Bijlage no. 22.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. 22.
VERKAVELING en prijsbepaling van het
bouwterrein achter den Oestersingel
(bijlage 1916 no. 7).
Aan den Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 8 Februari 19LG werd aan ons
college een crediet verleend voor straataanleg op
de destijds door bemiddeling der raadscommissie
voor de tramaangelegenheid aangekochte terreinen
tusschen Cambuursterpad en Oostersingel, terwijl
bij besluit van den 35 Augustus d.a.v. (bijlage no.
38) aan de „Woningvereeniging Leeuwarden" de
grond aan de kleinere straten voor ƒ3.25 per M.2
is beschikbaar gesteld, zoodat voor de exploitatie
door de gemeente is overgebleven die langs de voor
de tram bestemde straat en langs de straat, die in
het verlengde ontworpen is van den Oostersingel
langs de speelplaats van school no. 11. Nu de stra
ten gereed zijn, moet thans die exploitatie aan de
orde worden gesteld. In totaal omvat zij 21261 M.2
Daaronder is begrepen de bouwgrond op de kadas
trale perceelen nos. 2298 en 2299, oostelijk van het
vijverterrein gelegen en ten noorden der bebouwing
aan het Noordvliet.
Op de aanvankelijk door den ontwerper van het
stratenplan alhier ingezonden teekening kwam het
perceel no. 2299, dadelijk aansluitende aan het ter
rein om den verschwatervijver en voor het grasge
was in huur bij den bloemist E. Jongstra, voor als
plantsoen. Wil de exploitatie niet een te groot te
kort aanwijzen, waarover nader, dan is het echter
wenschelijk hiervan af te zien. Het vijverterrein
zelf toch is nog uitgestrekt genoeg om tot wandel
gelegenheid te dienen, te midden van het hier in
aanbouw zijnde stadsgedeelte. Tot zoolang is er
geen bezwaar het aan den tegenwoordigen huurder
thans nog voor een eenigszins langdurig tijdvak in
gebruik af te staan, waartoe hij het verzoek heeft
gedaan. Overeenstemming is verkregen over huur
voor een tijdvak van 30 jaar a 35 ct. per M.2, van het
gedeelte waar nu de bloemisterij gevestigd is, met
uitzondering van een pad ten noorden van dit ter
rein naar den achtergelegen grond. Deze kan voor
de opbrengst van liet grasgewas worden verpacht,
en verder te zijner tijd tot wandelplaats worden in
gericht.
Niet in de verkaveling begrepen zal moeten wor
den een gedeelte terrein naast school no. 31, dat be
stemd is om als compensatie te dienen voor het
stuk dat van de bij die school behoorende speel
plaats door den straataanleg is afgesneden. Het ge-
heele speelterrein wordt nu 15,5 x 45,5 M., en
strekt, gelijk de teekening, door den Directeur der
Gemeentewerken bij zijn brief van 3 Maart 1.1. no.
225/31 ingezonden, aantoont, dadelijk noordelyk van
de school tot de nieuwe hoofdstraat. Desgewenscht
kan er nog een klein hoekje van het vijverterrein
bijgetrokken worden.
Reeds bij onze voordracht van 19 Januari
1916 (bijl. no. 7) gaven wij als onze meening te
kennen, dat bij de uitgifte der bouwterreinen
de keuze op erfpacht zon moeten vallen. In het
algemeen ondervindt deze vorm hier geen bezwaar
en de ondervinding heeft geleerd, dat de terreinen
zeker niet minder vlug van de hand gaan dan bij
verkoop, terwijl de gemeente bij deze laatste wijze
van vervreemding elke medezeggenschap in de toe
komst mist. Als voorwaarden kunnen gevolgd wor
den die, welke gegolden hebben bij de uitgifte aan
den Hoekstersingel en Oldegalileeën en in de prak
tijk goed hebben voldaan. Alleen in de omschrijving
van hetgeen gebouwd wrordt, waaromtrent de ge
meente welstandshalve eenige voorschriften heeft
te geven, is een kleine wijziging gekomen, zoodat de
gegadigden vooruit weten, dat als regel geen an
dere gebouwen dan magazijnen, winkels en woon
huizen zullen worden toegelaten.
De grondprijzen zijn gesteld op ƒ8,50 per M2.
langs de hoofdstraat, ƒ8,00 langs de verbindings
straat OostersingelCambuursterpad en ƒ4,00
langs de binnenstraten op het bouwblok achter het
Noordvliet en het vijverterrein. Omtrent de ook op
de teekeningen geprijsde aan de hoofdstraat gele
gen terreinen achter de perceelen der N. V. Leeu
warder Brandstoffenhandel en van de firma R.
Vermeulen Zoon aan den Oostersingel zijn nog
besprekingen gaande, waarvan het resultaat IJ te
zijner tijd in den vorm van nadere voorstellen zal be
reiken.
Worden de plannen, waarmede ook de Commissie
voor de Openbare Werken zich geheel vereenigt, al
dus opgezet, dan zal wel is waar de opbrengst lager
zijn dan de kosten, zelfs als men ook hier zal willen
invoeren een belasting als bedoeld in art. 240 j der
gemeentewet deze is nog in overweging; even-
tueele voorstellen zullen te zijner tijd worden aan
geboden doch dit verschil is heel wat geringer
indien ook nog tot plantsoenaanleg van het terrein
tusschen den verschwatervijver en het Noordvliet
wordt overgegaan, waardoor 7923 M2. bouwterrein
aan de markt zou worden onttrokken. Bij het plant
soenplan zijn de uitgaven in ronde cijfers
ƒ246,500—, de opbrengst bij de evengenoemde
grondprijzen (blokken I, II, III, VIII, A en B)
ƒ166,300.— (met inbegrip van het aan de woning
vereeniging verkochte)nadeelig saldo ruim
ƒ80,000.—. Bij het andere plan zijn de cijfers onder
scheidenlijk ƒ230,300.— en ƒ207,000.—; nadeelig
verschil ƒ23,300.In beide gevallen is de op
brengst van een eventueele bijzondere belasting bui
ten rekening gelaten, doch het is met bovenstaande
cijfers voor oogen duidelijk, dat men geheel ver
antwoord is als van het plantsoenplan wordt afge
zien.
Wij stellen U voor te besluiten:
I. tot verhooging van het bij raadsbesluit van 8
Februari 1916 voor straataanleg toegestane crediet
met ƒ26,600.voor straataanleg op de kadastrale
perceelen sectie F nos. 2278 (zuidwestelijk gedeelte)
2298 en 2299, gelijk door den Directeur der Gemeen
tewerken ontworpen is op de teekening gemerkt
195