303
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917.
noodigen, zijne bezwaren aan haar mondeling toe
te lichten.
Van het hooren der toelichtingen en van het ge
ven van advies moeten de leden der commissie zich
onthouden in de gevallen, bedoeld bij artikel 46
der gemeentewet.
Art. 17.
Op de aanslagen van hen, die zijn aangeslagen
krachtens artikel 245, le lid. 1 der gemeentewet en
die in den loop van het dienstjaar komen te over
lijden, wordt op aanvrage afschrijving verleend
voor zooveel twaalfde gedeelten als na de maand,
waarin het overlijden heeft, plaats gehad, nog
maanden van het dienstjaar over zijn.
Op de aanslagen van hen, die zijn aangeslagen
krachtens artikel 245, le lid, 1 der gemeentewet
en die in den loop van het dienstjaar hun hoofd
verblijf naar elders overbrengen, wordt op aan
vraag afschrijving van belasting verleend overeen
komstig het bepaalde bij artikel 245, 3e lid, der ge
meentewet.
De bedoelde afschrijvingen geschieden door bur
gemeester en wethouders, behoudens beroep op den
raad'.
Art. 18 (ongewijzigd).
Art. 19 (ongewijzigd).
Art. 20 (ongewijzigd;).
Art. 21.
Deze verordening treedt in werking met den 1
Januari 1914, met welken datum wordt ingetrok-
noodigen, zijne bezwaren aan haar mondeling toe
te lichten.
Van het hooren der toelichtingen en van het ge
ven van advies moeten de leden der commissie zich
onthouden in de gevallen, bedoeld bjj artikel 44i
der gemeentewet.
Art. 19.
Op de aanslagen van hen, die zijn aangeslagen'
krachtens artikel 245, le lid, 1 der gemeentewet en
die in den loop van het dienstjaar komen te over
lijden, wordt op aanvrage afschrijving verleend
voor zooveel twaalfde gedeelten als na de maand,
waarin het overlijden heeft plaats gehad, nog
maanden van liet dienstjaar over zijn.
Op de aanslagen van hen, die zijn aangeslagen
krachtens artikel 24o, le lid. 1 der gemeentewet
en die in den loop van liet dienstjaar hun hoofd
verblijf naar elders overbrengen, wordt op aan
vraag afschrijving van belasting verleend overeen
komstig het bepaalde bij artikel '245, 3e lid, der ge
meentewet.
De aanvragen in de twee vorige zinsneden be
doeld. moeten bij burgemeester en wethouders
worden ingediend uiterlijk binnen (i maanden na
afloop van het belastingjaar.
Burgemeester en wethouders deelen hunne uit
spraak aan belanghebbende mede.
Deze kan binnen 30 dagen na die mededeeling
bjj den raad in beroep komen.
Art. 20.
De leden van den raad en van liet college van
burgemeester en wethouders zijn ten opzichte van
hetgeen bij de voorbereiding, het opmaken of vast
stellen der aanslagen en kohieren en bjj de afdoe
ning van bezwaarschriften verhandeld is, tot ge
heimhouding verplicht.
Deze bepaling is ook toepasselijk op de1 ambte
naren, di-ei bij een en ander behulpzaam zijn.
Art. 21.
De straffen op het verzuim van behoorlijke in
vulling, onderteekening of terugzending der be
schrijvingbiljetten overeenkomstig de artikelen 13
en 14 en in het algemeen op alle ontduikingen en
overtredingen ter zake van deze belasting zjjn die,
bepaald bij artikel 271 en volgendei der Gemeente
wet.
Art. 22.
De ambtenaren der gemeentebelastingen zijn ver
plicht de overtredingen van de bepalingen dezer
verordening op te sporen en daarvan proces-ver-
baal op te maken op den eed, bij de aanvaarding
hunner bediening afgelegd.
Art. 23.
Deze verordening treedt in werking met den 1
Januari 1918, met welken datum wordt ingetrok
302
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. 43.
ken de verordening tot liet heffen van een lioofde-
lijken omslag naar liet inkomen (gemeentebladen
no. 2 van 1909 en no. 22 van 1912), vastgesteld bij
raadsbesluit van 2 April 1901, goedgekeurd bjj Ko
ninklijk besluit van 23 September 1901, no. 11, laat
stelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 23 Juli 1912,
welke wijziging is goedgekeurd bij Koninklijk be
sluit van 2 September 1912, no. 45.
VERORDENING op de invordering van den
hoofdelijken omslag naar het inkomen.
Art. 1 (ongewijzigd).
ken de verordening tot het heffen van een hoofde
lijken omslag naar het inkomen (gemeenteblad
no. 36 van 1913, vastgesteld bij raadsbesluit van
10 Juli 1913, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 28 October 1913 no. 57, laatstelijk gewjjzigd
bij raadsbesluit van 12 Juni 1917, welke wijziging-
is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 2 Au
gustus 1917, no. 9.
B. VERORDENING op de invordering van de
plaatselijke directe belasting naar het
inkomen.
Art. 1.
Dadelijk nadat een kohier door burgemeester en
wethouders aan den gemeenteontvanger ter invor
dering is toegezonden, doen zij hiervan openbare
kennisgeving.
Art. 2 (ongewijzigd). A-■
Het formulier voor het aanslagbiljet wordt, met
inachtneming van artikel 265 der gemeentewet,
door burgemeester en wethouders vastgesteld.
De uitreiking der aanslagbiljetten geschiedt door
de zorg van den gemeenteontvanger.
Het aanslagbiljet wordt uitgereikt in gesloten
couvert.
Art. 3 (ongewijzigd). Art. o.
De aanslagen, voorkomende op het primitief ko
hier, zijn vorderbaar in acht gelijke termijnen.
De eerste termijn vervalt den laatsten April van
het betrekkelijk dienstjaar, en zoo vervolgens den
laatsten van iedere maand één termijn.
De aanslagen, voorkomende op suppletoire ko
hieren, zijn vorderbaar in zooveel gelijke termijnen
als er na de toezending van het kohier aan den
gemeenteontvanger nog maanden van liet jaar
overblijven. De eerste termijn vervalt den laatsten
dag der maand, volgende op die waarin de toezen
ding heeft plaats gehad.
De aanslagen, voorkomende op suppletoire ko
hieren, die in de maand November of later bij den
gemeenteontvanger inkomen, zijn één maand daar
na in eens vorderbaar.
Een en ander behoudens de bepalingen van het
volgende artikel.
Art. 4 (ongewijzigd). Art* 4-
De termijnsbepalingen volgens het vorig artikel
vervallen en de aanslag is dadelijk en in zijn ge
heel vorderbaar, wanneer op de roerende of onroe
rende goederen van den belastingschuldige beslag
is gelegd, of wanneer deze in staat van faillisse
ment is verklaard.
Art. 5. Art. 5-
De toerekening en afschrijving der betalingen De toerekening en afschrijving der betalingen
geschieden in de volgende orde: geschieden in de volgende orde: