Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Alvorens tot de uitvoering van eenig werk over te gaan, verschaft de concessionaris aan Burgemeester en Wethou ders zoovele gewaarmerkte co- pieën van bestekken en teeke- ningen als dezen noodig zullen oordeelen. Bovendien moet, vóór met den aanleg der werken wordt aangevangen, de richting en de hoogte van den weg nauwkeu rig zijn uitgezet en goedge keurd. Elke schade, die tengevolge van den aanleg of de exploita tie van den tramweg aan de gemeente-eigendommen wordt toegebracht, moet door en op kosten van de concessionaris onmiddellijk hersteld worden ten genoegen van Burgemees ter en Wethouders, bij gebre ke waarvan dit college bevoegd is, daartoe op kosten van de concessionaris zelf over te gaan. Waar de bestrating wordt opgebroken, moeten de on bruikbaar gebleken steenen door geheel nieuwe van dezelf de soort worden vervangen. Bij elke afwijking in de voor de uitvoering gestelde voor waarden is de concessionaris verplicht, het in strijd daarme de gemaakte op te breken en geheel overeenkomstig het goedgekeurde ontwerp op nieuw te maken, een en ander naar de voorschriften en ten genoegen van Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethou ders zijn bevoegd, de werken onmiddellijk te doen staken, zoodra in strijd met de goed gekeurde bestekken of met de voorwaarden dezer vergun ning of met hunne bevelen ge handeld wordt. Art. 16. Indien de uitvoering van de ze of gene werken van alge meen nut eene wijziging mede brengt van den openbaren weg, met dit gevolg, dat het naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders noodig is, de richting of de hoogte van die sporen te veranderen, zal de concessionaris, behoudens na- Idem. 178 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1917. Bijl. no. 17. der te treffen regeling omtrent de kosten, tot die verandering gehouden zijn. Indien evenwel die verande ring noodig is voor werken, die rechtstreeks door en voor re kening van de gemeente wor den gemaakt, zullen de kosten daarvan ten laste van de con cessionaris blijven. Mocht volgens het oordeel van Burgemeester en Wethou ders ook het privaat belang der gemeente eene wijziging van de richting of de hoogte der sporen vorderen, dan zal de concessionaris ook tot die ver andering gehouden zijn, doch hiervoor zullen haar dan de aan werkloonen en materialen te maken kosten van gemeen tewege worden vergoed. Art. 17. De van den tramweg op te Idem. ruimen sneeuw mag niet op den kunstweg van den gemeen teweg gebracht worden. Mocht onverhoopt bij sneeuw- opruiming van den kunstweg sneeuw op de spoorbaan ko men, dan zal de concessiona ris daaraan geenerlei recht tot schadevergoeding kunnen out- leenen. Voorts mag niet dan met speciale vergunning van Bur gemeester en Wethouders sneeuw of ijs door kunstmid delen, als zout of dergelijke, verwijderd worden. Art. 18. Voor de bepaling der plaats waar halten of stations zullen worden opgericht, zoomede voor het vaststellen van los- en laadplaatsen voor goederen en vee op gemeentegronden, moet de concessionaris zich geheel gedragen naar de voorschrif ten, welke haar deswege door Burgemeester en Wethouders zullen worden gegeven. De gemeente zal het plaat sen van telephoonpalen op ha ren grond langs den tramweg op door Burgemeester en Wet houders aan te wijzen plaatsen en onder door dezen te stellen voorwaarden dulden, zonder Ook dit artikel gaat later naar de vergunningsvoorwaar den over; hier worde echter thans reeds opgemerkt, dat het aanwijzen van punten waar stations of halten moeten wor den gemaakt, door de wet van 9 April 1875 aan den Mi nister van Waterstaat wordt opgedragen, zoodat de be- voegdheid in art. 18 aan Bur gemeester en Wethouders ge geven, aanmerkelijk zal moeten worden beperkt. 179

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1917 | | pagina 92