Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916.
Lift. B.
Schrijven van de Kamer van Koophan
del en Fabrieken te Leeuwarden aan
den Burgemeester.
No. 2410.
Bericht op kantbeschikking
van 17 September 1915, no. 2502,
afd. B., betreffende tramplannen.
LEEUWARDEN, 5 October 1915.
Het is ons zeer aangenaam kennis te hebben kun
nen nemen van de door de Directie der Nederland-
sche Tramwegmaatschappij aan Burgemeester en
Wethouders dezer gemeente voorgelegde plannen
in zake tramverbinding van Leeuwarden met
D r a e h t e n en met D o e k u m, en gaarne voldoen
wij aan het bij nevensvermelde kantbeschikking tot
ons gericht verzoek om te dezer zake van advies te
dienen.
Volgens de nieuwe plannen zal de thans bestaan
de verbinding 1) r a e li t e nV eenwouden
L e e u w a r d e n worden bestendigd. Onze Kamer
gaf in haar onder dagteekening van 21 September
1912, no. 2272, tot den Raad dezer gemeente gericht
schrijven als haar meening omtrent de beteekenis
dezer verbinding het volgende te kennen:
„Het beteekent de snelste verbinding van Lee u-
„w ar den met den Zuidoosthoek onzer provincie;
„het beteekent de verbinding die zoo spoedig mo
egelijk in exploitatie gebracht zal zijn, hetgeen
„haar een onschatbaren voorsprong geeft op alle
„andere richtingen; het beteekent eene uiterlijk ge
lijktijdige opening der lijnen D r a ch te nL e e u
„w a r d e n en D rachte n(1 roni n g e n.
„Waar het hier, naar onze meening, een levens
belang voor de gemeente geldt, verzoeken wij
„Uwen Raad de totstandkoming op de wijze als nu
„wordt voorgesteld, zooveel mogelijk te willen be-
„vorderen".
Het treft ons dan ook in het bijzonder, dat de Di
rectie der Nederlandsche Tramwegmaatschappij
aan het slot van haar schrijven van 21 Augustus
1915, no. 4152/4/13, mededeelt, dat, indien de ge
meente Leenwarden voor de nieuwe plannen
haar medewerking niet kan verleenen, van verdere
stappen in die richting zal worden afgezien en
..onder opheffing van de bestaande doorgaande ver
binding over Veen wouden" dadelijk het noo-
dige zal worden verricht om tot de uitvoering van
liet oorspronkelijk plan te geraken. Waar voor han
del en nijverheid de tramlijn Leeuwarden
VeeuwoudenDrachten reeds is gebleken
van groot belang te zijn, zal bij de beschouwing der
nieuwe plannen, naar onze meening, door het ge
meentebestuur met de mogelijkheid van ophef-
f i n g der doorgaande verbinding met Drachten
rekening dienen te worden gehouden. Mocht de
Raad blijven vasthouden aan het oorspronkelijke
Aan den heer Burgemeester der
gemeente Leeuwarden.
plan „S u a m e e rL eeu warde n", dan zou liij
daarmede tot schade van de gemeente kunnen han
delen.
De tramlijn Drachten Veenwouden-
Leeu warden is reeds spoedig na de daarom
trent gedane toezegging voor het publiek openge
steld. Eerst later kon de lijn DrachtenGro
ningen in exploitatie worden gebracht. Voor
onze gemeente en voor ons gewest heeft de door
gaande verbinding van Leeuwarden met
Drachten ontegenzeggelijk veel voordeel opgele
verd, en wij zouden het dan ook ten zeerste betreu
ren, indien zij werd opgeheven. De aanleg der nieu
we lijn volgens het oorspronkelijke plan toch zou
wel geruimen tijd vorderen; in dien tijd zou geen
doorgaande verbinding met Drachten bestaan,
en handel en nijverheid van den zuidoosthoek onzer
provincie zouden zich naar Groningen richten,
omdat het rechtstreeksch verkeer van D rachte n
met G roningeen daartoe de gelegenheid biedt.
Het behoeft zeker geen betoog, dat wat op deze
wijze voor Leeuw a r d e n verloren zou gaan, niet
gemakkelijk en misschien nooit zou worden
herwonnen.
Onze Kamer heeft zich steeds op het standpunt
geplaatst, dat de verbinding met Drachten over
V e e n w o u d e n, zooals die thans bestaat, te ver
kiezen is boven den oorspronkelijk geprojecteerden
weg „S u a m e e rL e e u w arde n", met een halte
„d e B 1 e e k". Wij zijn ook thans nog van deze mee
ning.
