Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. TIO. 42. Yolgno. 163. Onder dit volgno. is f 344.aangebracht voor onderhoud van de zwanen in de plantsoenen en par ken, terwijl onder volgno. 331 voor de voedering der zwanen, die vrij in de stadsgrachten zwemmen, op 150.is gerekend. Onder de eerste som is ook de uitgaaf voor het voedsel van eenden gerekend. De bedragen zijn inderdaad vrij hoog al achten Burge meester en Wethouders ze verantwoord. Het getal zwanen wordt, door verkoop enz., binnen bepaalde grenzen gehouden. Het is Burgemeester en Wethouders niet bekend dat het snoeien der boomen minder oordeelkundig geschiedt. Indien men bepaalde plaatsen in de stad noemt, waar op het snoeien aanmerkingen zouden zijn te maken, kan de klacht beter worden beoordeeld. Yolgno. 170. Zie Handelingen 1915 blz. 239 en 240. Volgno. 174. Indien in 1915 op dezen post „Belooning van tij delijke opzichters bij stratenaanleg door particulieren" niets is uitgegeven, dan ligt dat hieraan, dat toen geen afzonderlijke tijdelijke opzichter voor dezen aanleg noodig was en Gemeentewerken voldoende had aan het bestaande opzichters-personeel, ook al zijn er, blijkens volgno. 68, straten aangelegd. Volgno. 178. Het antwoord op de hier gestelde vraag wordt gevonden in de toelichting op volgno. 1. Na de voor- loopige sluiting van het dienstjaar 1915 is het be drag van 26012.305 voor slootdemping naar de be grooting van 1916 overgebracht. In den loop van het eerste halfjaar van 1917 kan hetgeen hiervan beschikbaar is gebleven op de nieuwe begrooting worden gebracht en kan de memoriepost hier in een cijferpost worden omgezet. Volgno. 179. Aan de hierbedoelde talud-verbetering wordt ge leidelijk doorgewerkt. Volgno. 185 lett. O. Zelfs al moge binnenkort tot de verplaatsing van het Aschland worden besloten, dan zal deze toch nog niet zoo dadelijk een feit geworden zijn, of enkele uitgaven, die de goede uitoefening van den dienst bepaald eischt, zooals de onderhavige, zullen nog wel noodig blijken. Volgno. 187. Dat de reclame- en de transformatorzuilen „dikwijls" de omgeving ontsieren, kan niet worden toegegeven. In de plaatsing, vooral van de laatste, is men trouwens meest niet geheel vrij. Voorwerpen als de hier be doelde behooren tegenwoordig in het beeld van een zich ontwikkelende stad en het spreekt vanzelf dat reclamezuilen, waarvan er trouwens sinds jaren niet bijgeplaatst zijn, nu eenmaal niet in een achterafbuurtje kunnen worden neergezet. Volgno. 190. Bij het voorstel tot de algemeene loonherziening doen Burgemeester en Wethouders een mededeeling omtrent het uurloon der politiedienaren der 4e klasse. Volgno. 192. Met 1 Januari 1917 wordt een nieuwe regeling der uurloonen bij de brandweer ingevoerd. Voor brand wachtdiensten in verenigingslokalen zal dat nieuwe loontarief evenzeer van kracht zijn. Van het college van brandmeesters is nimmer eenig voorstel ontvangen dat betrekking had op de wijziging der indeeling van de gemeente in wijken. De opmerking zal in- tusschen aan het college worden overgebracht. Volgno. 196. De gemeente is voor nagenoeg al hare gebouwde eigendommen tegen brand verzekerd bij de Onderlinge Brandwaarborgmaatschappij voor deze gemeente. Art. 23 van haar reglement bevat de bepaling, dat de berekening der brandschade aan onroerende goederen geschiedt naar de kosten van herstelling welke volgens taxatie noodig geoordeeld worden om het beschadigde pand terug te brengen in den toestand waarin het zich vóór den brand bevond. In bijzondere gevallen, wanneer de Directie dit noodig oordeelt, kan de taxatie plaats hebben van het overgeblevene en wordt dan vergoed het verschil tusschen de ingeschreven som en het bedrag waarop het overgeblevene goed is getaxeerd. De vergoeding geschiedt in verhouding van de verzekerde som tot de waarde bij het ontstaan van den brand. Aangezien het krachtens dit voorschrift kan voor komen, dat de tegenwoordig hoogere kosten van herstelling geheel voor rekening van den verzekerde komen, zal aan den Directeur der gemeentewerken worden opgedragen de verzekerde sommen aan een nadere berekening te onderwerpen. Volgno. 202. De eindadviezen inzake de oprichting van een openbaar slachthuis zijn onlangs bij Burgemeester en Wethouders ingekomen en de aangelegenheid is dezer dagen op hun agenda geplaatst. Of voorstellen in- tusschen den Raad spoedig zullen bereiken kan daarom thans nog niet met zekerheid worden gezegd. In de organisatie van den dienst der keurmeesters, van vleesch, visch enz. wordt met 1 Januari een verandering gebracht, die tengevolge zal hebben, dat! hun getal tot twee wordt teruggebracht, een keur meester en een assistent-keurmeester op een belooningl onderscheidenlijk van 750.en f 150. Volgno. 