Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1918.
Volgno. 228.
Een lid geeft zijn spijt te kennen dat, nu school 13
er is, nog gebruik wordt gemaakt van hulpklassen.
Gevraagd wordt of dit niet kan veranderen.
Volgno. 233.
Bij een vorige begrooting werd toegezegd ver
hooging der belooningen der schoonmaaksters en
der vergoeding van gereedschappen. Nu is volgno.
258 verhoogd met 1 gulden per week en dit (233)
met 0.50 per week, terwijl school 13 dit. jaar er
bij is gekomen. Is deze 50 cent nu voor school 13
of is het eene verhooging voor de andere scholen?
't Is spreker niet duidelijk en hij vraagt hierom
trent opheldering.
Volgno. 237.
Meerdere leden wenschen de 00 gulden voor den
volkszang te schrappen.
Volgno. 239.
Er wordt door een der leden gevraagd wat de
bedoeling is van de verhooging van dezen post.
Een ander lid maakt de opmerking dat het hein
leed doet dat deze post op de begrooting is ge
bracht. Het komt dit lid voor dat meerdere aan
dacht diende te zijn geschonken aan het streven om
de verschillende onderwijsinrichtingen gelijk ge
rechtigd te maken. Hoewel de strekking der gelden
in 't algemeen genomen zijn instemming heeft, kan
hij, nu deze uitgave alleen liet openbaar onderwijs
ten nutte komt, zijne medewerking hieraan niet ver-
leenen. Door een ander lid wordt dit bezwaar ten
volle onderschreven.
Volgno. 240.
Enkele leden wenschen dezen post te verhoogen.
Andere leden merken in verband met dezen post op,
dat hoewel dit terrein met omzichtigheid dient te
worden betreden, de tijdsomstandigheden er thans
toe kunnen leiden, meer dan gewone aandacht aan
dit vraagstuk te schenken. Het komt dezen h den
voor dat de kans niet gering is dat van de wette
lijke bevoegdheid ruimer gebruik zal moeten wor
den gemaakt dan tot lieden liet geval is. Bij een
ander lid bestaan ernstige bedenkingen.
Voor dit lid blijft punt van uitgang dat de over
heid niet in de eerste plaats geroepen is de Armen
verzorging aan zich te trekken. Wel is niet voor
ontkenning vatbaar dat de huidige maatschappe
lijke orde mee kan brengen dat de overheid meer
dan anders hare aandacht schenkt aan het verzor
gen der armen, nimmer worde evenwel uit het oog
verloren dat de te bieden hulpe in resultaat zoo vol
ledig mogelijk moet zijn. Diaconaat en particuliere
liefdadigheid hebben bij dit lid verre den voorkeur.
De te lenigen nood zal dan het karakter van betoon
van Christelijke liefde kunnen behouden en ont
wrichting van liet gezinsleven aan minder gevaar
worden blootgesteld.
Desgewenscht steune men langs dezen weg met
milde hand.
Volgno. 244.
Een der leden wenscht dezen post tot 1000 gril
den te verhoogen. De meerdere reiskosten maken
dat noodzakelijk.
Volgno. 240.
Een der leden vraagt herziening van de veror
dening op het schoolgeld.
Volgno. 247.
Toelichting wordt gevraagd op den post toelage
aan den concierge voor schoonmaken van liet ge
bouw en de meubels.
Volgno. 252.
Opgemerkt wordt dat deze post het vorige jaar
verhoogd is, met de uitgesproken bedoeling dat de
salarissen der onderwijzers zouden worden herzien.
Hem is ter oore gekomen dat dit niet is geschied.
Kunnen Burgemeester en Wethouders geen stap
pen doen bij de commissie om de salarissen ver
hoogd te krijgen
Volgno. 258.
Verschillende leden vragen naar de plannen voor
de bewaarschool nabij den weg Achter de Hoven.
Een lid vraagt of het prae-advies op het salaris
adres spoedig is te wachten.
Volgno. 272.
Gevraagd werd of spoedig beslissing is te ver
wachten op het adres van Nosokomos.
Volgno. 284.
Verschillende leden vinden de jaarwedde van
den Directeur te laag; zij zouden deze tot 1200 gul
den willen verhoogen. Gevraagd werd of de ge
meente zelve ook gebruik maakt van de arbeids
beurs? Het is hem ter oore gekomen, dat de stads
tuinman lieden van de straat nam, terwijl bij de
beurs grondwerkers, die reeds eerder voor de stad
hadden gewerkt, stonden ingeschreven. Dit is niet
de weg.
Hoe staat het met de arbeidsbemiddeling voor de
Handels- en Kantoorbedienden, vraagt een der le
den.
Volgno. 305.
Een lid vraagt of Burgemeester en Wethouders
niet kunnen bevorderen dat de beslissingen, door de
commissie genomen, vlugger afkomen. Hetzelfde
lid vraagt of de Raad niet bij de regeering kan aan
dringen op verbetering der wet in verband met het
verkoopen der panden. Een ander lid heeft hier
tegen bezwaar.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. 37.
Volgno. 352.
