Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917.
O
Sc
Hoofdstuk
XI.
Hoofdstuk
XII.
OMSCHRIJVING DER UITGAVEN.
Uitgegeven
BEDRAG
in 1915.
GERAAMD BEDRAG
voor
O
1916.
191r
Overgebracht
103.571
101.095
1
98.260
305
Art. 2
Aflossing van geldleeningen
Volgens de bepalingen der plans van leening is
de gemeente verplicht in 1917 af te lossen op de
leening 1896 f 48.000,—
1898 5.000,
1904 6.000,—
1908 16.000,—
191112.000,
83.000
86.000
87.(XX)
Samen 87.000,
Onder het bedrag der aflossing ad 48.000,
is eene som van 7.900,en onder dat ad 6.000,
eene som van 600,begrepen wegens geleende
gelden voor aankoop en exploitatie der bouwter
reinen ter weerszijden van het Nieuwe Kanaal.
306
Art. 3
Rente van tijdelijke geldleeningen en kosten van
betaling van coupons en ter aflossing aangewezen
obligatiën
De rente van eventueele geldleeningen tot tijde
lijke voorziening in de behoefte aan kasgeld en
voor buitengewone werken wordt uitgetrokken
tot een bedrag van20.000,
Kosten voor betaling van coupons
en ter aflossing aangewezen obliga
tiën ten kantore van de daarvoor bij
raadsbesluit van den 16 Juni 1896
no. 7, aangewezen kassiers 750,
6.544 51*
20.750
20.750
Samen 20.750,
307
Art. 4
Aflossing van tijdelijke geldopnemingen ter
voorziening in de behoefte aan kasgeld
Vergelijk hierbij volgno. 95.
160.000 -
100.000
100.000
308
Art. 5
Te betalen rente en aflossing van uitgelote obli
gatiën over vorige dienstjaren f
In het onzekere of schulden der gemeente van
vorige jaren zullen worden opgeëischt, voor Me
morie uitgetrokken.
1.270-
memo
rie
memo rie
Totaal van het XI de hoofdstuk
354.385 51s
307.845
306.010
HOOFDSTUK XII.
AANKOOP VAN RENTEGEVEND GOED EN
BELEGGING VAN GELDEN.
309
Art. 1
Inschrijving op het Grootboek der Nationale
Schuld in verband met den afkoop van grondpach-
100
100
310
Art. 2
Alsboven wegens afkoop van grafgelden
735 86
800
800
311
Art. 3
Alsboven wegens afkoop van het onderhoud van
grafzerken
150
150
312
Art. 4
Alsboven wegens bijdragen in de kosten van
voortdurend onderhoud der van particulieren over
genomen straten
6.696 27
memo
rie
memo
rie
313
Art. 5
Alsboven wegens den verkoop van gebouwde en
ongebouwde eigendommen
De sommen van de artikelen 1, 2 en 3 stemmen
overeen met de geraamde inkomsten onder volg
nos. 99, 84 en 85.
In het onzekere of in 1917 ontvangsten, als in de
artikelen 4 en 5 vermeld, zullen geschieden, zijn
deze artikelen voor Memorie uitgetrokken.
Vergelijk mede volgnos. 69 en 98.
memo
rie
memo rie
Over te brengen
7.432 13
1.050
1.050-
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl» tlO.
sc
O
314
315
Hoofdstuk
XII.
Hoofdstuk
XIII.
Art. 6
Art. 1
316
Art. 2
317
Art. 3
318
Art. 4
319
320
OMSCHRIJVING DER UITGAVEN.
Overgebracht
Art. 5
Art. 6
Belegging" van kasgeld.7
Daar het wensehelijk is overtollig kasgeld te be
leggen, is hiervoor eene som van f ÏOO.OOO,- uit
getrokken.
Vergelijk volgno. 79.
Totaal van het XI 1de hoofdstuk
HOOFDSTUK XIII.
Door de gemeente
is
I
Over te brengen
Uitgegeven
BEDRAG
in 1915.
7.432 13
145.000
GERAAMD BEDRAG
voor
1916.
1.050
100.000
152.432 13
KOSTEN TER ZAKE VAN PENSlONNEEKING EN VERZEKE
RING VAN GEMEENTE-AMBTENAREN.
Pensioenen van wethouders en gemeente-ambte
naren
Op dit artikel is uitgetrokken het totaal der dooi
de gemeente verleende pensioenen, welke gespeci
ficeerd zijn op een bij de stukken overgelegden
staat.
Terugbetaling aan het pensioenfonds van ge
meente-ambtenaren van pensioenen verleend aan
in dienst der gemeente geweest zijnde ambte
naren
gebruik gemaakt van het
recht, haar toegekend bij artikel 68 der Pensioen
wet voor de gemeente-ambtenaren 1913, zoodat
de na 1 October 1913 te verleenen pensioenen aan
het fonds moeten worden terugbetaald. erwacht
wordt dat eene som van 9.000,voor 1917 vol
doende is.
Vergelijk volgnos. 61.
Storting in het pensioenfonds van gemeente
ambtenaren van bijdragen voor pensioen en in-
koopsommen voor vertrokken ambtenaren
Voor de na 1 Mei 1913 aangestelde ambtenaren
moet worden gestort 7% van de jaarwedde en voor
de ambténaren, die zijn aangesteld vóór 2 Mei 1913
en na 1 October 1913 in den dienst van eene andere
gemeente overgegaan zijn of zullen overgaan, 8
van het totaal der in dienst der gemeente genoten
inkomsten. Voor 1917 wordt geraamd dat de uit
gaven zullen bedragen 7.000,
Vergelijk volgno. 62.
Storting in het pensioenfonds voor weduwen en
weezen van gemeente-ambtenarenJ
Voor de in dienst zijnde mannelijke ambtenaren
moet worden gestort 5% van de genoten wordende
tractementen, voor de vrouwelijke 1%. De stortin
gen voor 1917 worden geraamd 14.500,te zul
len bedragen.
Vergelijk volgno. 60.
Betaling van ontvangen pensioensbijdragen ten
behoeve van andere gemeenten
Geraamd wordt dat de uitgaven op dit artikel
100,per jaar zullen bedragen.
Zie volgno. 63.
Inkoopsommen aan liet Rijk verschuldigd voor
ambtenaren die den dienst der gemeente hebben
verlaten en overgegaan zijn als burgerlijk ambte
naar
10.895 59s
1917.
1.050
100.000
101.050
101.050
10.275
6.702 17
6.161 65'
i.000
10.264 79
9.000
13.087 405
68 94s
2.600
13.500
7.000
14.500
871 385
37.787 155
33.375
100
900-
41.764 79