Bijlage noII.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917.
Artikel 5.
De belastingplichtigen worden met inachtneming
A an het vorenstaande op kohieren gebracht.
Door Burgemeester en Wethouders wordt een
kohier opgemaakt en den gemeenteraad ter vast
stelling aangeboden, zoodra het riool is aangelegd
en gebouwen aan den weg zijn gesticht in den zin
van artikel 2.
Vervolgens wordt ieder jaar in de maand April
een kohier opgemaakt voor de perceelen, waar
voor sedert het vorige kohier de belasting krach
tens artikel 2 verschuldigd is geworden.
Artikel (i.
De belastingplichtige, die na de goedkeuring van
het kohier door Gedeputeerd® Staten zijne rechten
op het percel, waarvoor hij is aangeslagen, heeft
verloren, blijft niettemin voor de geheele belasting
aansprakelijk.
Bijaldien de belastingplichtige in staat van fail
lissement is verklaard, of op zijne goederen execu
toriaal beslag is gelegd, wordt de opvolger in het
genot in den zin van artikel 2 nader voor dat ge
deelte der belasting ten kohiere gebracht, dat niet
ingevorderd is kunnen worden.
Artikel 7.
De belasting is niet verschuldigd voor perceelen,
waarvan de gemeente of een harer instellingen ge
nothebbende is in den zin van artikel 2.
Artikel 8.
Deze verordening treedt, in werking den 1 Juli
f917.
B. VERORDENING op de invordering der belasting,
wegens den aanleg van een riool in
den Harlingerstraatweg.
Artikel 1.
Dadelijk nadat een kohier door Burgemeester
en ethouders aan den gemeente-ontvanger ter in
vordering is gezonden, doen zij hiervan openbare
kennisgeving.
Artikel 2.
Het formulier van het aanslagbiljet wordt met
inachtneming van artikel 265 der Gemeentewet door
Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
De aanslagbiljetten worden door de zorg van
den gemeente-ontvanger uitgereikt, met inachtne
ming van den termijn, daarvoor bij evengemeld
artikel vastgesteld.
Artikel 2.
De aanslagen zijn invorderbaar in twee termij
nen, welke vervallen onderscheidenlijk één en vier
maanden na de uitreiking van het betrekkelijke
aanslagbiljet.
Artikel 4.
De invordering dezer belasting geschiedt verder
overeenkomstig de bepalingen van de artikelen
258261 en 264266 der Gemeentewet.
Artikel 5.
Deze verordening treedt in werking den 1 Juli
1917.
Leeuwarden, 19
De Baad voornoemd,
142
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gi
WIJZIGING der verordeningen betreffende de
ambtenaren van de gemeentelijke gasfa
briek en het gemeentelijk electriciteit-
bedrijf.
Aan den Gemeenteraad.
Bij de toelichting tot onze in bijlage no. 39' van
1916 afgedrukte voorstellen van 25 October van dat
jaar betreffende de algemeene loonsherziening is
te kennen gegeven, dat van den Directeur der licht-
bedi'ijven nog een voorstel werd ingewacht betref
fende de formatie en de bezoldiging van het tech
nisch personeel en de bezoldiging van den boek
houder aan beide bedrijven, die allen tot zoolang
buiten de herziening zijn gelaten. Dit voorstel, ge
volgd door een advies der betrokken raadscommis
sie, is thans bij ons ingekomen. De Directeur gaat
er daarbij van uit, dat het wenschelijk is de function
van opzichter bij de gasfabriek (thans le en 2e) an
ders te onderscheiden en in de plaats van den clief-
maehinist een gasmeester op hooger salaris aan te
stellen, alsmede de betrekking van clief-fitter in het
leven te roepen, in rang ongeveer overeenkomende
met dien van chef-monteur bij het andere bedrijf.
Bij het electriciteitbedrijf moet de chef-machinist
vervallen, daar deze betrekking bij het distributie
bedrijf overbodig geworden is. De boekhouder zal
z.i. wederom geheel voor de lichtbedrijven beschik
baar moeten komen en van zijn functie als zoo
danig bij de Reiniging moeten worden ontheven.
Ook de commissie voor de lichtfabrieken onder
schrijft dit laatste gedeelte van het advies.
Met het voorstel van den Directeur ten aanzien
der opzichters kunnen wij ons niet geheel vereeni
gen. Ook de commissie wenscht het verschil tus-
schen beiden op den bestaamden voet in liet oog te
honden. De bedoeling van den Directeur is den Ion
opzichter tot assistent te benoemen en hem metter-
lijd de functie van adjunct-directeur op te dragen,
terwijl de 2e opzichter meer bepaald aan het hoofd
der distributie zou worden gesteld. Beider wedde
zou gelijk zijn. Het wil ons voorkomen, dat deze on
derscheidingen niet moeten worden gemaakt.
Krachtens de voorschriften vervangt de le opzich
ter ook thans reeds den directeur bij afwezigheid
aad van Leeuwarden, 1917. Bijlno. II.
of ontstentenis; het is daarom alleen gewenscht
deze betrekking hooger te blijven salarieeren dan
die van den tweeden opzichter, doch overigens geen
veranderingen aan te brengen, die niet door de om
standigheden geboden zijn. Voor de opneming in de
formatie van een chef-fitter is op de aangevoerde
gronden alles te zeggen, terwijl de nieuwe functie
van gasmeester en dan op een hooger salaris
dan tegenwoordig de chef-machinist geniet
wordt aanbevolen om het verloop van ervaren en
geschoold personeel zooveel doenlijk tegen te gaan.
De boekhouder heeft aan de gasfabriek J 1300
ƒ1700, (thans ƒ1500); aan het electriciteitbedrijf
500600 (thans ƒ600) en aan de Reiniging tij
delijk ƒ300, samen ƒ2400. Het voorstel strekt nu
om aan de betrekking te verbinden een wedde die
van ƒ2000 tot ƒ2800 loopt. Het is wenschelijk, dat
de boekhouder voorloopig aan den dienst der stads
reiniging blijft verbonden. Als zijn salaris mei in
gang van 1 Januari 1917, datum waarop ook deze
wijziging der verordening in werking' zal kunnen
treden, op ƒ2600 wordt bepaald, kan daarvan ƒ600
gebracht worden ten laste van het electriciteit
bedrijf, terwijl op de begrooting van de stads
reiniging ter zake geen bedrag behoeft te worden
gebracht.
De voor de andere functies door ons voorgestelde
belooningen hebben wij zooveel mogelijk trachten te
doen aansluiten aan de bij Uwe besluiten van 9
Januari j.l. vastgestelde bedragen voor de ambte
naren bij de andere takken van dienst.
Wij hebben de eer V voor te stellen te besluiten
tot wijziging der in het hoofd dezes gemelde ver
ordeningen en daartoe vast te stellen het in ont
wei']) volgend besluit.
Leeuwarden, 16 Maart 1917.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP
De Raad der Gemeente Leeuwarden;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
besluit:
de verordening regelende den rang, liet getal, de
bezoldiging en de wijze van benoeming van de amb
tenaren der gemeentelijke gasfabriek, laatstelijk ge
wijzigd bij raadsbesluit van 9 Januari 1917, op
nieuw te wijzigen als volgt:
143