Bijlage' tot het' verslag der verhandelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 191
i
bezit eener lagere aete van onderwijs in een vreem
de taal»,
e. van 150.voor het geven van onderwijs
in-die taal' krachtens het bezit eener middelbare
acte
f. van 100.voor het gedurende de schooluren
geven van onderwijs in de gymnastiek.
Aan de hoofden van de scholen der eerste klasse
2 en 3 wordt' voor het bezit der middelbare acte
fN'arisch een toelage van 50.'toegekend.
Aan de hoofden van de scholen der eerste klasse
wordt, in zoover met afwijking van het onder b be
paalde, voor het bezit van een der middelbare acten
A of B voor de Fransche taal- en letterkunde eene
jaarlijksclie toelage van 50.toegekend.
De onder b. gestelde regel geldt voor de hoofden
van de scholen der vierde klasse met betrekking tot
het bezit van een of meer der middelbare acten A
of B voor de Fransche, de Hoogduitsche of de En-
gelsche taal- en letterkunde slechts in zoover liet
bezit dier acte niet vereischt is.
2. aan de onderwijzers van bijstand:
a. van 100.bij aanwijzing als eerste onder
wijzer;
b. van 100.voor liet geven van onderwijs in
een vreemde taal krachtens het bezit eener lagere
acte;
c. van 150.— voor het geven van onderwijs in
een vreemde taal krachtens het bezit van eene dei-
middelbare acten A of B; bij gelijktijdig bezit van
eene lagere en eene middelbare acte wordt geacht,
dat de bevoegdheid ontleend wordt aan de middel
bare acte; bij gelijktijdig bezit van beide middelbare
acten wordt geacht dat de bevoegdheid ontleend
wordt aan de acte, welke de minste bevoegdheid
geeft;
d. van f 100.— voor het gedurende de school
uren geven van onderwijs in de gymnastiek:
11. aan de ondetwqzets van bijstand van de
scholen der vierde klasse, voor zoover zij zijn aan
gesteld ills klasse-onderwijzers voor de hoogste drie
leerjaren met opleiding Voor het einddiploma:
1. a. van 50.voor het bezit van elk der
Onder I 1 a genoemde bijacten of diploma's;
b. Van 100.voor het bezit van elk der onder
lib gehoemde acten middelbaar onderwijs;
eeh en ahder op denzelfden voet als onder 1 1 a
en b geregeld is.
Indien reeds een toelage is toegekend voor het
bezit del* overeenkomstige lagere acte wordt deze
iAafëbe Voor de toelage niet langer in aanmerking
genomen
2. bovendien
e. van 'ltJO.bij aanwijzing als eerste onder
wijzer;
d. Van 150.— voor het geven krachtens het be
zit eener lagere akte van onderwijs in één vreemde
taal of in de wiskunde
e. van 300.voor het geven van onderwijs
krachtens het bezit eener middelbare acte of daar
mee 'gelijk gestelde 'bevoegdheid voor die taal of de
wiskunde.
11. aan de onderwijzers van bijstand van de
scholen der vierde klasse, voor zoover zij zijn aan
gesteld als klasse-onderwijzers voor de hoogste drie
leerjaren met opleiding voor het einddiploma:
1. a. van f 50.voor het bezit van een der onder
1 1 a genoemde acten
b. van 100.voor het bezit van een der onder
I 1 b genoemde acten voor middelbaar onderwijs,
een en ander mits niet krachtens die acte los
wordt gegeven.
Bij toepassing van het boven bepaalde wordt in
geen geval voor meer dan twee acten en evenmin
voor meer dan één middelbare acte voor hetzelfde
vak gelijktijdig een toelage genoten, met dien ver
stande dat de voor den betrokkene gunstigste bere
kening wordt gevolgd;
2. a. van J 100.bij aanwijzing als eerste onder
wijzer
b. van 150.-voor het geven van onderwijs in
één vreemde taal of in de wiskunde krachtens het
bezit eener lagere acte, ol' in de kennis der natuur
krachtens liet bezit eener lagere acte voor de land-
of tuinbouwkunde:
c. van 300.voor het geven van onderwijs in
één vreemde taal, krachtens het bezit van eene der
middelbare acten A of B, of in de wiskunde krach
tens het bezit van een der middelbare acten Kt of
Kv ol van eene acte, welke gelijke bevoegdheid
geeft, of in de kennis dor natuur krachtens het be
zit eener middelbare acte of krachtens eene acte,
welke gelijke bevoegdheid geeft; bij gelijktijdig be
zit van eene lagere en eene middelbare acte wordt ge-
126
Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijlno.
