Bijlage no. 24.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917.
Litt. C.
Nadere toelichting
van een der onderdeelen.
Zooals hierboven reeds aangemerkt, hebben wij
eene wijziging in de indeeling van het Hoofdge
bouw gemaakt, tengevolge waarvan alle bezwaren
zijn opgeheven en belangrijke verbeteringen tot
stand gekomen. Wij leggen U deze wijziging voor
in eene appendix-teekening no. 7, waaruit U zal blij
ken dat:
de isoleering van machinekamer en ketelhuis vol
komen in orde is;
de trap naar de bovenkoelhuisruimte, den lueht-
koeler en den watertoren is verlegd naar de ruimte
naast de machinekamer (direct ook van buiten toe
gankelijk)
de watertoren rationeel uit den plattegrond te
voorschijn komt, en
de darmwasscherij voor varkens gelegenheid ge
kregen heeft gemakkelijk te kunnen worden uitge
breid.
Voorts hebben wij nog de volgende verbeteringen
aangebracht:
a. Op wensch van ons veterinair medelid heb
ben wij de slachtstanden der runderen in de slacht
plaats voor groot vee, vier aan vier tegenover elkaar
gelegd en de slachtplaats voor klein vee daarmede
in aansluiting gebracht, zoodat de groote hal voor
groot en klein vee een eenigszins andere vorm ge
kregen heeft.
b. De slachtplaats voor klein vee staat niet meer
in directe verbinding met de darmwasscherij, doch
is daarvan gescheiden door een voorportaal, dat op
de binnenplaats uitkomt en dus vandaar geventi
leerd kan worden, iets dat uit een hygiënisch oog
punt zeer is aan te bevelen.
c. W.C.'s en urinoirs zijn ontworpen aan beide
zijden van de binnenplaats, dus meer verdeeld en
gemakkelijker voor het personeel gelegen.
d. De verbindingsgang is verbreed en tot één
geheel verbonden met de vestibule; daardoor heb
ben wij meer nog dan in het vorig plan, het resul
taat verkregen, dat deze verbindingsgang ter breed
te van c.a. 8 M. en ter lengte van c.a. 23 M. eene
niet te onderschatten ruimte aanbiedt tot het op
hangen van geslachte dieren; vooral op export-da
gen is dat van onberekenbaar nut. Het op de teeke-
ning aangegeven transport-baansehema zal IJ dui
delijk doen zien, dat er hier een belangrijk getal
geslachte dieren (zoowel varkens, als klein of groot
vee) kan worden ondergebracht.
Tengevolge van de verbreeding der verbindings
gang is het koelhuis met zjjn lengte-as loodrecht ge
plaatst geworden op de breedte-as van het voorkoel
huis, waardoor beide koelhuizen meer één geheel
vormen.
Behalve als hangruimte is de verbreede verbin
dingsgang nog tot verschillende andere doeleinden
te gebruiken, zij toch vormt de kominunikatie tus-
schen de drie voornaamste bedryfslokalen, de beide
groote slaehthallen en de koelhuizen, en is dus van-
zelve aangewezen als brandpunt van het dagelijksch
verkeer.
Het kantoortje van den opzichter-hulpkeurmees
ter is uit de slachthal overgebracht naar de verbin
dingsgang, naast de entrée; eveneens is dit het ge
val met het vertrekje van den sjochet.
e. Het uitbreidings-systeem is nu tot volkomen
oplossing gebracht; alle lokalen, die daarvoor in
aanmerking kunnen komen, kunnen worden uitge
breid (zooals op de teekening is aangegeven).
Door de bovengenoemde wijzigingen is het ge
bouw, vroeger met c.a. 13300 M.3 inhoud, iets groo-
ter geworden. Wjj zullen dus moeten rekenen op
eene vermeerdering der bouwkosten van c.a.
ƒ12000.een bedrag dat echter ruimschoots wordt
vergoed door de werkelijk ingrijpende verbete
ringen.
204
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. 24.
