Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. voor in de tegenwoordige omstandigheden de tijd ontbreekt. Dringend kan het niet worden genoemd, waar belangrijke instellingen in de gemeente zich het lot van ouden van dagen reeds sedert lang aantrekken. Ten aanzien van een toeslag op het pensioen van van gemeentewege gepensionneerden, die hiermede in overweging wordt gegeven, verlieze men niet uit het oog dat de gemeente, hiertoe overgaande, hare zorg zou gaan uitstrekken over personen die haren dienst ver laten hebben, hetgeen een zeer bedenkelijk beginsel is, en dat sinds 1 October 1913 de gemeenteambtenaren niet meer van gemeentewege, doch van Rijkswege worden gepensionneerd. De goedkoope cokesverstrekking vordert, wanneer allen die daarop recht hebben, van de verstrekking gebruik maken, eene maandelijksche uitgave van 6825.De prijs, f 0.62 ongeklopt thuis bezorgd, is ongeveer even hoog als in den winter '13'14. Vooralsnog komt het niet wenschelijk voor verder te gaan. Het uitbreiden van de lijst van artikelen die onder de Distributiewet vallen, behoort niet tot de bevoegd heid van het gemeentebestuur. Het beschikbaar stellen van goederen tegen lagere prijzen dan de door den Minister bepaalde is door de Distributiewet aan de beoordeeling van Burgemeester en Wethouders over gelaten. Vooralsnog achten zij, in overeenstemming met de Raadscommissie voor de uitvoering der Distributiewet, de noodzakelijkheid van dergelijke beschikbaarstelling niet aanwezig. Daaraan zijngroote bezwaren verbonden, ook in verband met den uitvoer buiten de gemeente. Mocht de noodzakelijkheid in den loop van den winter blijken, dan zal getracht worden aan die bezwaren tegemoet te komen en zoo noodig den Raad worden voorgesteld de vereischte gelden hiervoor beschikbaar te stellen. Dat de lokalen van de in aanbouw zijnde gemeen teschool no. 13 niet alle dadelijk worden afgetimmerd is het gevolg van een nog kort geleden genomen raadsbesluit, n.l. dat van 25 April 1916. Is dit school gebouw voltooid, dan zal aan het gebruik van hulp- localen, behalve voor school no. 4, voorloopig een eind zijn gemaakt. Gelijk hier ter plaatse reeds meer is medegedeeld, is tijdelijk onderwijzend personeel niet langer noch veelvuldiger in dienst dan de behoefte vereischt. Het blijft echter onmogelijk dergelijke be weringen met feiten te weerleggen, als geen feiten worden genoemd. Een adres om salarisverhooging der onderwijzers is in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies, waarop hier niet kan worden vooruitge- loopen. Omtrent een daghandelsschool hebben Burgemeester en Wethouders, nadat betrekkelijk zoo kort geleden het besluit tot oprichting eener zoodanige inrichting voor afondonderwijs is genomen, zich niet opnieuw beraden. Gevoelen inderdaad vele leden, gelijk het verslag aangeeft, voor een dergelijke inrichting dan zal daarvan bij de mondelinge behandeling der begrooting door een uitspraak van den Raad wel blijken. Het lid dat in de hierop volgende passage het woord voert over schoolvacanties houde Burgemeester en Wethouders ten goede dat zij daarop niet ingaan. De regeling van de vacanties staat volgens art. 21 der Lageronderwijswet uitsluitend aan het schoolhoofd, Burgemeester en Wethouders en den districts-school opziener. Een verordening op de bioscopen, voornamelijk met het oog op het gevaar dat zij voor kinderen kunnen opleveren, zal naar de Burgemeester mededeelt, eer lang bij de Commissie voor de strafverordeningen aan de orde komen. De schoolbioscoop, die alleen kan tot standkomen door medewerking van verschillende ge meenten of schoolbesturen, is nog in het stadium van voorbereiding. De halfjaarlijksche