acht dat de bevoegdheid ontleend wordt aan de mid
delbare acte; bij gelijktijdig bezit van meer dan één
middelbare acte voor hetzelfde vak wordt geacht
dat de bevoegdheid ontleend wordt aan de acte,
welke de minste bevoegdheid geeft;
III. in zoover met afwijking van het onder 12
bepaalde, aan de onderwijzers van bijstand van
de scholen der vierde klasse, voor zoover zij niet
zijn aangesteld als klasse-onderwijzers voor de
hoogste drie leerjaren met opleiding voor het
einddiploma:
a. van 150.— voor het geven van onderwijs in
de kennis der natuur in de hoogste drie leerjaren
met opleiding voor het einddiploma, krachtens het
bezit eener lagere acte voor land- of tuinbouwkun
de;
b. van 300.— voor bet geven van onderwijs in
de kennis der natuur in de hoogste drie leerjaren
met opleiding voor het einddiploma, kiaehtens liet
bezit eener middelbare acte of krachtens eene acte,
welke gelijke bevoegdheid geeft; hij gelijktijdig
bezit van eene lagere en eene middelbare acte wordt
geacht, dat de bevoegdheid ontleend wordt aan de
middelbare acte; bij gelijktijdig bezit van meer dan
één middelbare acte wordt geacht dat de bevoegd
heid ontleend wordt aan de acte, welke de minste
1 >evoegdheid geeft.
Indien reeds eene toelage is toegekend voor het
bezit van een der lagere acten, bedoeld onder 1 a ol'
een der middelbare acten bedoeld onder 1 b, wordt
de toelage voor bet geven van onderwijs in een dier
vakken verminderd met de toelage voor het bezit
dier akte.
Indien in de gevallen, genoemd onder 1 la en b
en onder II1 a en b, reeds eene toelage is toegekend
voor het bezit van eene der daar genoemde ac
ten, vervalt die toelage bij het toekennen van
eene toelage voor het lesgeven in het vak, waartoe
die acte de bevoegdheid geeft. In deze gevallen kan
evenmin aanspraak worden gemaakt op de toelage
voor het bezit van de acte met mindere bevoegdheid.
II.
Art. 9, 2e en 3e lid.
De jaarwedde van den onderwijzer in het teeke
nen aan de scholen der vierde klasse, voor zoover
dat onderwijs niet aan een klasse-onderwijzer is
opgedragen, bedraagt 200.bij het bezit der
lagere acte en 350.bij liet bezit der middelbare
acte voor dat vak. Is dat onderwijs aan een der
klasse-onderwijzers opgedragen, dan bedraagt de
toelage daarvoor 150.bij bet bezit der lagere
acte en 300.bij bet bezit der middelbare acte.
Onder middelbare acte wordt in dit artikel ver
staan de acte genoemd onder M 1 van het Konink
lijk besluit van 24 April 1885 (St.bl. no. 112) of die,
genoemd onder M a van liet Koninklijk besluit van
19 Juli 1910 (St.bl. no. 239).
Het tweede en het derde lid van artikel 9 verval
len en worden door de volgende drie nieuwe leden
vervangen
De belooning van den vakonderwijzer in liet tee
kenen aan de scholen der vierde klasse voor de
hoogste drie leerjaren met opleiding voor het eind
diploma, voor zoover dat onderwijs niet aan een
klasse-onderwijzer is opgedragen, bedraagt 30.
'sjaars per wekelijkseh lesuur bij het bezit der la
gere acte en 50.'sjaars per wekelijkseh lesuur
bij het bezit der middelbare acte voor dat vak.
Is liet onderwijs in liet teekenen in de hoogste drie
leerjaren met opleiding voor het einddiploma op
gedragen aan een der klasse-onderwijzers, dan be
draagt de jaarlijksclie toelage daarvoor .150.bij
liet bezit der lagere acte en 300.bij het bezit der
middelbare acte voor dat vak.
Onder middelbare acte wordt in dit artikel ver
staan de acte genoemd onder MI van het Koninklijk
besluit van 24 April 1885 (St.bl. 110. 112) of die,
genoemd onder M a van het Koninklijk besluit van
19 Juli 1910 (St.bl. no. 239).