VERORDENING regelende het getal en de
bezoldiging van het onderwijzend
personeel aan de middelbare avond
handelsschool (gemeenteblad 1915
no. ld).
Aan den Gemeenteraad.
Een tot driemaal herhaalde oproeping van solli
citanten voor de open gekomen betrekking van
leeraar(es) in boekhouden en handelsrekenen aan
die middelbare avondhandelsschool tegen de vast
gestelde belooning van 70 per wekelijksch lesuur
's jaars had niet het gewenschte gevolg. Degenen,
die zich aanmeldden, waren voor de te vervullen
betrekking niet geschikt.
Daarom was het noodig door het uitloven van
een hoogere bezoldiging te trachten meer bevoegde
gegadigden te trekken. Een belooning van 90.
per wekelijksch lesuur 's jaars werd voldoende ge
oordeeld, doch dan behoorden de sollicitanten in
het bezit te zijn van een akte, welke hen bevoegd
maakte onderwijs aan een hoogere burgerschool
met vijfjarigen cursus te geven. Er moet evenwel
voor worden gewaakt, dat het bezit niet beloond
ONTWERP
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 1.
Aan de middelbare avondhandelsschool zijn, be
halve een directeur, ten minste verbonden
één leeraar voor het stellen en de Nederlandsehe
handelscorrespondentie;
één leeraar voor het boekhouden, liet handelsre
kenen, algemeene handelskennis en handelsrecht;
leeraren voor handelsaardrijkskunde, Erantseli,
Hoogduitsch, Engelsch, stenografie en machine-
schrijven.
De directeur wordt tevens tot leeraar benoemd.
De leeraren kunnen voor één schooljaar worden
benoemd.
In bijzondere gevallen kunnen zij ook voor korter
tijdvak worden benoemd.
Art. 2, le lid.
De leeraren, aangesteld ingevolge artikel 1, eer
ste en derde lid, worden bezoldigd met 70.per
wekelijksch lesuur 's jaars.
wordt, wanneer dit reeds het geval is in eene an
dere door den bezitter bekleede betrekking bij het
onderwijs dezer gemeente.
Met het voornemen een oproeping in dien geest
te plaatsen, stelden wij U in kennis in Uwe ver
gadering van 12 Juni 1917, waaraan wij thans kun
nen toevoegen, dat de gewijzigde oproeping de ge
legenheid heeft geopend tot het doen van een
keuze.
W aar de betrokken Inspecteur van het middel
baar onderwijs zich met een wijziging van de veror
dening in den aangewezen zin heeft vereenigd, be
hoort daartoe worden overgegaan. De bepaling
dient echter niet tot de bovengenoemde vakken be
perkt, doch in algemeene termen vervat te worden,
om ook voor leeraren in andere vakken, die een akte
met gelijke bevoegdheid hebben, te kunnen gelden.
Wij hebben de eer U derhalve voor te stellen het
hieronder afgedrukt ontwerp, dat tevens beoogt
een kleine redactieverbetering aan te brengen, tot
een besluit Uwer Vergadering te verheffen.
Leeuwarden, 27 Juni 1917.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. PATIJN, Burgemeester.
E. KROON, L. Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
besluit:
A. de Verordening, regelende het getal en de
bezoldiging van het onderwijzend personeel aan de
middelbare avondhandelsschool in dier voege te
wijzigen, dat het eerste lid van artikel 2 wordt ge
lezen als volgt:
„De leeraren, behalve die bedoeld) in het laatste
„lid van artikel 1, worden bezoldigd met 70.per
„wekelijksch lesuur 's jaars, of met 90.indien zij
„voor het vak, waarin zij les geven, in het bezit zijn
„van een akte, krachtens welke zij bevoegd zijn tot
„het geven van onderwijs aan een hoogere burger
school met vijfjarigen cursus, tenzij het bezit van
„die akte reeds beloond wordt in eene andere door
„den bezitter bekleede betrekking bij het onderwijs
„dezer gemeente";
B. te bepalen dat de wijziging, vermeld onder
A, den 16 September 1917 in werking zal treden.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
205