Bijlage no. 26. van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit: zijn besluit van 15 Augustus 1916 No. 35411/1715, zooals dat is gewijzigd bij besluiten van 14 Novem ber 1916 No. 52211/244 en 28 December d.a.v. No. 4179/300, nader te wijzigen, door: A. den aanhef van het onder 11 vermelde, lui dende: „onder voorbehoud dat de gevraagde bedra gen zullen worden verstrekt en onder voorbehoud dat en voor zoolang als de gevraagde bijdrage zal worden verkregen" te laten vervallen; B. in plaats van het onder II 2 vermelde te le zen: 2 a. eene buitengewone jaarlyksche bijdrage te verleenen in de betaling van de annuïteit van het voorschot ad 148040.tot een maximum van 424.86, welke bijdrage na 3 jaren geheel zal op houden, met dien verstande evenwel, dat, indien het blijken mocht, dat alsdan de stand der huur waarden niet genoegzaam is gestegen) om de „Wo- ningvereeniging Leeuwarden" in staat te -stellen zonder geldelijk offer harerzijds met het ophouden van de bijdrage genoegen te nemen, de bijdrage ook verder geheel of gedeeltelijk kan worden uit gekeerd, zoolang in dezen stand van zaken, geen verandering ten goede komt; C. de voorwaarden a en b, vermeld onder II te lezen: a. de voorschotten, waarvan de terugbetaling geheel voor rekening der vereeniging blijft, moeten in onderscheidenlijk 50 en 75 jaar bij wijze van an nuïteiten volgens de door het Rijk voor de aan de gemeente verstrekte voorschotten bedongen rente worden afgelost, welke annuïteiten bij onderschei denlijk 4.856 en 4.446 bedragen 7188.82 en 2978.82 of zoo vele malen 48.56 en 44.46 min der als de voorschotten duizendtallen guldens min der zullen zyn; Leeuwarden, 19 DUURTEBIJSLAG aan gemeente ambtenaren en -werklieden. 1. 1 b. eene buitengewone bijdrage in de betaling van de annuïteit van liet voorschot van 148040. tot een maximum bedrag van 1990.94 met dien verstande, dat telken jare in verband met de uit komsten van de exploitatie en met het voorschot gebouwde woningen zal worden nagegaan of, en zoo ja, in hoeverre hare handhaving nioodig is, met bepaling dat uiterlijk na het einde van het exploita tiejaar 1921 in nadere overweging zal worden geno men of deze bijdrage op nieuw zal moeten wor den verleend, hetzij tot een zelfde, hetzij tot een verminderd bedrag, dan wel dient te vervallen, bij welke overweging te rade zal worden gegaan met de dan geldende prijzen der bouwmaterialen en den invloed van die prijzen op de in het alge meen te bedingen huren; b. de bijdragen worden verleend in de door de vereeniging te betalen annuïteiten. De Raad voornoemd, Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. 26. Aan den Gemeenteraad. In Uwe vergadering van 13 Maart 1917 werd mede- deeling gedaan van het hierbij weder gevoegd adres van de afdeeling Leeuwarden van den Bond van Werklieden in openbare diensten en bedrijven, houdende verzoek om den toeslag op het loon der gemeentewerklieden ook na den 31 Maart 1917 te bestendigen en daarbij de wenschen. in te willigen, welke zij daaromtrent in het adres uit. Deze zijnaan iederen gemeentewerkman over een zeker tijdperk een zekere som, die dan zoo danig moet worden verhoogd dat meer en beter wordt tegemoet gekomen aan den tegenwoordigen duren tijd, toe te kennen in dier voege dat de laagste loonen het meest van den toeslag zullen genieten, en om aan on- gehuwden en weduwnaars evenzeer toeslag te verleenen op de wijze als dat door het Rijk en de gemeente Am sterdam zal worden gedaan. Bij de over het adres gevoerde besprekingen werd er op aangedrongen, dat Burgemeester en Wethouders om trent het verzoek van prae-advies zouden dienen, daar bij rekening houdende met de regeling, welke door de Regeering ten aanzien van een rijksduurtebijslag zou worden getroffen, en die toen bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal aanhangig was. In dien zin werd besloten, terwijl tevens de geldende regeling van den bijslag voorloopig werd bestendigd. Nog kwam in en werd krachtens raadsbesluit van 27 Maart 1917 bij de stukken gevoegd het mede hiernevens gaand adres van de afdeeling Leeuwarden van den al- gemeenen Nederlandschen ambtenaarsbond. Daarbij werd instemming met het eerstvermelde adres betuigd en ver zocht ook aan de ambtenaren een