Bijlage no. 45.
312
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916.
Geene protesten ol' aanteekeningen van leden
worden in de notulen opgenomen.
Art. 18.
Na de goedkeuring der notulen geschiedt mede-
deeling der ingekomen stukken en voorstellen en
het uitbrengen van rapporten.
II.
Artikel 18 wordt gelezen als volgt:
Na de goedkeuring van het verslag geschiedt
n ededeeling der ingekomen stukken en voorstellen
en het uitbrengen van rapporten.
III.
Deze wijziging en aanvulling treden in werking
den 1 Januari 1917.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd
ONTWERP II.
BESTAANDE REDACTIE.
Artikel 16, le lid.
Met uitzondering van de wethouders, van wie
naar rangorde van leeftijd twee ter rechterzijde van
den voorzitter en twee ter linkerzijde van den secre
taris plaats nemen, wordt de rang van zitting ieder
halfjaar, in de eerste vergadering van September
en Maart, bij loting aangewezen.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van vijf zqner leden;
gelet op artikel 53 der Gemeentewet, alsmede op
artikel 68 van het Reglement van Orde voor zijne
vergaderingen
besluit:
genoemd reglement te wijzigen als volgt:
I.
Het eerste lid van artikel 16 wordt gelezen als
volgt:
Met uitzondering van de wethouders, van wie
naar rangorde van leeftijd twee ter rechterzijde
van den voorzitter en twee ter linkerzijde van den
secretaris plaats nemen, zijn de leden vrjj in het
kiezen hunner zitplaatsen.
II.
Deze wijziging treedt in werking met de tweede
vergadering van Maart 1917.
Leeuwarden,
19
De Raad voornoemd,
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gi
WIJZIGING van de verordering ter uitvoering
van de verordering tot regeling van het
openbaar lager onderwijs (gemeentebl. ad
1916 no. 11).
Aan den Gemeenteraad.
Het is gebleken, dat het maximum-aantal van
3D leerlingen per lokaal in het zevende leerjaar
van de scholen der le klasse en in het zevende,
achtste en negende leerjaar van die der 4e klasse
als regel voor vruchtdragend onderwijs te groot
is en te veel van de inspanning en de werkkracht
van den onderwijzer vergt.
Om die reden is de commissie van toezicht op
het lager onderwijs, na verhoor van de hoofden
der betrokken scholen, met ons van oordeel, dat
dit aantal van 30 tot 24 behoort te worden terug
raad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. 45.
gebracht. De commissie wijst er evenwel op, dat
het niet gewenscht is het nieuwe maximum bin
dend voor te schrijven, om het vormen van parallel-
afdeelingen te voorkomen, wanneer het misschien
met een enkelen leerling zou worden overschreden.
De tegenwoordige regel, vervat in artikel 14,
2e lid, der verordening, laat echter reeds voldoen
de ruimte, om in een dergelijk geval een grooter
aantal leerlingen in één lokaal onder te brengen.
Er kan dus worden volstaan met een aanvulling
van die bepaling op de wijze, neergelegd in het
ontwerp, dat wij U hierbij ter vaststelling aan
bieden.
Leeuwarden, 29 November 1916.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 14.
Onverminderd het bepaalde bij den algemeenen
maatregel van bestuur, bedoeld bij art. 4 der wet
tot regeling van het lager onderwijs, worden de
inrichting der lokalen en de verdere regeling van
het onderwijs door Burgemeester en Wethouders
vastgesteld, den arrondissements-schoolopziener en
de commissie van toezicht op het lager onderwijs
gehoord.
Hierbij geldt als beginsel, dat, in gewone om
standigheden, geen lokaal van de scholen der twee
de en der derde klasse meer dan veertig, van de
scholen der eerste en der vierde klasse meer dan
dertig leerlingen zal bevatten.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien liet voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit:
A. artikel 14, 2e lid, van de verordening ter
uitvoering van de verordening tot regeling van het
openbaar lager onderwijs te wijzigen en te doen
lezen als volgt:
„Hierbij geldt als beginsel, dat, in gewone om
standigheden, geen lokaal van de scholen der
„tweede en der derde klasse meer dan veertig, van
„de scholen der eerste en der vierde klasse tot en
„met het zesde leerjaar meer dan diertig en voor
„de hoogere leerjaren meer dan vier en twintig-
leerlingen zal bevatten."
B. te bepalen, dat de onder A vastgestelde wij
ziging den len Januari 1917 in werking treedt.
Leeuwarden, den 19
De Raad voornoemd,
313