Bij de besluiten van den Raad dezer gemeente in
zake de tramplannen is evenwel de halte „de
Bleek" steeds het zwaartepunt geweest. De ge
meente heeft, in verband hiermede, zooals in het
schrijven van Burgemeester en Wethouders aan de
Nederlandsche Tramwegmaatschappij, van 10 De
cember 1914, no. 3451/1622, is aangegeven, groote
uitgaven gedaan bij den aankoop van de benoodigde
gronden en huizen.
De thans door de Tramwegmaatschappij gedane
voorstellen hebben daarom, naar het ons wil voor
komen, het aanlokkelijke, dat zij de gelegenheid bie
den voor het totstandkomen van een halte „de
B1 e e k", waarop in den Raad steeds is aangedron
gen in het belang van de bewoners van het Noord
oostelijk deel der stad. De tramlijn van D o c k u m
zou bij „d e B 1 e e k" de eerste halte-plaats in onze
gemeente hebben. Ook over de Hoeksterpoort zal
dan een deel van het verkeer naar het centrum der
stad worden geleid. Door het verder volgen van de
vroeger voor de tramlijn „S u a m e e r—L e e u-
warden" geprojecteerde richting binnen deze
gemeente zou voorts het doel worden bereikt, dat
met den aankoop der door Burgemeester en Wet
houders bedoelde gronden is beoogd.
Mocht het mogelijk blijken een tramlijn Docku m
M u rmerwoud eO e n k e r k Leeuwa r-
d e n tot, stand te brengen, dan zal, met een goede
verbinding Dr a c h t e nV eenwoude n-L e e u-
warden, in elk geval aan die plannen verre de
voorkeur zijn te geven boven het plan „S u a m e e r
L eeu warde n".
114
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. 5.
Een tramlijn over M u r m e r woud e, A k k e r-
woude en Oenkerk, waardoor een goed bevolk
te streek direct met L e e u w a r d e n wordt verbon
den, zal ook voor onze stad ongetwijfeld van belang
zijn. Bovendien zal o.i. bij deze lijn de halte „d e
Bleek" van meer beteekenis worden, dan bij de
verbinding „S u a m e e rL e e u w a r d e n". Tus-
schen H ardegarijp en Lee u warden toch
wonen slechts zeer enkelen aan den straatweg, ter
wijl de personen uit die richting van Tietje r k
en verder gelegen plaatsen onze stad per trein kun
nen bereiken. Met tie lijn DockumLeeuwar
den is dit geheel anders. De verbinding van M ur-
merwoude met Leeuwarden mag thans ge
rust gebrekkig worden genoemd, terwijl A k k e r-
woude, Oen kerk enz. geheel geïsoleerd zijn.
Voorts zal ook Rinsumageest van de nieuwe
verbinding gebruik kunnen maken.
De Directie der Tramwegmaatschappij stelt ver
der voor om stappen te doen voor verdubbeling
van spoor op het baanvak Veenwouden
Leeuwarden. Dit zou een verbetering van be
teekenis zijn, welke de regeling van liet tramverkeer
ten goede kan komen. De Directie zegt ia haar
schrijven van 16 Juni 1915, no. 2881/4/5, naar aan
leiding van de opmerking omtrent de aansluiting te
D r a e h ten met Beetsterzw a a g, dat spoor-
verdubbeling het in vele gevallen gemakkelijker zal
maken aan verschillende wenschen tegemoet Ie ko
men. Volkomen terecht is er door Burgemeester en
Wethouders op gewezen, dat over de aansluiting
der trammen uit de richting Beetsterzwaag
algemeen wordt geklaagd. Meer dan eens is dit punt
in onze vergaderingen besproken, doch wij meen
den voorloopig een afwachtende houding te moeten
aannemen, vooral ook in verband met het ons bij
Uw kantbeschikking van 20 October 1913, no. 2695,
afdeeling B., ter kennisneming toegezonden schrij
ven van de Directie der Tramwegmaatschappij.
Thans echter komt het ons gewenscht voor op dit
belangrijke punt de aandacht te vestigen. Wij ho
pen, dat gelegenheid zal worden gevonden om, in
dien over de spoorverdubbeling overeenstemming
wordt verkregen, tevens met de Tramwegmaat
schappij overeen te komen, dat voor een goede
aansluiting met de trammen naar en van Bee t-
sterz waag zal worden gezorgd. Het is ons nog
steeds niet duidelijk, dat te D r a e h t e n langer dan
een uur wachten op aansluiting noodig zou zijn,
zooals dikwijls het geval is.