duurtetoeslag toe te kennen en wel op denzelfden grondslag als zulks door de Regeering aan het rijkspersoneel zal worden gege ven. Voorts werd gevraagd ook de ongehuwden, met het oog op de gestegen pensionprijzen, in die regeling op te nemen. Intusschen is de bovenbedoelde rijksregeling tot stand gekomen, die door ons in studie werd genomen, met het gevolg dat wij, er ons in beginsel mede vereenigende, dat zij ook voor de ambtenaren der gemeente werd in gevoerd, een berekening van de kosten, welke daaruit voor haar zouden voortvloeien, hebben doen maken. De regelen voor een duurtebijslag uit de gemeentekas, welke hieronder is afgedrukt, zijn in het algemeen over eenkomstig de rijksregeling. Slechts op enkele punten is zij niet kunnen worden overgenomen, terwijl boven dien eenige noodzakelijke aanvullingen zijn aangebracht, verband houdende met den anderen kring van personen waarop zij moet worden toegepast. Zoo is onder 1 een uitzondering gemaakt voor hen, die aanspraak op den rijksduurtebijslag kunnen maken voor de betrekking, welke zij in gemeentedienst ver vullen (onderwijzers). In plaats van de alleen op personeel in 's Rijks dienst passende opsomming van punt 2 der rijksregeling is als maatstaf behouden het vereischte van „volle ge meentedienst". Dit begrip is thans nader omschreven als in punt 2 der Rijksregeling onder b is geschied. In overeenstemming met het raadsbesluit van 11 Januari 1916 no. 18/7, naar aanleiding van het amendement- Vonck, zullen ook- weduwnaars (weduwen) en gescheiden echtgenooten, die kinderen, ouder dan 16 jaren, die blijkens overgelegde geneeskundige verklaring lichamelijk ongeschikt zijn tot het verrichten van loonenden arbeid, te hunnen laste hebben, zoowel op den hoofd- als op den kinderbijslag aanspraak kunnen doen gelden. Gemobiliseerde ambtenaren behoeven in het algemeen niet te worden uitgezonderd. De grond, waarop dit bij het rijk wel gebeurt, nam. het ontvangen van vergoeding wegens kostwinnersschap, welke immers ook uit 's rijks kas wordt voldaan, geldt niet voor de gemeente. De bijslag zal evenwel niet verleend behooren te worden aan hen, die geen volle kostwinners zijn en in mili tairen dienst zijn. Zij krijgen ook thans geen bijslag. De andere gemobiliseerde ambtenaren, zullen, in over eenstemming met wat tot nog toe geschiedt, een duurte bijslag ontvangen, gelijk aan 80% van hun volgens de regelen berekend loon. Wat nu den datum van ingang betreft, deze meenen wij dat voor de werklieden op 26 Juli en voor de ambte naren op 1 Augustus 1917 moet worden gesteld. De kosten, welke van de aanneming van dit voor stel een gevolg zullen zijn, zijn, naar den toestand op 16 Mei 1917, voor één jaar berekend op f 38047.03 voor den hoofdbijslag en op f 8565 voor den kinder bijslag, te zamen f 46612.03 Die cijfers zijn voor de politie, de reiniging, de gasfabriek en het electriciteit- bedrijf onderscheidenlijk f 6458.38 en f 1335 te zamen f 7793 38; f 9851.38 en f 2835.te zamen f 12686.38; f 8843.93 en f 2430.-, te zamen f 11273.93 en f745.04 en f 90.—, te zamen f 835.04. Hoewel de benoodigde som tegenvalt en wij ons niet ontveinzen, dat het budget zwaar wordt belast, meenen wij toch U te moeten raden de hierbij aangeboden bij slagregeling vast te stellen. Op grond van het voorafgaande hebben wij de eer 0 voor te stellen te besluiten I. met ingang van 26 Juli 1917 voor de gemeente werklieden en van 1 Augustus 1917 voor de gemeente ambtenaren, voor zoover zij in vollen gemeentedienst zijn, een duurtebijslag toe te kennen volgens de hier onder afgedrukte regelen II. adressanten te berichten, dat op hun verzoek is gelet. Leeuwarden, 6 Juli 1917. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J PATIJN, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. Regelen voor het verleenen van een duurtebijslag aan ambtenaren en werklieden der gemeente Leeuwarden. Van 26 Juli 1917 voor de gemeentewerklieden en van 1 Augustus 1917 voor de gemeente-ambtenaren wordt uit de gemeentekas een duurtebijslag toegekend aan al len, die in vollen gemeentedienst zijn, uitgezonderd de genen, die als zoodanig aanspraak op een duurtebijslag uit 's Rijks kas hebben.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1917 | | pagina 108