b. in aansluiting aan de in art. 1 bedoelde lijn in de Wil lem Lodewijkstraat bij bet Em- maplein, zoodra dit, door de gemeente, met het oog op even tueel te stichten fabrieken op het 2e kanaalpand, wordt ge vorderd, de trambaan vanaf punt 2 in de W illem Lodewijk straat oostwaarts langs die straat door te trekken tot en niet den spoorwegovergang bij de 2e kanaalbrug en verder over een door de gemeente ter beschikking van de Tramweg Maatschappij te stellen strook grond, onmiddellijk benoorden de spoorlijn naar Groningen, als verste punt tot aan de spoorbrug over de Tijnje; voor zoover toepasselijk gelden ten aanzien van die zijlijn de bij de ze concessie gestelde bepalin- gen. 10. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Art. 3. De concessie eindigt op het tijdstip daarvoor in de over eenkomst, betreffende dezen spoorweg door de concessiona ris met den staat te sluiten, be paald. De concessionaris is ver plicht, indien dit door den ge meenteraad gedurende den loop der concessie wordt ver langd: a. over zulk een gedeelte van het binnen de gemeente gelegen traject als door den ge meenteraad zal worden aan gewezen, de voortbeweging ba rer treinen door stoom vermo gen te vervangen door electri- scbe tractie. Daarbij zullen de bepalingen gelden als tusschen bet ge meentebestuur en de conces sionaris in der minne zullen worden overeengekomen en bij verschil te bepalen als in het slot van het eerste lid van art. 21 is geregeld. Dit verlangen kan door den gemeenteraad niet vóór 1 Ja nuari 1921 worden uitgespro ken. Burgemeester en Wethou ders kunnen voor het gebruik dier lijn nadere regelen stellen. Art. 4. Tijdens den duur der conces- 18. De Maatschappij is verplicht, indien dit door den gemeente raad wordt verlangd, over zulk een gedeelte van het binnen de gemeente gelegen traject als door den gemeenteraad zal worden aangewezen en voor treinen uitsluitend in commu naal verkeer, met goedkeuring van den Minister van Water staat de voortbeweging barer treinen door stoom vermogen te vervangen door eleetrische tractie Daarbij zullen de bepalingen gelden als tusschen het ge meentebestuur en de Maat schappij in der minne zullen worden overeengekomen en bij verschil te bepalen als in het slot van het eerste lid van ar tikel 17 is geregeld. Dit verlangen kan door den gemeenteraad niet vóór 1 Ja nuari 1921 worden uitgespro ken. 6. De Maatschappij is verplicht in aansluiting aan den spoor weg in de Willem Lodewijk straat hij het Emmaplein, zoo dra dit door de gemeente wordt verlangd, een zijlijn aan te leg gen langs de Willem Lodewijk straat en verder over een door de gemeente ter beschikking van de Maatschappij te stellen strook grond onmiddellijk be noorden de spoorlijn naar Gro ningen, als verste punt tot aan de spoorbrug over de Tijnje. Voor zoover toepasselijk, gelden ten aanzien van die zij lijn de in deze voorwaarden ge stelde bepalingen. Art. 3, le lid, blijft thans bui ten behandeling. De Maatschappij achtte deze voorwaarde te bezwarend, zjj is nochtans aan den Minister van Waterstaat voorgelegd. Z.Ex. deelde het gevoelen der Maatschappij en vond bo vendien de voorwaarde slechts voor goedkeuring vatbaar, in dien ze alleen betrekking heeft op treinen in uitsluitend com munaal verkeer en wordt goed gekeurd door den Minister van Waterstaat. Het artikel is mitsdien overeenkomstig ge wijzigd. Het laatste lid is vervallen, aangezien het hier, zooals de Minister opmerkt, den dienst en het gebruik van den spoor weg betreft. 170 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. 17. sie wordt aan de concessiona ris toegestaan, om de rails en al wat tot den tramweg be hoort, in openbaren gemeente grond en -bruggen te hebben. De gemeente zorgt, dat tij dig de vereischte werken in het traject van de te maken nieu we brug over het Nieuwe Ka naal tot den Groninger straat weg in gereedheid zijn ge bracht, zoodat, wat haar aan gaat, de exploitatie over dat baanvak gelijktijdig met die over de andere baanvakken binnen deze gemeente kan aan vangen. Art. 5. Door de zorg en voor reke ning van de concessionaris moeten nieuwe gesmeed ijzeren bruggen worden gemaakt, met gemetselde landhoofden, pij lers, remmingwerken enz. over de Potmarge en het Nieuwe Kanaal bij het Emmaplein. De brug over de Potmarge moet in doorstroomingsprofiel, doorvaartswijdte en door- vaartshoogte overeenkomen met de over genoemd vaarwa ter liggende spoorbrug. De nieuwe draaibrug met toebehooren over het Nieuwe Kanaal moet met twee door vaarten en eene dekbreedte van 8 Meter worden gebouwd en ten genoegen van Burge meester en Wethouders aan de kademuren worden verbonden. De bruggen moeten een zes voudige zekerheid bieden voor stoomtramverkeer, waarin spoorwagens, beladen met 10000 K.G. en locomotieven met een gewicht van ten hoog ste 20000 K.G., vervoerd wor den. De na te noemen hrug over het Vliet bjj de Bote van Bols- wertstraat en de brug over het Nieuwe Kanaal bij het Emma plein, een en ander met bijbe- hoorende werken, worden door de gemeente onderhouden. De kosten van het onder houd, zoomede van eventueele vernieuwing der in het vorige lid bedoelde bruggen c.a. wor den voor de helft door de con cessionaris gedragen. De beslissing omtrent de De gemeente zorgt, dat tgdig de vereischte werken in het traject van de te maken nieu we brug over het Nieuwe Ka naal tot den Groningerstraat weg in gereedheid zijn ge bracht, zoodat, wat haar aan gaat, de exploitatie over dat baanvak gelijktijdig met die over de andere baanvakken binnen de gemeente Leeuwar den aanvangen. Art. 4, le lid, blijft thans bui ten behandeling. Art. 5 is voor het grootste deel terug te vinden in de voor waarden 7, 8, 9, 11 en 12. Het gedeelte dat vervallen is, is van ondergeschikt belang. 7 (eerste zin). De nieuwe draaibrug met toebehooren over het Nieuwe Kanaal moet met twee door vaarten en eene dekbreedte van 8 Meter worden gebouwd en ten genoegen van Burgemees ter en Wethouders aan de ka demuren worden verbonden. 11 (eerste gedeelte). De beweegbare bruggen over het Nieuwe Kanaal bij het Emmaplein en over het Vliet, bij de Bote van Bolswert- straat, een en ander met bijko mende werken, worden door de gemeente onderhouden en bediend. De kosten van het on derhoud, zoomede van eventu eele vernieuwing dezer brug gen met toebehooren, worden voor de helft door de Maat schappij gedragen. De beslis sing omtrent de noodzakelijk- 171

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1917 | | pagina 88