224, letter F III. Zie raadshandelingen van 10 October 1.1., blz. 235 en 236. Volgno. 239. Indien de Raad met de leden hier aan het woord van oordeel is, dat voor de hier uitgetrokken som, die Burgemeester en Wethouders voldoende achten, niet genoeg aan schoolvoeding en -kleeding wordt gedaan, zal hij den post moeten verhoogen. Over het aanbrengen van den post worden vooraf de school hoofden gehoord. Volgno. 244. Of de post voor schoolpantoffels onvoldoende is kan thans nog niet worden uitgemaakt daar èn om de duurte van het artikel èn om aan de verstrekking voorloopig het karakter van een proefneming te geven, nog slechts met één school begonnen is. Ook is het niet gemakkelijk de juiste soort pantoffels te krijgen. De post kwam dit jaar voor het eerst op de begroo ting voordit is de oorzaak waarom te dien einde het vorig jaar niets is uitgegeven. Volgno. 251. Het adres van de leeraren der ambachtsschool, ver zoekende dat de Raad bij de behandeling van het adres van het bestuur der school om subsidiever- hooging, op hunne belangen zal letten, is bij de stukken gevoegd. (Handelingen blz. 207 1916.) Het prae- advies op het laatstbedoelde verzoek komt dezer dagen bij den Raad aan de orde. Indien de Raad zonder nadere beperking in het bestuur van door hem gesubsidieerde lichamen, leden uit zijn midden benoemt, is deze bestuursfunctie naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders geheel gelijk aan die der andere bestuursleden, met name heeft dat lid geen afzonderlijke controle op het geldelijk beleid van het bestuur, anders of verder gaande dan zijn medebestuursleden. Volgno. 254. De hier gemaakte opmerking is niet duidelijk, noch voor schoonmaakartikelen, noch voor werksters komen uitgaafposten onder dit volgno. voor. Volgno. 266. In verband met de hier gemaakte opmerking wordt voorgesteld het subsidie voor den Leeuwarder Turn bond slechts voor 1917 toe te kennen. Volgno's 268 en 269. De onder deze volgno's gemaakte opmerkingen over de gestichtskleeding in het armhuis en de bezoekuren aan- en de voeding van de patiënten in het zieken huis zullen ter kennis worden gebracht onderscheiden lijk van de Voogden der Stads-Armenkamer en de Commissie van het Ziekenhuis. De daarop te ont vangen rapporten zullen Burgemeester en Wethouders gaarne in overweging nemen. Volgno. 283. Op de Rijksbegrooting is een post uitgetrokken voor vergoeding aan de arbeidsbeurzen, die tevens districts- beurs zijn, gelijk die te Leeuwarden, met betrekking tot hare extra bemoeiingen. Bij de opgaven, die door de Oommissie voor de Arbeidsbeurs aan de vereeni- ging van Nederlandsche Arbeidsbeurzen daartoe ge daan zijn, is ook met een belooning aan den Directeur voor hetgeen hij terzake heeft verricht rekening ge houden. Volgno. 294. Aan de klachten over de telefooncellen in de Beurs wordt door Burgemeester en Wethouders tegemoet gekomen. Het aanbrengen van een goede ventilatie in de Beurs levert vele moeilijkheden op. Onder scheidene proefnemingen om hierin afdoende te voor zien zijn niet geslaagd, doch de aandacht van Bur gemeester en Wethouders blijft op het vraagstuk gevestigd. Volgno. 324. Het hierbedoelde subsidie wordt over de bij het plaatselijk drankweer-comité aangesloten vereenigingen verdeeld naar mate van ieders ledental. Nadat het bedrag met ingang van 1 Januari 1914 verhoogd is van 125.tot 200.komt de nu uitgetrokken som voldoende voor. Inkomsten. Volgno. 9. Onder dit volgno. is nog niet met de jongste wijzi ging der verordening tot het heffen van kadegeld rekening gehouden kunnen worden, omdat bij het opmaken der begrooting hierop nog niet de konink lijke goedkeuring was verkregen. Deze is intusschen verleend, zoodat bij de nota van wijzigingen wordt voorgesteld de opbrengst te verhoogen van 2700. tot 4400. Volgno. 36. In verband met hetgeen hier is opgemerkt en het voorstel van Rapporteurs tot afschaffing der kermis, dat vóór de stemming over dit volgno. aan de orde zal worden gesteld, zij nog opgemerkt, dat, behalve van de opbrengst van dezen post, die dan voor volgende jaren geheel geschrapt wordt, ook een belangrijk gedeelte van die der belasting op tooneelvertooningen en openbare vermakelijkheden zal komen te vervallen. Dit laatste wordt op rond 5000.geschat. Volgno. 40. Gelijk is opgemerkt kan de gemeente niet alleen beslissen over de opheffing der Harlingertrekwegtollen. Het is een zaak van de gemeente Harlingen mede.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1916 | | pagina 154