Bijlage no. 4. W.m *k' Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 191(5. ONTBINDING Kabelmaatschappij Gebied Leeu warden en overdracht der gemeentelijke electriciteitsfabriek aan de provincie. Aan den Gemeenteraad. Zooals de Raad niet onbekend is zijn sedert ge ruimen tijd onderhandelingen gevoerd met Gedepu teerde Staten van Friesland betreffende een gewij zigde electrieiteitsvoorziening. De onderhandelin gen zijn geopend met een vraag van Gedeputeerde Staten of de gemeente bereid zou zijn mede te wer ken tot een regeling, waarbij de Provincie, of een met kapitaal der provincie werkende vennootschap, de gemeentelijke fabriek zou overnemen, en den stroom aan haar zou leveren. Deze vraag is vervat in het schrijven van 2(5 Januari 1915, dat wij hierbij als bijlage A overleggen. Wij antwoordden hierop 12 Februari 1915 bij lage B), dat wij de voorkeur gaven aan behoud dei fabriek en stroomlovering van gemeentewege in een provinciaal kabelnet. Alleen wanneer dit onmoge lijk bleek, verklaarden wij ons genegen tot mede werking in clen door Gedeputeerden gewenschten zin, en dan op de voorwaarden, vermeld op blz. 4 van ons evenbedoeld schrijven. Gedeputeerde Sta ten wilden van stroomlevering door de gemeente niet weten (zie hun brief van 1 April 1915, bijlage C der overgelegde stukken) en verzochten om be spreking tusschen de deskundigen. De bespreking had plaats, waarop Gedeputeerde Staten 16 Sep tember 1915 (bijlage D) een nader voorstel tot ons richtten, begeleid van een ontwerp-overeenkomst tot stroomlevering. Tegen dit voorstel hadden wij gewichtige bedenkingen, neergelegd in ons schrij ven van 2(5 October 1915 (bijlage E), waarop een bijeenkomst met Gedeputeerde Staten plaats had, bijgewoond door de heeren Professor C. Feldmann, adviseur der provincie, en F. van Dijk, directeur van het gemeentelijk electriciteitbedrijf. Het daar gepleegd overleg leidde tot een nieuwe ontwerp overeenkomst en de bereidverklaring van Gedepu teerde Staten een wijziging der „Electriciteitsveror- dening voor Friesland" voor te stellen schrijven van 4 December 1915, no. 8, 2e afdeeling F; bijlage F Hierop antwoordden wij bij schrijven van 24 December (bijlage G waarop een tweede bijeen komst met Gedeputeerde Staten, in tegenwoordig heid der bovengenoemde deskundigen, plaats had, welke algeheele overeenstemming bracht. Wat de stroomlevering aan Leeuwarden betreft, zij verwezen naar de ontwerp-overeenkomst, die als bijlage H hierbij wordt overgelegd, en die wij, even als de Commissie voor de gemeentelijke lichtfabrie ken, voor Leeuwarden zeer aannemelijk achten. Het is echter niet onze bedoeling hierover reeds in de eerstvolgende vergadering een besluit van den Raad uit te lokken. Wij leggen haar slechts over ter toelichting van het tweeledig voorstel, waarop liet wenschelijk is zoo spoedig mogelijk 's Raads beslis sing te weten. De toeneming van het stroomver bruik maakt een uitbreiding der fabriek noodzake lijk. De directeur van het gemeentelijk electriciteit bedrijf heeft hierop herhaaldelijk en met nadruk ge wezen, is echter met ons van meening dat het niet geraden is hiertoe over te gaan op liet oogen- blik dat het bedrijf wellicht in andere handen zal overgaan en aan geheel andere eischen moeten vol doen. Daarom zijn nu voorloopige maatregelen ge nomen; het verdient echter uit een technisch oog punt aanbeveling deze zoo spoedig mogelijk door blijvende voorzieningen te vervangen. Ten einde Gedeputeerde Staten in de gelegenheid te stellen een voorstel in zake de provinciale elec- triciteits-voorziening aan Provinciale Staten te doen, moet tweeërlei vaststaan, n.l.: 1. een besluit tot liquidatie van de Kabelmaat schappij Gebied Leeuwarden (K. G. L.), en 2. de bereidwilligheid van Leeuwarden om de fabriek aan de provincie over te dragen. Wat het tweede punt betreft, zooals uit de bijla gen blijkt, zou de provincie genegen zijn in het al gemeen de boekwaarde te vergoeden, met inbegrip van de verliezen, geleden op de levering aan Me- naldumadeel en de K. G. L. Het juiste bedrag van een en ander staat nog niet vast en zal nader moe ten worden bepaald. Voordeel zou Leeuwarden bij deze overdracht niet hebben, nadeel evenmin. De gemeente krijgt terug wat zij betaald heeft. Het voordeel voor de gemeente is neergelegd in het ontwerp-tarief. Leeuwarden zou dus niet meer te zeggen hebben over de stroomv oortbrengi n g, al leen een stroomv e r k o o p-bedrijf krijgen. Dit is ontegenzeggelijk een nadeel. De zelfstandigheid der gemeente is echter reeds eenigszins beperkt door de provinciale verordening, die bepaalt dat wanneer het hoogspanningsnet wordt uitgebreid buiten de bebouwde kom het geheele bedrijf onder de verordening valt. Gaat daarentegen de voorge stelde oplossing door, dan zijn Gedeputeerde Sta ten bereid een wijziging der verordening voor te stellen, waardoor de gemeente voor den stroomver- koop binnen hare grenzen volledige vrijheid ver krijgt. Het eerste punt is een gevolg van den toestand, die intreedt wanneer de provincie de stroom li vc ring ter hand neemt. De reden van bestaan der K. G. L. is dan vervallen. Het belang van Leeuwar den bij haar bestaan eveneens. Tengevolge van de veranderde inzichten omtrent electriciteits-voorziening en de daaruit voortge vloeide provinciale verordening zijn de vooruitzich ten voor een ontwikkeling der vennootschap, zoo als die tijdens de oprichting bestonden, er niet beter op geworden. Alle uitbreiding is feitelijk onmoge lijk gemaakt. De provincie biedt aan alle bezittingen der K. G. L. over te nemen tegen de aanschaffingswaarde, vermeerderd met 155- en de kosten van voorberei ding te vergoeden. Ter bespoediging zijn de vertegenwoordigers van alle aandeelhouders der K. G. L. in de laatste ver gadering overeengekomen zoo mogelijk op 18 Ja- 111 >11 r

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1916 | | pagina 57