Bijlage 13.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no.
AANSLUITING bij de rijksregeling der werk
loosheidsverzekering (bijlagen nos.
20 van 1914, 18 van 1915, 14
van 1916 en 7 van 1917).
Aan den Gemeenteraad.
Als gevolg van de toetreding der gemeente bij
raadsbesluit van 13 Februari j.l. tot de algemeene
regeling van subsidieering van werkloozenkassen,
vervat in het Koninklijk besluit van 2 December
19.16 (Staatsblad no. 522), is ons college gemachtigd
de noodige stappen te doen om te komen tot wijzi
ging der op het stuk van de werkloosheidsverzeke
ring bestaande plaatselijke verordeningen. Het was
toch duidelijk dat, nu de werkloosheidsverzekering
door de rijksregeling een zaak van algemeen belang
was geworden en bovendien geheel anders geregeld
dan toen zij was overgelaten aan de plaatselijke
besturen, onze verordeningen daarnaast niet onver
anderd zouden kunnen blijven bestaan niet alleen,
doch op grond van artikel 151 der Gemeentewet
zelfs van rechtswege hebben opgehouden te gelden.
Intusschen is het ter wille van de rechtszekerheid
aan te bevelen ook nog die verordeningen door in
trekking van haar kracht te berooven. Hieruit
vloeit voort, dat de tegenwoordige commissie voor
liet werkloozenfonds, evenals het fonds zelf met
de daaraan verbonden functie van secretaris-pen
ningmeester, met de verordening zullen opgehou
den hebben te bestaan. Zoodra de algemeene rege
ling in werking treedt, en dit kan, gelijk blijkt uit
onze voordracht van 16 Maart 1.1. die geleid heeft
tot het raadsbesluit van .10 dezer, pas na eenigen
tijd het geval zijn de reglementen der werkloo
zenkassen moeten eerst nog door den minister zijn
goedgekeurd is dus de zaak dezer verzekering,
voorzoover daarbij de medewerking van het ge
meentebestuur is gevorderd, volgens art. 126 dei-
Gemeentewet aan de uitvoering van ons college
onderworpen, in welke taak het ons voornemen is
ons door een commissie van advies te laten bijstaan
volgens regelen door ons te stellen. Het zal wen-
schelijk zijn voorloopig op den bestaanden voet het
presentiegeld aan de leden der commissie en de be
looning van den secretaris-penningmeester van het
fonds, welke functie, zij het onder anderen naam,
zal dienen te blijven bestaan, te bestendigen.
Op grond van het voorafgaande hebben wij de
eer U voor te stellen te besluiten:
a. met ingang van den dag, waarop de alge
meene regeling der werkloosheidsverzekering vol
gens Koninklijk besluit van 2 December 1916, Stbl.
no. 522, wordt ingevoerd, in te trekken de verorde
ning op 't Gemeentelijke Werkloozenfonds te Leeu
warden (gemeenteblad 1909 no. 11) met dankbe
tuiging aan de leden der commissie voor het fonds
voor de in die hoedanigheid aan de gemeente be
wezen diensten;
b. genoemde commissie te verzoeken tot aan den
dag sub a het in art. 5 dier verordening bedoeld
verslag en de rekeningen verantwoording over 1917
in te zenden:
c. het werkloozenfonds te storten in de ge
meentekas
d. Burgemeester en Wethouders te machtigen
met ingang van den dag sub a ten behoeve van
de in te stellen commissie van advies voorloopig
te bestendigen het thans aan de leden der com
missie voor het werkloozenfonds toegekende pre
sentiegeld voor het bijwonen der commissie-verga
deringen en het salaris, thans toegekend aan den
secretaris-penningmeester van het werkloozen
fonds, voorloopig te blijven uitkeeren aan den te-
genwoordigen titularis, wiens functie na invoering
der nieuwe algemeene regeling inzake de werkloos
heidsverzekering onder dien naam zal komen te ver
vallen.
Leeuwarden, 4 April 1917.
Burgemeester en Wethouders ran Leeuwarden,
.1. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.