Bijlage no. 15.
Wijziging der bouwverordening.
Verordening tot wijziging der Bouwverordening.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916.
zekerde leden, die uit Leeuwarderadeel buiten re
kening gelaten, van 65.65 per week of 3414.
per jaar, de uitgaven voor de gemeente op
1700.kunnen worden gesteld, tegen gemiddeld
circa 790.vóór den oorlog, 3266.76 in 1914 en
5000.— in .1915 een hooger cijfer dus dan het
normale, doch o.i. in verband met het algemeene be
lang, dat door het nieuwe stelsel wordt bevorderd,
niet te bezwarend.
De commissie voor het gemeentelijk werkloozen-
fonds adviseert dan ook hiermede aan den Minister,
die zich voorstelt bij liet tot stand komen der zaak
een definitieve regeling te treffen, waarmede de
gemeentelijke verordeningen dan in overeenstem
ming zullen moeten worden gebracht, adhaesie te
betuigen.
Gelijk boven is medegedeeld draagt het Rijk in de kos
ten over 1914 en 1915 mede.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten
ons te machtigen den Minister van Waterstaat, in
antwoord op de circulaire van 19 Januari 1.1. no.
4672, afdeeling W. Y., van den Minister van Fi
nanciën, de instemming Fwer Vergadering met
de daarin ontwikkelde denkbeelden mede te deelen,
doch daarbij het voorbehoud te maken dat een rui
mere regeling worde getroffen ten aanzien van den
bijslag op de contributiën en de administratieve be
palingen, zulks in den geest van het reeds door
Burgemeester en Wethouders tot den Minister ge
richt schrijven.
Leeuwarden, 1 Maart 1916.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
146
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl no. 15.
Aan den Gemeenteraad.
De Voorzitter onzer commissie heeft zich bij
schrijven van den 15 Februari j.l. gewend tot de
gezondheidscommissie met een schrijven waarin
o. a. het volgende voorkwam
„Het.... betreft een wijziging van art. 56 (der Bouw
verordening) ten einde paal en perk te stellen aan
het misbruik dat in den laatsten tijd meermalen
gemaakt wordt van de wettelijke vrijheid om ge
bouwen in te richten tot kaaspakhuis Het schijnt
dat dit er toe leidt de eigenaren van omliggende
perceelen tot betaling van een som gelds of tot
verkoop aan hen van het aldus in te richten ge
bouw boven zijn waarde te dwingen. Wordt genoemd
artikel aangevuld met een voorschrift in dezen zin,
dat het behoudens de vrijstelling van Burgemeester
en Wethouders verboden is in of in de onmiddel
lijke nabijheid van gebouwen of woningen sterk
riekende koopwaren of stoffen te bewaren, dan
vlei ik mij dat het gesignaleerde misbruik wellicht
zal zijn te keeren."
De gezondheidscommissie, ofschoon betwijfelende
of deze aanvulling van het genoemde artikel niet in
strijd komt met de Hinderwet, heeft hiertegen geen
bezwaar.
Onze commissie merkt naar aanleiding hiervan op,
dat, als het genoemde artikel reeds het bewaren van
rottende of kwalijk riekende stoffen in of in de nabij
heid van een woning strafbaar stelt, het niet in te
zien is waarom men het verbod nog niet iets scher
per zou kunnen stellen. Zij geeft echter op practische
gronden de voorkeur aan een andere formuleering
van het verbodwaarvan belemmering van den
handel minder te vreezen is dan van de boven
aangehaalde De rottende en kwalijk riekende
stoffen van het artikel worden daarbij uitgebreid
tot dezulke, die hinderlijk voor de omgeving zijn.
De Commissie voor het ontwerpen van straf
verordeningen heeft dus de eer U voor te stellen
te besluiten deze wijziging in het genoemde arti
kel aan te brengen en daartoe vast te stellen het
in ontwerp bijgevoegd besluit.
Leeuwarden 4 Maart 1916.
De Commissie voornoemd,
De Voorzitter,
J. PATIJN.
Ontwerp.
Bestaande redactie,
art. 56.
Het is verboden in of in de onmiddellijke nabij
heid van een woning rottende of kwalijk riekende
stoffen te bewaren.
Dit verbod geldt niet, voor zoover dit bewaren
geschiedt uit kracht van een vergunning, verleend
volgens de bepalingen der Hinderwet.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gelet op het voorstel van de Commissie voor het
ontwerpen van strafverordeningen;
alsmede op het advies der gezondheidscommissie,
gegeven bij schrijven van den 28 Februari 1.1.
besluit:
vast te stellen de navolgende
Eenig artikel.
Het eerste lid van artikel 56 wordt gelezen als
volgt:
Het is verboden in of in de onmiddellijke nabij
heid van een woning rottende, kwalijk riekende of
voor de omgeving hinderlijke stoffen te bewaren.
Leeuwarden, den
19
De Raad voornoemd,
147.