor deze post in 1915 niets is uitgegeven, terwijl blijkens volgno. 68 voor dezelfde post f 658.15 in 1915 is ontvangen en vraagt, hoe of dit is. Volgno. 178. Waarom deze post voor memorie uitgetrokken, vraagt een lid, en waarom moet worden afgewacht of in 1916 wel iets overblijft. Volgno. 179. Telken jare komt deze post terug, zonder dat men, volgens meeDiug van een der leden, kan zien, dat het werk zijn voltooiing nadert. Wanneer zal dit werk afgemaakt kunnen worden. Volgno. 185. Lett. C. Een lid vroeg, wat bedoeld wordt met „uitbreiding puinplaats" waar met het oog op de aanstaande ver plaatsing van het aschland uitbreiding wel niet denk baar is. Volgno. 187. Eenige leden maakten de opmerking, dat de reclame zuilen en de transformatorhuisjes van het Electriciteit- bedrijf niet altijd even gelukkig worden geplaatst en dikwijls de omgeving ontsieren. Volgno. 190. Door meerdere leden werd de billijkheid betoogd het uurloon der politiedienaren der 4e klasse te ver hoogen. Dit loon n.l., 20 ct. per uur naar die leden meenden te weten, werd volstrekt te laag geacht, ook in verband, dat dikwijls nachtdiensten worden verricht. Volgno. 192. De opmerking werd gemaakt, dat indien de loonen van het brandweerpersoneel worden herzien, eene eventueele nieuwe loonregeling ook bindend dient gemaakt te worden voor derden, zooals Schouwburg ondernemingen, de Harmonie enz. Ook werd de wenschelijkheid betoogd de wijken eenigszins anders in te deelen, of indien dit bezwaarlijk gaat, een nieuwe wijk te projecteeren, aangezien thans enkele wijken te groot zijn geworden, tengevolge uitbreiding van sommige stadsgedeelten. Volgno. 196. Rekening houdend met de zoo belangrijk meerdere kosten van eventueelen opbouw achtte een lid het noodzakelijk alle assurantieposten, betrekking hebbende op gemeente-eigendommen, te verhoogen. Volgno. 202. Enkele leden vroegen naar den stand van de plannen tot oprichting van een stedelijk abattoir. Waar volgens meening van die leden de vleeschkeuring erg primitief in het werk is gesteld, achtte men spoedige oprichting van een abattoir zeer wenschelijk. Andere leden waren niet zoo van deze wenschelijkheid overtuigd en meenden, dat een oplossing is te zoeken in het daar- stellen van een goed georganiseerden keuringsdienst. Ook werd betoogd, dat thans de keurmeesters tegen een te lage bezoldiging werken. Volgno. 224. Lett. F III. Een lid sprak de wenschelijkheid uit dezen post met 200.te verhoogen, ten einde twee gymnastiek- onderwijzers in het genot te kunnen stellen van elk 100.voor tegemoetkoming in de huishuur, evenals alle gehuwde onderwijzers een dergelijke tegemoet koming ontvangen. Volgno. 239. Bij dit volgnummer werd de meening geuit, dat de gemeente meer moest doen op het gebied van school- voeding en kleeding en dat men zich te dien einde meer in verbinding moest stellen met de onderwijzers. Volgno. 244. Opzichtens het verstrekken van schoolpantoffels werd dezelfde opmerking gemaakt. Mede wordt het betreurd, dat vorig jaar geen schoolpantoffels zijn uitgereikt, aangezien men de behoefte daaraan zonder twijfel achtte. Volgno. 251. Een lid vroeg, waarom het request van de leeraren der ambachtsschool niet bij de stukken gevoegd was. Gelet op dit request drong dit lid er op aan, het subsidie slechts voorwaardelijk toe te staan. Een ander lid stelde de principieele vraag, welke feitelijk de positie is van een raadslid toegevoegd aan dit en andere bestuurscolleges. Heeft het raadslid in een dergelijk college een bestuursfunctie, zooals de andere leden 297 4 fV.^.vY*1 - L

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1916 | | pagina 150