Bijlage 15.
159
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. 15.
WIJZIGING der verordening op de winkel
sluiting (Gemeenteblad 1916 no.
26, en 1917 nos. 17 en 24).
Aan den Gemeenteraad.
In handen der Commissie voor het ontwerpen van
strafverordeningen zijn ten fine van prae-advies ge
steld de navolgende adressen:
van W. Yergnes om de 8 uur winkelsluiting te
behouden
van het bestuur der afd. Leeuwarden van den
Nederlandschen Barbiers- en Kappersbond om de
barbiers- en kapperszaken Woensdags- en Vrijdags
avonds open te mogen houden tot 9x/4 uur
van de Algemeene Winkeliers-vereeniging Leeu
warden om gedurende de zomermaanden de winkels
tot 9 uur te mogen openhouden, met later ingekomen
adhaesiebetuiging van de afd. Leeuwarden van de
Federatie van Provinciale Bonden van vergunning
houders in Nederland
van de Afdeeling Leeuwarden van den Nationalen
Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius",
met verzoek dat van de winkeliers-vereenigiDg van
de hand te wijzen.
Later zijn nog ingekomen adressen van talrijke
winkeliers te dezer stede om de 8 uur sluiting te
behouden, waarmede adhaesie betuigd is door den
R. K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkelbe
dienden, afdeeling Leeuwarden en door de afdeeling
Leeuwarden van de Ned. Vereeniging van Chr. Kan
toor en Handelsbedienden.
De winkeliers-vereeniging heeft mondeling haar ver
zoek bij onzen Voorzitter nog nader toegelicht, daarbij
aanvoerende dat zij van een adresbeweging had afge
zien, omdat daar' slechts betrekkelijke waarde aan zou
zijn toe te kennen, en verder in het licht stellende,
dat meer bepaald winkeliers in eetwaren en sigaren
en ook kappers en barbiers van het vervroegde uur
schade ondervinden.
De meerderheid in onze commissie stelt hier tegen
over, dat anderzijds aan de veelvuldig geteekende
verzoekschriften, die voor het behoud van het thans
bepaalde sluitingsuur pleiten, toch ook niet alle waarde
mag worden ontzegd en dat daarop namen voorkomen
van winkeliers in die artikelen, van wie juist de even-
genoemde vereeniging getuigde dat zij van de 8 uur
sluiting, het eerst de nadoelen ondervinden. Dit zou
dus op het tegenovergestelde wijzen. De meerderheid
neemt dus dit standpunt in, dat, nu in het algemeen
zonder veel verzet van de zijde der belanghebbenden
de vervroegde winkelsluiting is ingevoerd, er thans
geen sterke gronden kunnen worden bijgebracht om
daarop terug te komen.
De andere strooming in onze commissie gaat er
van uit, dat feitelijk deze 8 uur sluiting is inge
steld als gevolg van de noodzakelijkheid tot licht-
besparing en dat, nu door de langere avonden die
grond is vervallen, althans gedurende den zomertijd
het sluitingsuur van negen moet worden hersteld,
omdat aangaande dit laatste in den Raad destijds
overeenstemmig verkregen is.
Adviseert onze commissie bij meerderheid van
stemmen alzoo tot behoud van den bestaanden toe
stand, op één punt, en hieromtrent heerscht bij haar
eenstemmigheid, vindt zij aanleiding een wijziging
voor te stellen. In de praktijk is n.l. gebleken, dat
het moeilijkheden kan opleveren, dat de winkelier,
wil hij zich niet aan overtreding der verordening
blootstellen, genoodzaakt is na het sluitingsuur zijne
bedienden den winkel te doen verlaten. Dit grijpt
te zeer in de persoonlijke vrijheid in. Meermalen
toch zijn er als het bezoek van het publiek is afge-
loopen, nog allerlei werkzaamheden, die de veror
dening het den winkelier niet mag beletten door zijn
personeel te doen verrichten. Om dit mogelijk te
maken strekt een aanvulling van artikel 4, die hier
onder wordt voorgesteld.
De Commissie geeft den Raad dus in overweging
te besluiten
a. op de bovenvermelde adressen te doen ant
woorden, dat tot verandering van het sluitingsuur
van winkels thans geen aanleiding wordt gevonden
b. de verordening op de winkelsluiting te wijzigen
overeenkomstig het hieronder volgend ontwerp.
Leeuwarden, 8 Mei 1917.
De Commissie voor het ontioerpen
van Strafverordeningen.
De Voorzitter:
J. PATIJN.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
gelet op het voorstel der commissie voor het onh
werpen van strafverordeningen
BESLUIT
vast te stellen de navolgende