Verschillend» leden merken op dat Burgemeester
en Wethouders de vrije beschikking over dezen post
hebben zonder vooraf den Raad daarin te kennen.
Met volle vertrouwen in het beleid van Burgemees
ter en Wethouders, die volgens een ander lid toch
rekenschap moeten geven en verantwoordelijkheid
schuldig zijn, stellen zij voor 50.000 gulden van de
zen post op onvoorzien over te brengen. Burgemees
ter en Wethouders zullen dan meerdere malen dan
thans bij den Raad moeten komen om verhooging
van het creddet, wat door velen in het belang der
medezeggingschap van den Raad wenschelijk wordt
geacht.
Van andere zijde wordt deze opvatting bestreden
en wil men Burgemeester en Wethouders gelegen
heid om snel in te grijpen niet ontnemen.
Een ander lid vraagt of door toevoeging van:
„ingevolge uitvoering der distributiewet", aan de
toelichting niet aan het bezwaar van verschillende
leden kan worden tegemoet gekomen.
Volgno. 354.
Gevraagd wordt welke commissie hier wordt be
doeld.
ONTVANGSTEN.
Volgno. 29.
Het heeft de aandacht van een der leden getrok
ken dat de pachtsom van de „Magere weide" zoo
veel lager is dan de huursom op de begrooting van
1917 bedroeg. Gevraagd wordt of dit misschien zijn
oorzaak vindt in de ruiling van landen.
Verschillende leden wenschen de exploitatie in
eigen beheer te nemen. Deze leden zouden de lan
den welke het volgende jaar vrij komen, met peul
vruchten willen bebouwen om zoodoendei de voed
selvoorziening der stad mede te versterken.
Atelgno. 36.
Een lid vraagt of in de hoofdsom ook is opgeno
men do rente op de aandeel en op de Gemeentelijke
Credietbank te den Haag.
De specificatie geeft geen aanwijzing.
Volgno. 37.
Bij een lid bestaat bezwaar tegen dezen post. in
komsten op deze wijze gekregen acht dit lid onge-
wenseht. Afgezien van liet feit, dat zijn godsdien
stige overtuiging hem tegen deze bron van inkom
sten doet opkomen, bestaat naar zijn meening aan
leiding te over, rekening te houden met de druk
kende tijdsomstandigheden. Waar toch breede lagen
der bevolking voortdurend uiting geven aan de
steeds moeilijker wordende bestaansvoorwaarden,
acht dit lid het voor liet minst de volle overweging
waard in 1938 de kermis niet te laten doorgaan, om
naar aanleiding hiervan dezen post van de begroo
ting af te nemen. Finale afschaffing blijft bij dit
lid den voorrang behouden.
Volgno. 42.
Het aanmerkelijk verschil tusschen liet geraam
de bedrag van 1918 en 1917, ontlokt een lid de op
merking of ook nader kan worden toegelicht, waar
de oorzaak hiervan schuilt.
Volgno. 97.
Gevraagd wordt naar de oorzaak van het verschil
tusschen de raming op deze begrooting en het wer
kelijk ontvangen bedrag in 1916.
CONCLUSIE.
Het verhandelde in de verschillende secties geeft
de Commissie van Rapporteurs aanleiding tot de
volgende voorstellen
ci. De Raad besluite aan Gedeputeerde Staten te
verzoeken om het presentiegeld der leden te ver
hoogen tot vijf gulden per zitting.
b. De Raad besluite Burgemeester en Wethou
ders te verzoeken voorstellen te doen om de ver
ordening regelende de pensionneering der Wethou
ders te herzien met het doel de woorden „volle jaar
wedde" te vervangen door: „laatst genoten jaar
wedde".
c. De Raad verzoeke Burgemeester en Wethou
ders om den Raad voorstellen aan te bieden waarin
bij de bepaling van den gasprijs rekening wordt
gehouden met de financieele draagkracht der ver
bruikers, in dier voege dat de minder gesitueerden
minder, de meer draagkrachtigen meer dan 15 cent
betalen, zonder dat dit den verliespost der gasfa
briek grooter maakt.
OVERWEGINGEN.
u. Met de leden der verschillende secties deelen
rapporteurs de meening dat liet presentiegeld te
laag is. Zij wenschen het tot liet voorgestelde be
ding te verhoogen om ook minder financieel krach
tige personen in staat te stellen zonder financieele
opofferingen het Raadslidmaatschap te kunnen
waarnemen.
b. Rapporteurs zijn het met de leden der secties
eens dat de pensioensgrondslag thans niet billijk
wordt berekend.
c. Het heeft de instemming van rapporteurs om
de minder draagkrachtige inwoners niet den prijs
van 15 cent per M3. te laten betalen. Zij zijn even
wel van oordeel dat er geen enkele reden is om hun
die het wel kunnen betalen, minder dan den vollen
kostprijs in rekening te brengen.
De Commissie van Rapporteurs,
A. COHEN,
Rapporteur der le Sectie.
S. DIJSTRA,
Rapporteur der 2e Sectie.
M. SCHAAFSMA,
Rapporteur der 3e Sectie tevens
algemeen Rapporteur.
273