Bijlage no. 19.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916.
Art. 1.
Het uur van opening en sluiting der veemarkt
wordt door Burgemeester en Wethouders bepaald.
Het begin en het einde van de markt worden door
het luiden van een marktbengel een half uur te vo
ren aangekondigd.
De sluiting van de markt wordt eveneens door
het luiden van den marktbengel bekend gemaakt.
Artikel IV.
Na artikel 4 worden ingelaseht de volgende ar
tikelen
Art. 5.
Bij het ter markt komen wordt het vee onmiddel
lijk gebracht naar de plaatsen, daartoe door een
marktmeester of krachtens loting aangewezen.
Voor bij loting aangewezen plaatsen kan een door
Burgemeester en Wethouders te bepalen bedrag
wordfen gevraagd.
Bij gebreke van opvolging der aanwijzing die
door den marktmeester gegeven is, heeft deze de
bevoegdheid het vee van de markt te doen verwij
deren.
Hij is mede bevoegd plaatsen, die bij loting zijn
aangewezen en binnen twee uur na opening van de
markt door het vee van den rechthebbende niet zijn
bezet, aan anderen aan te wijzen.
Burgemeester en Wethouders regelen overigens
de loting der plaatsen.
Art. 6.
Wanneer een dier naar het oordeel van den
marktmeester gevaarlijk of hinderlijk is, kan deze
het, al of niet voorzien van een merkteeken, door
den eigenaar, houder of hoeder doen overbrengen
naar een andere door hem, marktmeester, op het
marktterrein aan te wijzen plaats.
Art. 7.
Vee, lijdende aan of verdacht van ziekten, ge
noemd in art. 19 der verordening op de marktpoli-
tie, wordt door den marktmeester van de markt
verwijderd. De gemeenteveearts is, onverminderd
de bevoegdheden van de ambtenaren van het vee-
artsenijkundig staatstoezicht volgens de wet, te
dien einde met het keuren van het vee belast.
Art. 8.
Het is verboden, de weegtoestellen te gebruiken
zonder toestemming van den marktmeester.
Artikel V.
De artt. 48 worden genummerd 913.
Artikel VI.
Deze wijzigingen en aanvullingen treden in wer
king op een nader door Burgemeester en Wethou
ders te bepalen tijdstip.
I eeuwarden, i9
De Raad voornoemd,
170
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. 19.
UITBREIDING van het Politie
korps.
Aan den Gemeenteraad.
De burgemeester legt aan ons over een door hem
van den Commissaris van Politie ontvangen schrij
ven, waarbij deze een lans breekt voor een uitbrei
ding van het politiekorps, voornamelijk van het ge
tal agenten der derde klasse. De burgemeester heeft
meer dan eens gelegenheid gehad in den Raad mede
te deelen, dat een voorstel om hiertoe te komen van
hem eerlang zou zijn te wachten en bij de loopende
en de daaraan voorafgaande gemeentebegrooting is
voor het doel reeds een bedrag onder „Onvoorzien"
gereserveerd gebleven. Het behoeft dus niet te ver
wonderen dat door den burgemeester het advies
van den commissaris bij ons wordt ondersteund.
Deze brengt in zijn schrijven in herinnering dat
de laatste groote uitbreiding der politie geschiedde
in 1006; het getal derde klasse agenten werd toen
van 30 op 48 gebracht. Sinds zijn daarbij krachtens
Uw jongste besluit, waarbij het ambt van controleur
bij de politie in het leven geroepen is, nog een twee
tal agenten bijgekomen, omdat de werkzaamheid
van controleur tot dusverre door personen, tot de
formatie van het actieve korps behoorende, werd
verricht. Met de uitbreiding der stad, zoowel van
haar bebouwde kom als van haar zielenaantal, heeft
die der politie dus geen gelijken tred gehouden. Dat
dit schade doet aan velerlei belangen behoeft geen
betoog.
Sinds 1906 had de uitlegging der bebouwing
püaats op de erfpachtsterreinen der gemeente aan
Hoekstersingel en Oldegalilëentusschen Span
jaardslaan en Noordersingel; aan het Nieuwe Ka
naal; ten zuiden van de spoorlijn naar Groningen
bij den weg Achter de Hoven; aan het Noordvliet;
en aan den Hollanderdijkdeze beide laatste op ter
reinen van de Woningvereeniging.
De loop der bevolking was, gerekend naar 1 Ja
nuari, als volgt:
1906 34397 1912 37430
1907 34780 1913 37897
1908 35180 1914 38366
1909 36045 1915 39130
1910 36511 1916 40276
1911 37015
Er is in die jaren dus eeir kleine stad bijgekomen;
binnenkort wordt de spade in den grond gestoken
voor den straataanleg bij het Cambuursterpad en
den Oostersingel.
De taak der politie is daarbij in die jaren niet ge
lijk gebleven. Vooreerst neemt, naar de burgemees
ter- rrrededeelt, het nieuw aangebouwde gedeelte aan
den Hollanderdijk, doordat het niet anders darr
door de aangrenzende gemeente te bereiken is, op
onevenredig zwaardere wijze de politie in beslag,
veel meer darr wanneer het meer logisch, gelijk de
overige buitenwijken, met de eigenlijke stad samen
hing. in de tweede plaats heeft de vermindering
van de diensturen drie jaren geleden, zoitder dat
daar vermeerdering van personeel tegenover stond,
itr ongunstigen zin het toezicht beïnvloed. Maar irr
verreweg de voornaamste plaats hebben tal varr
wettelijke voorschriften weer nieuwen arbeid aan
de politie opgelegd, voornamelijk van administra-
tieven, in mindere mate van politionneelen aard,
doch die ook wederom op de beschikbare krachten,
meer dan voor het eigenlijke politiewerk gewenscht
is, de hand legt.
Als de burgemeester, en wij gaan hierin gaarne
met hem mede, niettemin een uitbreiding van niet
meer dan 10 man voorstelt 1 politiedienaar der le,
1 der 2e en 8 der 3e klasse), waarmede voor het eer
ste jaar een hoogere uitgaaf van 7600.zal ge
moeid zijn, dan kan onmogelijk gezegd worden dat
de eischen te hoog worden gesteld. Het is het min
ste wat de commissaris vraagt en waarmede hij re
kent in den eersten tijd geholpen te zijn.
Er is sprake van geweest het einde van de mobi
lisatie af te wachten, alvorens l deze voorstellen
aan te bieden. Wij hebben gemeend dit niet te moe
ten doen, doch U de gewenschte vermeerdering,
die toch niet achterwege kan blijven, reeds thans in
overweging te moeten geven. Met de benoeming van
het meerdere personeel zal door den burgemeester
echter worden gewacht tot de tijdsomstandigheden
geheel of gedeeltelijk weder de beschikking over de
thans onder de wapenen staande mannen geven en
de keuze dus zoo ruim mogelijk zij. Dit heeft dan
althans dit voordeel, dat de begrooting in deze on
zekere tijden niet door een betrekkelijk hooge nieu
we uitgaaf zal worden gedrukt, al is hiermede, ge
lijk boven gezegd, in zekeren zin reeds rekening ge
houden.
Wij stellen U voor te besluiten tot wijziging der
verordening, regelende de inrichting van het per
soneel der politie, volgens bijgaand ontwerp.
Leeuwarden, 15 Maart 1916.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
171