Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. tionsweg, dwars over het Zuiderplein naar den spoorwegovergang hij de Schrans, verder in zooveel mogelijk rechte richting langs de noordzijde van en evenwijdig aan den Staatsspoorweg tot aan het Emmaplein, in noordelijke richting over het Emma- olein over eene te bouwen nieuwe draaibrug over het Nieuwe Kanaal, over gemeentelijk terrein, dooi de Bote van Bolswertstraat, over eene te maken nieuwe brug over het Vliet, over eene aan te leg gen gemeentestraat naar het Cambuursterpad, over gemeente-terrein naar den Groningerstraatweg bij de herberg „de Bleek", over den Groningerstraat weg in de richting naar Hardegarijp en verder wor den aangesloten aan den spoorweg van Drachten naar Veenwouden. 3e. De spoorweg moet worden aangelegd met de normale spoorwijdte en zoodanig worden ingericht, dat de normale goederenwagens der hoofdspoorwe gen daarover zonder overlading kunnen worden vervoerd. 4e. Eene teekening, aangevende de juiste rich ting op eene schaal van ten minste 1 op 2500, met aanduiding van alle kadastrale perceelen op en bin nen 5 Meter en voor zoover het huizen zijn 10 Me ter ter weerszijden van den spoorweg, voor zoover het betreft het gedeelte van den spoorweg in de gemeente Leeuwarden, moet door Burgemeester en Wethouders worden goedgekeurd. 5e. De spoorweg moet in exploitatie zijn ge bracht op het daarvoor in de voorwaarden door het Rijk aan zijn te verleenen voorschot te bepalen tijd stip. (ie. De Maatschappij is verplicht in aansluiting aan den spoorweg in de Willem Lodewijkstraat bij het Emmaplein, zoodra dit door de gemeente wordt verlangd, een zijlijn aan te leggen langs de Wil lem Lodewijkstraat en verder over een door de gemeente ter beschikking van de Maatschappij te stellen strook grond onmiddellijk benoorden de spoorlijn naar Groningen, als verste punt tot aan de spoorbrug over de Tijnje. Voor zoover toepasselijk gelden ten aanzien van die zijlijn de in deze voorwaarden gestelde bepa lingen. Te. De nieuwe draaibrug met toebehooren over het Nieuwe Kanaal moet met twee doorvaarten en eene dekbreedte van 8 Meter worden gebouwd en ten genoegen van Burgemeester en Wethouders aan de kademuren worden verbonden. De plannen voor de constructie en de plaats der brug moeten worden onderworpen aan de goedkeuring van Bur gemeester en Wethouders en voor zooveel noodig ook aan die van Gedeputeerde Staten der provincie Friesland. Dadelijk nadat de brug met bijbehooren- de werken is opgeleverd en door Burgemeester en Wethouders goedgekeurd, wordt zij bij afzonderlijke akte in vollen eigendom aan de Gemeente overge dragen. Be. Door de zorg en voor rekening der gemeente zal over het Vliet bij de Bote van Bolswerstraat worden gebouwd een beweegbare brug met toebe hooren, geschikt voor gewoon verkeer en voor het vervoer daarover van tram- en spoorwegmaterieel, Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. 17. met eene asbelasting van ten hoogste 15.000 K.G. 9e. Voor de kruising van de Cambuurstervaart door den spoorweg wordt de vaart dooi- de gemeen te over een voldoende lengte gedempt en gerioleerd. 19c. De gemeente zorgt, dat tijdig de vereischte werken in het traject van de te maken nieuwe brug over het Nieuwe Kanaal tot den Groningerstraat weg in gereedheid zijn gebracht, zoodat, wat haar aangaat, de exploitatie over dat baanvak gelijk tijdig met die over de andere baanvakken binnen de gemeente Leeuwarden kan aanvangen. 11e. De beweegbare bruggen over liet Nieuwe Kanaal bij het Emmaplein en over het Vliet bij de Bote van Bolswerstrat, een en ander met bijko mende werken, worden door de gemeente onderhou den en bediend. De kosten van het onderhoud zoo mede van eventueele vernieuwing dezer bruggen met toebehooren, worden voor de helft door de Maatschappij gedragen. De beslissing omtrent de noodzakelijkheid van vernieuwing blijft aan Bur gemeester en Wethouders. De kosten van bediening dezer bruggen zijn ten laste van de gemeente, met uitzondering van die, welke betaald moeten wor den voor de diensten, speciaal ten behoeve van het spoorwegverkeer verleend. 12e. Zoodra de gemeente noodig oordeelt voor de brug over het Nieuwe Kanaal bij het Emmaplein een brugwachterswoning te bouwen, wordt door de Maatschappij als bijdrage in de kosten daarvan op eerste vordering, nadat met den bouw een aan vang- is gemaakt, een bedrag van 4500.aan de gemeente betaald. 13e. Het renteloos voorschot wordt door de ge meente uitgekeerd' in zooveel gelijke termijnen als nader door Burgemeester en Wethouders zal wor den bepaald, met dien verstande dat de laatste ter mijn zal zijn uitgekeerd binnen één maand, nadat de spoorweg in exploitatie is gebracht. 14e. De restitutie van het voorschot zal geschie- dek volgens regelen, voor de terugbetaling van het te ontvangen Rijksvoorschot geldende. 15e. Het voorschot, voor zoover uitgekeerd en niet afgelost, is te allen tijde opeischbaar in de vol gende gevallen: a. wanneer de spoorweg niet in exploitatie is ge bracht binnen den in de 5e voorwaarde gestelden termijn b. wanneer de exploitatie van den spoorweg zon der toestemming van Burgemeester en Wethouders vrijwillig aan derden wordt overgedragen; c. wanneer de voorwaarden, verbonden aan de toekenning van het renteloos voorschot, door de Maatschappij niet worden nageleefd. 16e. De gemeente behoudt zich de bevoegdheid voor, om, indien de Maatschappij of hare rechtver krijgenden ophouden den spoorweg te exploiteeren, zonder dat de Staat gebruik maakt van de hem bij de 19e voorwaarde toegekende bevoegdheid, de werken door de Maatschappij binnen de gemeente aangelegd, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, en tegen een schadeloosstelling over te nemen, die bij min nelijke schikking, of in geval van verschil, door drie deskundigen, van welke een door Burgemeester

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1917 | | pagina 86