b. van de onderwijzeressen bij een diensttijd als zoodanig van d. van de hulponderwijzeressen, die een akte van toelating als bewaarsehool- houderes bezitten, 100.meer dan onder c bepaald; b. van de onderwijzeressen bij een diensttijd als zoodanig van Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Art. 19. De jaarwedden bedragen: a. van de hoofdonderwijzeressen bij een dienst tijd als zoodanig van minder dan vijf jaren800. vijf en meer, doch minder dan tien jaren 850. tien en meer jaren900. minder dan vijf jaren400. vijf en meer, doch minder dan tien jaren 450. tien en meer jaren500. c. van de hulponderwijzeressen, bij een diensttijd als zoodanig van minder dan drie jaren150. drie en meer, doch minder dan zes jaren 200.—, zes en meer, doch minder dan negen jaren 250.—, negen en meer jaren300. e. van de oppassters150. Als diensttijd komt in aanmerking de tijd, in vas ten dienst aan eene openbare bewaarschool dezer gemeente doorgebracht. Kweekelingen, ingevolge het laatste lid van ar tikel 7 tijdelijk belast met de werkzaamheden van hulponderwijzeres, genieten eene toelage, berekend naar 50.per jaar. Art. 12. De jaarwedden bedragen: van de hoofdonderwijzeressen bij een dienst tijd als zoodanig van minder dan twee jaren 750. twee en meer, doch minder dan vier jaren 800.—, vier en meer, doch minder dan zes jaren 850. zes en meer, doch minder dan acht jaren 900.—, acht en meer doch minder dan tien jaren 950. tien en meer jaren 1000. minder dan twee jaren250, twee en meer, doch minder dan vier jaren 300. vier en meer, doch minder dan zes jaren 350. zes en meer, doch minder dan acht jaren 400. acht en meer, doch minder dan tien jaren 450. tien en meer jaren500. c. van de oppasster200.—. Als diensttijd komt in aanmerking: voor de hoofd onderwijzeressen de tijd als zoodanig in dienst van eene bewaarschool hier of elders doorgebracht; voor de onderwijzeressen de tijd als zoodanig en als hoofdonderwijzeres in dienst aan eene bewaar school hier of elders doorgebracht. Art. 13. Boven de jaarwedden in het vorige artikel be paald wordt eene jaarlijksche toelage toegekend: I. aan de hoofdonderwijzeressen van 50. voor het bezit van een der diploma's A of B voor handenarbeid, afgegeven door de vereeniging voor handenarbeid II. aan de onderwijzeressen: a. van 100.voor het bezit van de akte als be- waarschoolhouderes (akte B); h. van 50.voor het bezit van een der diplo ma's A of B voor handenarbeid, afgegeven door de vereeniging voor handenarbeid; c. van 50.bij aanwijzing als eerste onder wijzeres. Art. 20. Alle verhoogingen van jaarwedden, ingevolge het vorige artikel, geschieden door burgemeester en wethouders. Dit college is bevoegd eene periodieke verhoo ging niet toe te kennen, indien de hoofdonderwijze res, de onderwijzeres of de hulponderwijzeres, die voor verhooging in aanmerking komt, geen voldoen de blijken van geschiktheid', ijver en toewijding mocht hebben gegeven. Art. 14. De verhoogingen van jaarwedden, ingevolge ar tikel 12, en de toekenning der toelagen, ingevolge artikel 13, geschieden door burgemeester en wet houders. Dit college is bevoegd eene periodieke verhoo ging niet toe te kennen, indien de hoofdonderwijze res of de onderwijzeres, die voor verhooging in aan merking komt, geen voldoende blijken van geschikt heid, ijver en toewijding mocht hebben gegeven. Van 178 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Biji no. 20 Behoudens toepassing van het voorgaade lid, gaat elke verhooging van jaarwedde, zoowel wegens volbrachten diensttijd als wegens het verkrijgen dei- acte van toelating als bewaarschoolhouderes, in met den eersten dag der maand, volgende op die, waarin daarop aanspraak is verkregen. het niet toekennen der verhooging wordt aan de be langhebbende mededeeling gedaan. Deze kan bin nen een maand nadat de beslissing van burgemees ter en wethouders te harer kennis is gebracht, bij den raad' beroep instellen. Behoudens toepassing van het tweede lid, gaat elke verhooging van jaarwedde in met den eersten dag der maand, volgende op die, waarin daarop aan spraak is verkregen. De toelagen, bedoeld in artikel 13, onder I en 11 a en b gaan in met den eersten dag der maand, vol gende op die, waarin daarop aanspraak is verkre gen; de toelage, bedoeld onder II c van dat artikel, met den dag, waarop de belanghebbende als eerste onderwijzeres optreedt. Art. 15. By de aanvrage aan burgemeester en wethouders om verlof tot afwezigheid wegens ziekte door een hoofdonderwijzeres, een onderwijzeres of een op passter wordt tevens eene geneeskundige verkla ring overgelegd', waaruit blijkt, dat de betrokkene wegens ongesteldheid verhinderd is hare betrekking waar te nemen. Heeft de afwezigheid langer geduurd dan drie maanden of wanneer het overigens door burgemees ter en wethouders wordt gevorderd, hervat de be trokkene hare werkzaamheden niet eerder dan na inzending aan burgemeester en wethouders van eene geneeskundige verklaring, waaruit blijkt, dat die hervatting kan worden toegelaten met het oog- op de belangen zoowel van het onderwijs als van de betrokkene zelve en van de leerlingen. Bij onafgebroken afwezigheid wegens ziekte worden gedurende het eerste jaar na den datum, welke in het Besluit, waarbij verlof is verleend, als aanvang daarvan is vastgesteld, de jaarwedde en de toelagen geheel uitbetaald; gedurende het tweede jaar wordt op de jaarwedde en de toelagen ingehou den hetgeen in dien tijd besteed is aan de waarne ming van den dienst; over den verderen duur van het verlof worden de jaarwedden en de toelagen ge heel ingehouden. De afwezigheid wordt geacht onafgebroken te hebben voortgeduurd, indien binnen twee maanden, nadat de werkzaamheden hervat zijn, opnieuw we gens ziekte verlof wordt verleend. De termijn van twee maanden wordt door de vacanties opgeschort. Art. 16. De uitbetaling van de jaarwedden en de toelagen geschiedt per maand, telkens voor een twaalfde ge deelte. Bij ontslag geschiedt de uitbetaling tot en met den dag van aftreding. Bij overlijden wordt de loopende maand voluit be taald. Art. 12. Art- 17 De toelating der kinderen geschiedt met den Isten De toelating der kinderen geschiedt met den lsten 179

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1916 | | pagina 91