Bijlage no. 35. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. WIJZIGING der verordening tot het heffen van schoolgeld voor het onderwijs aan de gemeentelijke bewaarscholen (gem. blad no. 15 van 1898). Aan den Gemeenteraad. De verordening tot het heffen van schoolgelden voor het onderwijs aan de gemeentelijke bewaar scholen, vastgesteld bij raadsbesluit van 2(5 Juli 1898 (Gemeenteblad no. 15. van dat jaar), geeft her haaldelijk aanleiding tot klachten van de zijde der schoolgeldplichtigen waar het betreft het verleenen van ontheffing of teruggave van schoolgeld bij overlijden van leerlingen en wanneer leerlingen de school verlaten wegens vertrek naar elders. Volgens artikel (5 dier verordening toch kan in de twee genoemde gevallen alleen ontheffing of teruggave van schoolgeld worden verkregen op schriftelijke aanvraag van belanghebbenden, mits die aanvraag binnen twee maanden na het overlij den van den leerling of het verlaten der school wordt ingediend. Waar uit den aard der zaak de meeste schoolgeldplichtigen niet met die bepaling bekend zijn of dikwijls eerst bij het ontvangen van het aanslagbiljet daarvan op de hoogte komen, komt het herhaaldelijk voor dat de bedoelde aan vragen te laat inkomen en op dien grond moeten worden afgewezen. Wel zijn de hoofdonderwijzeressen der bewaar scholen dezerzijds aangeschreven om de schoolgeld plichtigen, die haar kennis geven van het overlijden van een leerling of van het verlaten der school wegens vertrek naar elders, te wijzen op het voor schrift omtrent het aanvragen van ontheffing of teruggave van schoolgeld, doch ook deze maatregel schijnt niet voldoende om daardoor het te laat in dienen der aanvragen geheel te voorkomen. Aangezien in alle andere in deze gemeente be staande verordeningen tot heffing van schoolgel den de bepaling is opgenomen dat bij overlijden van leerlingen of bij vertrek naar elders, ambts halve ontheffing of teruggave van schoolgeld wordt verleend, komt het wensehelijk voor een der gelijke bepaling ook in de schoolgeld-verordening voor het bewaarschoolonderwijs op te nemen. Bij het verlaten der school wegens het eindigen van den leertijd, geeft de verordening reeds aanleiding tot het ambtshalve verleenen van ontheffing of teruggave van schoolgeld. Nog op een ander punt achten wij het wensehe lijk de heffingsverordening te herzien. Volgens art. 4 is liet schoolgeld over een vol jaar verschul digd voor de leerlingen die op 1 Januari tot de school behooren en is voor hen, die in den loop van het jaar worden toegelaten, een evenredig bedrag verschuldigd, berekend over volle maanden, met inbegrip van de maand, waarin de leerling voor het eerst de school bezoekt. Nu komt het voor dat ouders hunne kinderen, die leerlingen van de bewaarschool zijn, gedurende de wintermaanden thuis houden. Laat men deze leerlingen met het einde van het kalenderjaar af schrijven, dan komen zij niet meer op de nieuwe lijst voor van de op 1 Januari tot de school behoo- rende leerlingen en blijft een aanslag wegens schoolgeld achterwege. Worden deze kinderen, zoo- dra de weersgesteldheid gunstiger wordt, weder tot de school toegelaten, dan is voor hen school geld verschuldigd van liet tijdstip af dat zij weder de school bezoeken. Over het tijdvak van 1 Januari tot aan het tijdstip waarop zij weder ter school komen, wordt dan voor deze leerlingen, die naar onze meening doorloopend leerlingen zijn gebleven en slechts tijdelijk afwezig waren, geen schoolgeld betaald. Ten einde aan deze mogelijkheid, die ongetwijfeld reeds meermalen is toegepast, te ontkomen, is het noodig eene bepaling te maken dat voor dergelijke leerlingen schoolgeld wordt betaald van 1 Januari af. Door de voorgestelde wijzigingen zal de opbrengst der schoolgelden geen noemenswaardige verande ring ondergaan. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten overeenkomstig liet hieronder afgedrukte ontwerp. Leeuwarden, den 26 October 1917. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. J. PAT1JN, Burgemeester. M. GOSLINGS, S eer eta,ris. ONT WERP De Raad der gemeente Leeuwarden, overwegende dat het wensehelijk is de verorde ning' tot het heffen van schoolgelden voor het on derwijs aan de gemeentelijke bewaarscholen, vast gesteld bij raadsbesluit van den 26 Juli 1898 (Ge meenteblad no. 15 van dat jaar) te herzien; gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit: 265

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1917 | | pagina 132