loting der zitplaatsen in den Raad en het uur der vergadering zijn vastgelegd in het reglement van orde voor zijne vergaderingen. Dit reglement bevat zelf een voorschrift op welke wijze daarin veranderingen kunnen worden aange bracht, art. 68, waarnaar Burgemeester en Wethouders ten deze verwijzen. Het is Burgemeester en Wethouders bekend, dat meermalen groepen van raadsleden, buiten de raads vergaderingen bijeenkomen. Ofschoon deze bijeen komsten niet per se in het stadhuis behoeven te worden gehouden, zou daartegen geen bezwaar bestaan, zoo de lokaalruimte daarvoor voldoende was. De tijd van ter-visie-ligging der stukken voor de eerstvolgende raadsvergadering in de leeskamer is pas onlangs belangrijk verruimd. Burgemeester en Wet houders laten het intusschen aan den Raad over om op den in verband daarmede getroffen maatregel van sluiting van de leeszaal op enkele uren gedurende den Zondag weder terug te komen. Gebrek aan deferentie voor den Raad, waarvan volgens het hier aan het woord zijnde lid zelfs „dik wijls" zou zijn gebleken, noch verkeerde inlichtingen aan den Raad zijn Burgemeester en Wethouders zich bewust. Ook hier wordt mededeeling van feiten ge vraagd. Verbetering der brugleuning aan de Verlaatsbrug, waarop ook reeds de aandacht van Burgemeester en Wethouders was gevestigd, zal worden aangebracht. Gelijk ook bij een vroegere gelegenheid reeds is medegedeeld, zijn over de onjuiste opmeting van straten, die voor particuliere doeleinden zijn opgebroken en door de gemeente op kosten dier derden hersteld, nimmer klachten ingekomen. Indien het lid van wien de opmerking afkomstig is, reden heeft te vermoeden dat de opmeting onjuist geschiedt, doe hij mededeeling van feiten. Een algemeen bevredigend stelsel volgens welk particuliere straten door de gemeente kunnen worden overgenomen is niet gemakkelijk te maken. Burge 302 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. 42. meester en Wethouders hebben deze zaak in studie. Men vergete niet, dat de wantoestanden waarop hier de aandacht wordt gevestigd en die inderdaad hier en daar voorkomen, veelal aan de eigenaars der straten zelf is te wijten en dat het voor de gemeente niet aangaat ten koste van geldelijke opofferingen overal de nalatigen tegemoet te komen. Nota is genomen van de opmerkingen over de be strating van het Stationsplein, de Singelstraat, de Bleekerstraat en de Westerplantage, voorzoover van een en ander de gemeente de onderhoudsplichtige is. Ook andere stadsgedeelten vragen om verbeteringen, het meest dringende zal het eerst moeten worden uitgevoerd. Een voorstel tot een betere overbrug ging in plaats van de Verversbrug zal den Raad te zijner tijd bereiken. Het spreekt vanzelf dat oproeping van sollicitanten naar gemeentebetrekkingen tegen een ander salaris dan het daarvoor in de betrekkelijke verordening vastgestelde uitzondering is en blijven zal. Het kan in spoedeischende gevallen echter somtijds niet anders in de advertentie wordt het voorbehoud van 's Raads nadere goedkeuring dan trouwens altijd gemaakt. Bij de kort geleden geplaatste oproepingen voor sollicitanten voor directeur der Gasfabriek en voor directeur der Gemeentewerken is vooraf overleg met de betrokken raadscommissiën gepleegd. Het is niet gemakkelijk in de verordening precies te omschrijven wat voor de heffing der belasting te verstaan is onder „tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijkheden" (art. 240 lett. e der Ge meentewet), aangenomen dat de omschrijving van een wettelijk begrip in een verordening geheel toe laatbaar is. Aan de praktijk moet ten deze dus wel een en ander worden overgelaten. Op den voorgrond staat hierbij dat