b. Art. 25 der concessie-voorwaar
den, laatstelijk gewijzigd bij raadsbe
sluit van 12 Maart 1907, luidt als
volgt
600,-
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919.
=3
C
bp
'o
Hoofdstuk
IV.
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
1917
m
GERAAMD BEDRAG
voor
1918
1919
47
48
Art. 4
Art. 5
Overgebracht
„De concessionaris verbindt zich
geen water uit deze waterleiding bui
ten de grenzen der gemeente Leeuwar
den te leveren zonder goedkeuring
van burgemeester en wethouders.
Met afwijking van het in het vorig
lid bepaalde wordt hem, met inachtne
ming van de artikelen 2 en 3 der con
cessie-voorwaarden, gedurende den
duur der concessie vergunning ver
leend water uit de waterleiding te
leveren ten behoeve van perceelen in
de gemeenten Leeuwarderadeel, Rau-
werderhem en Idaarderadeel en tot dit
doel aansluitingen aan de persbuis te
maken.
Van de bruto-ontvangsten voor het
krachtens de beide vorige leden gele
verde water wordt door den concessio
naris 20 aan de gemeente Leeuwar
den betaald".
Over 1917 is uit dien hoofde ont
vangen eene som van 852,986, waar
om voor 1919 eene ronde som van
wordt geraamd.
c. Verder wordt voor het doen van
bestratingswerken geraamd eene som
van
3.000,—
850
Samen 4.450,
Ontvangsten ter zake van de telefoon
De kosten van voor de telefoon uit te voeren
bestratingswerken bedragen volgens raming
100,-.
Ontvangsten ter zake van de vuilnisverzaine-
l'Hg
De ontvangsten waren over 1917
Compost
Tu rfstrooiselmest
Beer en ier
Puin
Diverse vuilnis
Diverse andere- ontvangsten
als volgt:
72.978,74
2.043,50
8.486,90
398,10
4.861.54
2.829,89®
Totaal 91.098,67®
Vergoeding der kosten van het
reinigen der veemarktplaats met in
begrip van de benoodigde gereed
schappen 7.413,64s
Totaal 99.012,32
De ontvangsten voor 1919 worden geraamd als
volgt:
Compost f Iö2>.0üü,
Beer 13.500,
Scheepsvradht eigen schepen 2.000,
Ier. 1.000,—
Puin300,
Diverse vuilnis5.000,
Diverse andere ontvangsten 6.940,
Over te brengen 180.740,
20
221.039! 415
113.947
93»
223.943 75
100
99.137 32
116.000
100
188.240
320.171
73»
230.047 93»
412.282
<o
Bijlage tot het verslag' der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl. no. 1.
u
c
Hoofdstuk
IV.
Hoofdstuk
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Ontvangen
BEDRAG
in 1917
GERAAMD BEDRAG
voor
bp
O
V.
1918
1919
Overgebracht 180.740,
Vergoeding der kosten van het
schoonmaken van de veemarkt 7.500,
(Deze som stemt overeen met het
bedrag begrepen in de uitgaaf onder
volgno. 303).
320.176
73'
230.047
93'
412.283
75
Totaal 188.240,—
De opbrengst van compost is geraamd naar den
prijs waarvoor thans reeds voor voorjaarslevering
1910 verkocht is. In den prijs der compost zijn de
ladingskosten begrepen.
49
Art. 6
Ontvangsten ter zake van de bank van leening
De rente der kapitalen aan de bank van lee
ning verstrekt, zijn, ingevolge raadsbesluit van
28 November 1911, berekend naar 4 Op de
begrooting van de bank van leening is voor 1910
voor rente uitgetrokken 700,
655
56
700
700
50
Art. 7
Ontvangsten ter zake van de gemeentelijke pu-
518
518
518
De aanplakborden zijn tot 1 Juli 1921 openbaai
verpacht voor 518,
Totaal van liet JYde hoofdstuk
321.350
19'
231.265
93'
413.501
75
HOOFDSTUK V.
UITKEER]NOEN, M.IUHAUEN EN SUBSIDIËN.
51
Art. 1
Uilkeering van bet Rijk, volgens de artt. 19
der wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad no. 156),
zooals die is gew ijzigd bij de wet van 3 Juni 1995
(Staatsblad no. 151), na aftrek van 31.620,
volgens art. 9bis dier wet
Door Gedeputeerde Staten van Lïiesland is het
volgens art. 1 der boven aangehaalde wet voor
ieder inwoner uit te keeren bedrag voor deze ge
meente vastgesteld op 3,41.
Naar een getal van 41.966 inwoners (de bevol
king op 1 Jan. 1918) zou de uitkeering bedragen
eene som van 143.104,06. Met het oog op moge
lijke vermeerdering van liet getal inwoners is een
som van 145.620,geraamd;-deze som dient
echter te worden verminderd met de meerdere
rijksbijdrage in de kosten van liet lager onderwijs
ad 31.620,vastgesteld bij beschikking van den
Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 27 De
cember 1905, no. 10778, le afdeeling A. Z. C.,
waarom voor 1019 een bedrag van 114.000,op
de begrooting is uitgetrokken.
107.763
75
108.000
114.000
52
Art. 2
Uitkeering van het Rijk, volgens art. 10 dier
Boven de uitkeering, bedoeld bij artt. 19 der
bovenvermelde wet, ontvangen de gemeenten van
het Rijk over elk jaar een uitkeering ten bedrage
van één vierde van de som der jaarwedden voor
den burgemeester en den secretaris vastgesteld.
Deze uitkeering gaat echter het bedrag van
600,niet te boven.
600
600
600
53
Art. 3
Bijdrage van het Rijk, krachtens art. 48, le lid,
1" der w et tot regeling van het lager onderwijs
85.003
12'
89.000
89.400
Deze bijdrage zal over 1919 vermoedelijk bedra-
gen ƒ87.000,terwijl over 1017 te weinig geno
men is ƒ2.400,
Over te brengen
193.366
87'
197.600
204.000
21