Bijlage no. 31.
3
Begrootings-
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
XII
XIII
XIV
XV
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917.
o
c
bp
O
co
O
O
fcJD
C
8
E
OMSCHRIJVING DER ARTIKELEN.
(UITGAVEN.)
sommen
naaf-en over
schrijving.
Werkelijk
bedrag der
uitgaven.
I
Verzameling der uitgaven.
Kosten van het bestuur der gemeente
Uitgaven wegens invordering enz. van belastingen
Kosten van openbare werken
Uitgaven wegens inrichtingen van nijverheid en bedryf
Kosten der openbare veiligheid, straatverlichting en
brandweer
Kosten van het onderhoud der gemeente-eigendommen
en de wegens die eigendommen verschuldigde lasten.
Kosten van volksgezondheid en volkshuisvesting
Kosten van onderwys, kunsten en wetenschappen
Kosten van het armwezen
Kosten van landbouw, nijverheid en handel
Renten en aflossingenv
Aankoop van rentegevend goed en belegging van gelden
Kosten ter zake van pensionneering en verzekering van
gemeente-ambtenaren
Andere uitgaven, niet onder de vorige hoofdstukken be-
hoorende
Onvoorziene uitgaven
Totaal der uitgaven
BALANS.
Bedrag der ontvangsten
uitgaven
Voordeelig saldo
76.906
22.046
371.348
256.440
103.190
50s
49
52
36
78
15.532(75
99.354 79s
412.38842s
89.592 22
38.80894
986.921! 29s
103.256Ï23
47.771
626.087
85.215
3.334.862
12s
95s
73
12
74.892
16.430
361.234
256.164
98.523J
15.145'
98.389
408.345
89.014
30.193
966.402
72.935
47.093
494.399
657
3.029.823,
3 578.453
3.029.823
548.629
78s
74
74
78s
93
06
12
14s
76
88
79
69
09s
50s
68s
71
20s
71
49'
242
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no.
JAARWEDDE gymnastiekonderwijzeres aan
middelbare meisjesschool en lagere
scholen
en WIJZIGING van de jaarwedden-
verordening voor het onderwijzend
personeel van eerstgenoemde school
(gemeentebladen 1913 uo. 3, 1915
no. 13 en 1916 no. 22).
Aan den Gemeenteraad.
Bij het voorstel tot herziening van de onderwij-
zersjaarwedden in het begin van dit jaar (bijlage
no. 8 tot het verslag van 's Raads handelingen)
werd de mededeeling gedaan, dat ten aanzien van
de salarieering van, mej. M. Hartstra als gymnas
tiekonderwijzeres een gewijzigde regeling nog in
voorbereiding is.
Mejuffrouw Hartstra heeft sedert haar ontslag
als leerares aan de middelbare meisjesschool aan
gevraagd en verklaard voor een verlenging van
haar tijdelijke aanstelling als onderwijzeres aan
de gemeentescholen nos. 4 en 12 niet weder in aan
merking te willen komen. Met het oog op de ver
vulling van de daardoor open gekomen plaatsen
kan de bedoelde regeling niet langer uitstel lijden.
Bij het ontwerpen daarvan is in de eerste plaats
nagegaan het aantal lesuren door mej. Hartstra
gegeven en een vergelijking gemaakt, met de beloo
ning van den onderwijzer in de gymnastiek A. J.
IJpes, die als zoodanig les geeft aan gymnasium en
gemeentescholen) nos. 2 en 4.
Laatstelijk werden door mej. Hartstra aan' de
middelbare meisjesschool 13, aan gemeenteschool
no. 4 in de laagste zes klassen 5 en in de hoogere 2
en aan de hoogere klassen van gemeenteschool no.
12 5 lesuren gegeven. Zij ontving daarvoor onder
scheidenlijk 682.50, 200.100.— en 250.
's jaars, alzoo te zamen 1232.50. De belooning aan
de meisjesschool kan nog 3 maal om de 3 jaren met
2.50 per wekelijksch lesuur stijgen. Blijft het aan
tal lesuren gelijk dan zal de bezoldiging daarvoor
tot ten hoogste 780.kunnen klimmen, of in
totaal tot 1330.—.
IJpes geeft gedurende 5 uren per week les aan
bet gymnasium en krijgt daarvoor 350.'s jaars,
terwijl hij voor zijn onderwijs aan lagere scholen
met 1150.beloond wordt voor ten hoogste 25
wekelijksohe lesuren.
In deze verhouding is de bezoldiging van de
gymnastiekonderwijzeres te laag. Voor beiden is
het bezit van de middelbare akte vereischt, terwijl
laatstgenoemde in ieder geval 10 uur per week
aan een inrichting van middelbaar onderwijs les
moet geven tegen slechts vijf uur door IJpes aan
een inrichting van hooger onderwijs. Bovendien is
tengevolge van de vorming van parallelklassen het
aantal lesuren aan de meisjesschool de laatste ja
ren 13 per week geweest, welk aantal, wanneer er
meer van die klassen gevormd moeten worden, zal
vermeerderen.
Aan de lagere scholen wordt, door mej. Hartstra
reeds nu twaalf uur per week de gymnastiek onder
wezen, welk aantal eveneens zal kunnen toenemen.
Met eenige vermeerdering rekening houdend,
zal de belooning gesteld dienen te worden op
1600.'s jaars, waarvoor dan ten hoogste 30
uren per week les moet worden) gegeven. In welke
verhouding en aan welke scholen, behalve aan de
middelbare meisjesschool, dit zal zijn, kan ter re
geling aan Burgemeester en Wethouders worden
overgelaten. Voor iedere wijziging behoeft dan niet
een raadsbesluit te worden genomen.
Intusschen hebben wij, behoudens Uwe beslis
sing, op dezen voet sollicitanten opgeroepen.
Zoowel voor de regeling van de uitgaaf op de ge-
meentebegrooting als voor de vaststelling van de
pensioensgrondslagen kan evengenoemd bedrag ge
splitst worden in 850.voor de middelbare
meisjesschool en 750.— voor de lagere scholen.
De jaarweddenver ordening voor het personeel van
eerstgenoemde school zal dan, daarmede in overeen
stemming dienen te worden gebracht. Daartoe
strekt een hierbij gevoegd ontwerp-besluit.
Üp grond van het voorafgaande, hebben wij de
eer U voor te stellen te besluiten:
I. de jaarwedde van de onderwijzeres in de gym
nastiek, die les zal hebben te geven aan de school
van middelbaar onderwijs voor meisjes en aan door
Burgemeester en Wethouders aan te wijzen scholen
voor openbaar lager onderwijs, te bepalen op
1600.voor ten hoogste 30 lesuren per week,
met dien verstande dat van genoemd bedrag op de
gemeentebegrooting 850.ten laste van de
school van middelbaar onderwijs voor meisjes zal
worden g-ebracht
II. de verordening regelende de jaarwedden der
docenten aan ovengenoemde school te wijzigen vol
gens het hierbij aangeboden ontwerp.
Leeuwarden, 16 Augustus 1917.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP
A. de verordening, regelende de jaarwedden
255
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
'besluit: