Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 191
volgen richting en van alle
werken in den openharen weg
ten minste drie maanden vóór
liet begin van uitvoering daar
van, aan de goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders
te onderwerpen.
Vóór dat die goedkeuring op
elk onderdeel verleend is, mag
met den aanleg niet worden
begonnen. Van den weg in 't al
gemeen moet een overzichts
kaart worden overgelegd op
een schaal van 1 a 2500, met
aanduiding van alle kadastrale
perceelen op en binnen 5 Me
ter en, voor zoover het huizen
zijn 10 Meter ter weerszijden
van den weg.
Voor zoover dit nader door
Burgemeester en Wethouders
zal worden gevorderd, moeten
van onderdeelen van den weg
bovendien teekeningeu op een
schaal van 1 a 200 worden over
gelegd en van kunstwerken op
een schaal van 1 a 100; een en
ander met duidelijke omschrij
ving.
Elke verandering of noodig
gebleken wijziging in een in
den openbaren weg gelegen
werk moet de goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders
hebben verkregen, vóór zij
wordt uitgevoerd.
4.
Eene teekening, aangevende
de juiste richting oj) eene
schaal van ten minste 1 op
2500, met aanduiding van alle
kadastrale perceelen op en bin
nen 5 Meter en voor zoover
het huizen zyn 10 Meter ter
weerszijden van den spoor
weg, voor zoover het betreft
liet gedeelte van den spoor
weg in de gemeente Leeuwar
den, moet door Burgemeester
en Wethouders worden goed
gekeurd.
Art. 10.
Onverminderd de verplich
ting, voortvloeiende uit het be
paalde bij art. (i, 2e lid, is de
•oncessionaris gehouden die
gedeelten der baan, waar vol
gens het oordeel van Burge
meester en Wethouders be
hoefte bestaat aan verharding
van het wegvlak, over eene
hreedte van tenminste 2.50 me
ter te bestraten met waal
straatklinkers op hun kant, de
rails te plaatsen op stoelen en
te voorzien van contrarails,
binnen 3 maanden na ont
vangst van den last daartoe.
Art. 11.
W aar de afwatering van den
weg of de bermen door de op
hooging of door de spoorstaven
mocht worden belemmerd, moe
ten binnen zes weken na de
daartoe door Burgemeester en
ethouders gedane aansehrij-
ïdem.
176
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. 17.
ving en volgens hunne aanwij
zing, onder den weg de noodi-
ge ijzeren buizen met zinkkol-
ken zijn gelegd, voor zooveel
noodig met goten, van klin
kers op hun kant, bij gebreke
waarvan zulks van gemeente
wege op kosten van de conces
sionaris zal geschieden.
Art. 12.
De spoorstaven mogen geene Idem.
belemmeringen opleveren voor
den overgang van uitwegen
naar aansluitende wegen en
particuliere eigendommen.
Waar deze overwegen niet be
straat zyn, moet over drie me
ter breedte tussehen de rails
en tot 1.50 nieter aan weers
zijden van den tramweg daar
in door klinkers op hun kant
worden voorzien, over welke
breedte de weg in dien staat
moet worden onderhouden.
Art. 13.
Spoorstaven of andere on
derdeelen van den tramweg,
die in de kunstwegen liggen,
mogen niet boven het straat-
vlak uitsteken
Art. 14.
Waar de tramweg waterlos
singen kruist, moeten voor re
kening van de concessionaris
de duikers aldaar worden ver
lengd, versterkt of afzonder
lijke duikers of bruggen ge
bouwd worden van voldoende
sterkte en afmetingen ten ge
noegen van Burgemeester en
Wethouders; een en ander be
houdens de rechten en ver
plichtingen van de concessio
naris tegenover derden.
Art. 15.
De concessionaris is gehou- Idem.
den, zich bij de uitvoering der
werken in 't algemeen stipt te
gedragen naar de voorschrif-
teh dezer vergunning en de
goedgekeurde ontwerpen en
bestekken.
Kleine noodzakelijke afwij
kingen zijn toegelaten, mits na
voorafgaande machtiging van
Burgemeester en Wethouders.