180 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Januari, den lsten April, den lsten Juli en den Januari, den lsten April, den lsten Juli en den 3sten October. lsten October. Op voorstel van de hoofdonderwijzeressen kan Om bijzondere redenen kan hierop door burge- hierop, om bijzondere redenen, door burgemeester meester en wethouders, de betrokken hoof donder en wethouders uitzondering worden toegelaten. wijzeres gehoord, uitzondering worden toegelaten. Art. 13. Zij, die voor hunne kinderen of' pupillen toelating tot het voorbereidend onderwijs verlangen, doen daartoe ten minste acht dagen te voren aangifte bij de hoofdonderwijzeres der school, waar zij plaatsing- zouden wenschen. Art. 14. Ongewijzigd. Art. 15. Ongewijzigd. Art. 16. Met uitzondering van den Zondag en de algemeen erkende christelijke feestdagen, wordt iederen dag school gehouden van 's voormiddags 9 tot ll,/2 en van 's namiddags 2 tot 4 uur. 's Woensdag- en 's Za terdagsnamiddags wordt geen school gehouden. Art. 17. Op iedere school wordt jaarlijks eene openbare les gehouden ten overstaan van eene commissie uit den raad. Het tijdstip der openbare les wordt telkens door burgemeester en wethouders bepaald. Art. 18. Ongewijzigd, behoudens de toevoeging van „en der buitengewone vacantiedagen". Art. 21. Ongewijzigd. Art. 18. Zij, die voor hunne kinderen of pupillen toelating- tol de gemeentelijke bewaarscholen verlangen doen daartoe ten minste acht dagen te voren aangifte bij de hoofdonderwijzeres der school, waar zij plaatsing zouden wenschen. Art. 19. De toelating geschiedt door burgemeester en wet houders. Bij toelating tot de scholen der tweede en derde klasse wordt zooveel mogelijk gelet op de woon plaats der ouders, voogden of verzorgers der kin deren en op de beschikbare ruimte. Ten blijke der toelating wordt aan hen, die haar gevraagd! hebben, een schriftelijk bewijs verstrekt. Art. 20. De leermiddelen worden door de gemeente ver strekt. Art. 21. Met uitzondering van den Zondag, den tweeden Paasch-, den tweeden Pinksterdag, den Hemel vaartsdag, de beide Kerstdagen en den Nieuwjaars dag, wordt iederen dag school gehouden van 's voor middags 9 tot 11V2 en van 's namiddags 2 tot 4 uur. 's Woensdags- en 's Zaterdagsnamiddags wordt geen school gehouden. Art. 22. Op iedere school wordt jaarlijks eene openbare les gehouden, welke door eene commissie uit den raad wordt bijgewoond. Het tijdstip der openbare les wordt telkens door burgemeester en wethouders bepaald. Art, 23. De regeling der vacantiën en der buitengewone vacantiedagen geschiedt door burgemeester en wet houders. Art. 24. De bepalingen omtrent de orde en tucht op de scholen en hetgeen tot verdere regeling van het in deze verordening voorgeschrevene noodig mocht zijn, worden binnen zes maanden na het in werking treden der verordening opnieuw door burgemeester en wethouders vastgesteld. Art. 25. Overgangsbepaling. Voor de toepassing van deze verordening: Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1916. Bijl. no. 20 Art. 22. Deze verordening treedt in werking met den lsten Januari 1903. Met ingang van genoemden datum worden de jaarwedden van de op 31 December t.v. in functie zijnde hoofdonderwijzeressen met het bepaalde bij artikel 19, litt. a in overeenstemming gebracht, waarbij haar diensttijd wordt gerekend aan te van gen met het tydstip, waarop zij aan het hoofd van eene der openbare bewaarscholen dezer gemeente zyn gesteld. Met ingang van genoemden datum hebben alle op 3.1 December t.v. in functie zijnde hulponderwijze ressen aanspraak op eene benoeming tot onderwij zeres en worden hare jaarwedden met het bepaalde bij art. 19 litt. b in overeenstemming gebracht, waar bij haar diensttijd wordt gerekend aan te vangen met het tijdstip, waarop zij als hulponderwijzeressen zijn in functie getreden. De alsdan in functie zijnde hulponderwijzeres aan bewaarschool no. 4 ontvangt boven hare aldus vast gestelde jaarwedde eene persoonlijke jaarlijksche toelage van 50. Met ingang van genoemden datum hebben voorts alle op 31 December t. v. in functie zijnde kweeke- lingen, voor zoover zij geen leerlingen zijn van den alhier gevestigden cursus tot opleiding van kwee- kelingen bij het bewaarschoolonderwijs, aanspraak op een benoeming tot hulponderwijzeres en worden hare jaarwedden met het bepaalde bij art. 19, litt. c en d in overeenstemming gebracht, waarbij haar diensttijd wordt gerekend' aan te vangen met den lsten Januari van liet jaar, volgende op dat, waar in zij het diploma van genoemden cursus hebben verkregen. De jaarwedde van haar, die dat diploma niet bezitten, wordt bepaald op 250.—. a. wordt de vóór 1903 door het op 31 December 1915 aan de gemeentebewaarscholen alhier in dienst zijnde personeel verkregen akte van toelating als bewaarschoolhouderes gelijk gesteld met de akte als bewaarsehoolhouderes (akte B) b. worden de beide op 31 December 1915 aan ge meentebewaarschool no. 1 in dienst zijnde oudste hulponderwyzeressen geacht in het bezit te zijn van de akte als onderwijzeres aan eene bewaarschool (akte A) c. wordt de op 31 December .1915 aan gemeente bewaarschool no. 4 in dienst zynde onderwijzeres, die de akte van onderwijzeres, bedoeld bij de wet tot regeling van het lager onderwijs, bezit, geacht in het bezit te zijn van de akte als bewaarschoolhou deres (akte B). Alle bij de vaststelling van deze verordening in dienst zijnde onderwijzeressen hebben aanspraak op een aanwijzing als eerste onderwijzeres, gere kend met ingang van 3 Januari 1916. Alle bij de vaststelling van deze verordening in dienst zijnde hulponderwyzeressen hebben aan spraak op eene benoeming tot onderwijzeres, gere kend met ingang van 1 Januari 1916, terwijl de als hulpouderwijzeres hier doorgebrachte dienstjaren voor de berekening van de jaarwedde medetellen. Zij, wier gezamenlijke inkomsten krachtens vroe gere regelingen het bedrag, dat haar volgens deze verordening zou toekomen, overschrijden of later mochten overschrijden, blijven hare aanspraken behouden. Art. 26. Deze verordening wordt geacht met den lsten Januari 1916 in werking te zijn getreden. Op dat tijdstip wordt geacht te zijn vervallen de verordening op de gemeentelijke bewaarscholen, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 October 1902 (ge meenteblad 1912 no. 2), zooals die laatstelijk is ge wijzigd bij raadsbesluit van 9 Juli 1912 (gemeente blad 1912 no. 20). Leeuwarden, den 19 De Raad voornoemd, ONTWERP II. BESTAANDE REDACTIE. Art. 9. Voor de benoeming van onderwijzeressen dient zij, na ingewonnen bericht van de betrokken hoofd- De Raad der gemeente Leeuwarden gezien het voorstel van Burgemeester en Wethou ders; besluit: A. vast te stellen de navolgende VERORDENING tot wijziging der verorde ning regelende den werkkring van de Commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen. I. Artikel 9 wordt gelezen als volgt: Zij dient Burgemeester en Wethouders van be- 181

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1916 | | pagina 92