Uit het schrijven van Burgemeester en Wethou
ders van 10 December 1914 aan de Nederlandsche
Tramwegmaatschappij blijkt, dat vroeger een tram
verbinding van het 2e Kanaalpand is bedon
gen. Het wil ons voorkomen, dat ook met de thans
voorgestelde spoorwegverbinding zal worden ver
kregen datgene, wat ten behoeve van dit Kanaal-
pand wordt verlangd.
Burgemeester en Wethouders wijzen in hun
schrijven van 10 December 1914 voorts op de klach
ten omtrent de spoorwegbrug over de Tij nj e. Wij
kunnen ons hiermede volkomen vereenigen. Wel
antwoordt de Directie der Nederlandsche Tram
wegmaatschappij in haar schrijven van 16 Juni
1915, dat zij zich met het wijzigen van die brug niet
kan inlaten, maar zou zij in verband met de spoor
verdubbeling geen pogingen kunnen aanwenden om
verbetering in den toestand te verkrijgen!
Ten slotte achten wij het wensehelijk nog een en
kel woord te zeggen omtrent het doorvoeren van
goederenwagens der hoofdspoorwegen. Met Bur
gemeester en Wethouders zijn wij van oordeel, dat
Leeuwarden hierbij belang heeft. De Directie
der Tramwegmaatschappij deelt mede, dat de be
zwaren omtrent het doorvoeren tot N ij e g a zoo
noodig uit den weg kunnen worden geruimd, doch
dat de boog in den tramweg bij die plaats het ver
der doorvoeren onmogelijk maakt. Wij hechten niet
veel waarde aan liet doorvoeren van goederenwa
gens der hoofdspoorwegen, welke N ij e g a niet
kunnen passeeren, doch meenen, dat, al zou liet zeer
gewenscht zijn de wagens via Veen w o u d e n tot
D r a c h t e n te kunnen laten doorgaan, toch de on
derhandelingen in het tegenwoordig stadium hier
door niet behooren te worden beïnvloed, in het ver
trouwen, dat de Directie het hare zal doen om door
voer tot N ij e g a en later tot D r a o li t e n mogelijk
te maken.
De nieuwe plannen zijn dus, zooals in het voren
staande is aangegeven, naar onze meening aanne
melijk, omdat:
a. wordt behouden de met veel moeite verkregen
doorgaande verbinding met Drachten, welke
door spoorverdubbeling op het baanvak Veen-
w o u d e nL e e u w a r d e n veel kan worden ver
beterd, ook wat betreft de aansluiting te Drach
ten;
b. een nieuwe tramlijn D o c k u m—L eeu w a r-
d e n in uitzicht wordt gesteld, welke door een goed
bevolkte streek zal loopen en waarbij aan den eisch
van den Raad ten opzichte van een halte „de
B 1 e e k" zal worden voldaan.
Blijkt de uitvoering der nieuwe plannen niet mo
gelijk, dan wil de Directie overgaan tot uitvoering
van het oorspronkelijke plan „S u amee rL e e u-
w a r d e n", zoodat alsdan nog zal tot stand komen
datgene, wat de gemeenteraad steeds heeft ge
wenscht, zonder dat in den tusschentijd de verbin
ding met Drachten is onderbroken.
De Directie geeft in haar schrijven van 21 Augus
tus 1915 te kennen, dat onder medewerking van de
gemeente Leeuwarden tot de nieuwe plannen
door haar mede wordt verstaan het geven van een
geldelijke bijdrage. Hiervoren hebben wij uiteenge
zet, dat naar wij meenen de uitvoering der nieuwe
plannen aan Leeuwarden zal ten goede komen
en dat de verbinding met D r a c h t e n voor onze
stad een levensbelang is. Wij zijn dan ook van oor
deel, dat er voor de gemeente alleszins termen aan
wezig zijn om voor de uitvoering der plannen finan-
ciëelen steun te verleenen.
Op grond van het vorenstaande meenen wij een-
si t e m m i g te mogen adviseeren, dat het in liet
welbegrepen belang der gemeente L eeuw a r den
zal zijn, indien de Raad zijn medewerking tot de
nieuwe plannen toezegt.
115