Bijlage no. 43. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Art. 8. Ingeval van verlof wegens afwezigheid1 om an dere redenen dan ziekte kan bij het besluit, waar bij verlof wordt verleend, worden bepaald dat ge durende die afwezigheid geheel of ten deele geen jaarwedde of belooning wordt uitgekeerd. VI. De artikelen (i, 7, 8 en 9 worden onderscheiden lijk genummerd 9, 10, 11 en 12, terwijl het woord „.overgangsbepaling" boven art. 12 (oud 9) wordt veranderd in „overgangsbepalingen"". VII. Na artikel 12 (oud 9) wordt een nieuwe over gangsbepaling ingelascht, luidende als volgt: Art. 13. De dienstjaren, welke de directrice en de docen ten, die bij het inwerking treden van deze veror dening aan de school verbonden zijn, op dat tijdstip in de dan bekleed wordende betrekking in dienst der gemeente aan die school hebben doorgebracht, worden medegeteld bij de berekening van de vol gens deze verordening te betalen jaarwedden en van de later volgens haar toe te kennen periodieke vertioogingen. II. te bepalen dat deze verordening geacht wordt den len Januari 1918 in werking te zijn ge treden. Leeuwarden, den 19 De Raad voornoemd ONTWERP II. BESTAANDE REDACTIE. Art. 8, le lid. Burgemeester en Wethouders wijzen telken jare een der leeraressen aan, om de directrice bij afwe zigheid of verhindering te vervangen. De Raad der gemeente Leeuwarden; gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit: A. in het eerste lid van artikel 8 der verorde ning op de school van middelbaar onderwjjs voor meisjes met vijf-jarigen cursus in de gemeente Leeuwarden tusschen de woorden „bij' en „afwe zigheid" in te lasschen „ontstentenis,"; B. te bepalen dat de onder A vermelde wijzi ging geacht wordt den len Januari 1918 in werking te zijn getreden. Leeuwarden, den 19 De Raad voornoemd, 29° Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. 43. WIJZIGING van de Verordening op den hoof- delijken omslag naar het inkomen. Aan den Gemeenteraad. Hierbij hebben wij de eer l" ter goedkeuring aan te bieden eenige wijzigingen in onderscheidene artikelen van de verordening op den lioofdelijken omslag naar het inkomen. De wijzigingen betreffen hoofdzakelijk de geble ken wenschelijkheid om den belastingdruk, zooals die bij de thans geldende verordening werkt, eeuigs- zins te verplaatsen en wel zoodanig, dat de thans in de laagste klassen aangeslagenen vrijgesteïd en een aantal daaropvolgende, tot inkomens van 6000.geleidelijk ontlast worden. Lit den overgelegden staat kan een overzicht worden gekregen omtrent de te betalen belasting volgens de geldende en de gewijzigde verordte- niug. Om tot het doel te geraken zijn de bedragen van den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud en voor inwonende kinderen verhoogd, de progressie in dien zin gewijzigd, dat deze langzamer stijgt en hooger wordt opgevoerd dan bij de bestaande ver ordening, mede is het onbelastbaar bedrag ver- ONTWERP. BESTA A N1 JE R El JA CTIE. VERORDENING tot het heffen van een hoofdelijken omslag naar het inkomen. Art. 1. Ten behoeve der gemeente wordt jaarlijks een hoofdelijke omslag naar liet inkomen geheven tot een bedrag van ten hoogste 6t.KJ.000.Dit be drag kan echter, tengevolge van het opmaken van suppletoire kohieren, met ten hoogste 8 procent worden overschreden. Art. 2. Jaarlijks bij de vaststelling van de begrooting der inkomsten en uitgaven der gemeente voor het volgend dienstjaar bepaalt de raad, hoeveel ten honderd van het totaal bedrag der cijfers van aan slag over dat dienstjaar tot het vinden van de be- noodigde som zal worden geheven. Art. 3. Belastingplichtig is ieder, door wien volgens ar tikel 245 van de gemeentew; t in deze belasting moet worden bijgedragen en wiens zuiver inkomen méér dan 450.bedraagt. Minderjarigen zijn niet belastingplichtig dan voor hetgeen zij trekken uit eigen kapitaal, vrucht- hoogd en wordt volledige kinderaftrek voorgesteld. Voorts wordt van de gelegenheid gebruik ge maakt om nog enkele andere wijzigingen aan te brengen. De redenen, die ons hebben geleid tot de ver schillende voorstellen, zijn in de memorie van toe lichting nader aangegeven. Bij het aangebodene is tevens tot zekere hoogte tegemoet gekomen aan liet adres van de Roomsch Katholieke Werkliedenvereeniging Leo Vereeni- ging te Leeuwarden, dat den 23 Januari 1917 door I bij de stukken is gevoegd en hierbij weder wordt overgelegd. Wij stellen U mitsdien voor: a. vast te stellen de in ontwerp hierbij overge legde besluiten; b. aan de Roomsch Katholieke Werkliedenver eeniging Leo Vereeniging te Leeuwarden, als be schikking op haar adres dd. 23 Januari 1917, mede te deelen dat bij de wijziging der verordening daar op is gelet. Leeuwarden, den 16 November 1917. Burgemeester en Wethonders van Leeuwarden, J. PAT1JN, Burgemeester. M. GOSLINGS. Secretaris. De Raad der gemeente 1 Leeuwarden gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit: vast te stellen de volgende A. VERORDENING tot het heffen van een plaatselijke directe belasting naar het inkomen. Art. 1. Ten Itehoeve der gemeente wordt eene plaatse lijke directe belasting naar het inkomen geheven. Art. 2. Jaarlijks bij de vaststelling van de begrooting van de inkomsten en uitgaven der gemeente voor het volgend dienstjaar bepaalt de raad, hoeveel, doch hoogstens 6 ten honderd van het totaal bedrag der cijfers van aanslag, over dat dienstjaar tot het vinden van de benoodigdn som zal worden geheven. Art. 3. Belastingplichtig is ieder, door wien volgens ar tikel 245 van de gemeentewet in deze belasting- moet worden bijgedragen en wiens zuiver inkomen meer dan 650.bedraagt. Minderjarigen zijn niet belastingplichtig dan voor hetgeen zij trekken uit eigen kapitaal, vrueht- 293

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1917 | | pagina 146