het karakter van hetgeen ten gehoore wordt gebracht of vertoond wordt overheerscht, zoo dat lichtbeelden of muziek bij een lezing deze nog niet per se behoeft te stempelen tot een belastbare vermakelijkheid. Intusschen zal worden getracht wat ten deze met een wijziging der verordening te be reiken is. Het ware wenschelijk geweest dat het lid, dat hier pleit voor het brengen van Leeuwarden in de 4e klasse inplaats van in de 5e klasse volgens de tabel bedoeld in art. 5 der Wet op de Personeele belasting, eenige motieven voor deze verandering had aangevoerd, om dat deze indeeling in velerlei opzicht van beteekenis is, b.v. laatstelijk nog ten aanzien van den rijksduurte- toeslag. Hoe hooger nu de klasse, hoe hooger de voor de belasting vrijgestelde huurwaarde, terwijl vrij stelling van de betaling van rijksbelasting weer het kiesrecht ontneemt. Voorts heeft klasse verhooging, behalve grootere vrijstelling bij den eersten grondslag, ook grooteren huuraftrek bij dien grondslag ten ge volge, alsmede verhooging van het belastbare mini mum bij haardsteden en mobilairde belasting op de rijwielen en de kinderaftrek hangen er evenzeer mee samen, alles in dien zin, dat de opbrengst van het mid del en dus ook die der gemeentelijke opcenten (Ge meenteblad no. 2 van 1898, art. 247 der Gemeentewet) er nadeel van ondervindt. Dit zijn enkele punten die bij het oppervlakkig beschouwen der vraag, waarvan, gelijk gezegd, de draagwijdte niet kan worden be oordeeld, naar voren komen. De steller heeft intus schen in zooverre gelijk, dat op het eerste gezicht onverklaarbaar is, waarom den Bosch, Delft, Dord recht, Gouda, Vlissingen en Zwolle in de 4e klasse zijn geplaatst en Leeuwarden in de 5e. Uitgaven. Volgno. 102. Nu de Raad, door de aan het slot van het verslag door Rapporteurs gedane voorstellen in de gelegenheid is zich omtrent het salaris der Wethouders uit te spreken, kunnen Burgemeester en Wethouders dit punt verder voorbijgaan. Zij meenen, alvorens nader in te kunnen gaan op het onder dit volgno. verder ter sprake gebrachte, naar de motieven te mogen vragen die het hier aan het woord zijnde lid heeft voor het terugbrengen van het getal Wethouders tot drie en over zijne afkeuring van de verdeeling der werkzaamheden van het college. Volgno. 111. Al zijn Burgemeester en Wethouders in den laat- sten tijd niet in allen deele tevreden over de afle vering van het gemeentelijk drukwerk door het ge brek aan spoed waardoor de stukken wel eens worden opgehouden, tot een verbreking van het contract met de drukkerij Mercurius te Amsterdam kan dit h. i. thans nog geen aanleiding geven. Zij vleien zich dat een opmerking, dio ter zake reeds tot den drukker ge richt is, hare uitwerking niet zal missen. Vertraging van het raadsverslag is gewoonlijk het gevolg van het niet op tijd terugzenden der copie door de spre kers die in den Raad het woord gevoerd hebben. Het bindwerk wordt in de gemeente bezorgd. Volgno. 122. De jaarwedderegeling van den eersten klerk ten kantore van den gemeenteontvanger komt, ook als gevolg van het ter tafel liggend adres, bij de alge- meene loonsherziening aan de orde. Een bespreking daarover worde dus tot zoolang opgeschort. Volgno. 153. Ten vorigen jare is (Handelingen blz. 239) een onderzoek toegezegd omtrent de mogelijkheid van de invoering van een vrijen Zaterdagmiddag voor het gemeente-personeel. Dit onderzoek is nog niet in een dergelijk stadium dat daaromtrent mededeelingen kunnen worden gedaan. De verandering van direc teuren aan al de takken van dienst waaronder werk lieden ressorteeren is hieraan niet vreemd. 303

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1916 | | pagina 153