Bijl. no. 47. bijlage no. 47. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. WIJZIGING vaa de verordening tot het heffen van eene plaatselijke directe belasting naar het inkomen. Aan den Gemeenteraad. Sedert de vaststelling van de verordening op de heffing van eene plaatselijke directe belasting naar het inkomen in Uwe vergadering van 18 December 1917 zijn de tijdsomstandigheden zoodanig gewijzigd, dat het toen vastgestelde bedrag voor noodzakelijk levensonderhoud, ad 550.voor alle aangeslagenen, thans niet meer aan billijke eischen voldoet. In vele gemeenten van ons land is de aftrek voor gehuwden en in het algemeen voor hen, die met de verzorging van een gezin zijn belast, hooger dan voor personen, die alleen voor zichzelf hebben te zorgen, liet komt ons alleszins verdedigbaar voor ook voor deze gemeente dienovereenkomstig bepalingen op te nemen. Voor eerstbedoelden stelden wij den aftrek op f 700.en voor de anderen op 600.Den kinderaftrek, thans bedragende 50.per kind of daarmede gelijkgestelden, hebben wij gebracht op 100.—. Evenals in de bestaando verordening willen wij daar boven nog een gedeelte van het inkomen vrijstellen en van een belastbaar inkomen beneden 125.geen belasting heffen. Volgens ons voorstel zullen dus nog buiten de belasting vallen ongehuwden, wier inkomen 700.niet te boven gaat, en gehuwden zonder kinderen, die niet meer dan ƒ800.inkomen hebben. Wij willen opmerken dat wij. indien het er met de gemeentefiuanciën gunstiger voorstond, den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud hooger zouden hebben gesteld, zooals de Financieele Commissie, die overigens zich met de voorgestelde wijzigingen kan vereenigen, verdeeld is over de vraag of de aftrek voor gehuwden niet op ƒ800.moet worden gesteld. Het op te brengen bedrag aan belastingen voor het dienstjaar 1920 is echter belangrijk hooger dan op de begrooting voor 1919 werd uitgetrokken. Bovendien is vermindering van het totaal inkomen te verwachten. En aangezien dit voorstel, toegepast op het kohier van 1919, reeds een verlaging van het totaal der cijfers van aan- ONTWERP. BESTAANDE REDACTIE. Art. 2. Jaarlijks bij de vaststelling van de begrooting van de inkomsten en uitgaven der gemeente voor het slag met 1,760,000. of ongeveer 1/10 van het geheele belastbaar inkomen tengevolge zal hebben, meeuen wij, dat ons voorstel wel den maximum aftrek aangeeft, waartoe voorshands kan worden overgegaan. De klasse-indeeling, zooals die thans nog geregeld is, dient ook te worden gewijzigd, omdat vooral bij de hoogere klassen in vele gevallen het verschil in inkomen bij lange na niet evenredig is aan het ver schil in de te betalen belasting. Wij hebben tot 600.belastbaar inkomen dat is dus voor on gehuwden tot 1200.en voor gehuwden, zonder kinderen, 1300.zuiver inkomen de klassen laten opklimmen met 50.en daarboven hebben wij voor elke 100.meer een hoogere klasse ge nomen. Deze regeling is veel billijker dan die volgens de thans vigeerende bepaling. Met het oog op de verschillende bedragen van aftrek 600.voor ongehuwden en 700.voor gehuwden) is het ge- wenscht de klassificatie niet meer te te doen ge schieden naar het zuiver, maar naar het bolastbaar inkomen. De vorenbedoelde wijzigingen zijn aangebracht in artikelen 3 en 4 en opgenomen in een nieuw artikel 3his. Vermits het percentage van heffing voor 1920 hooger zal moeten worden gesteld dan het maximum (6) in artikel 2 toegelaten, behoort dat artikel ook te worden gewijzigd. Gebleken is dat voor de goed keuring der verordening door de Kroon geen ver melding van het percentage moer wordt vereischt. Mitsdien komt het wenschelijk voor de bepaling dien aangaande geheel te schrappen. Ten slotte is bij artikel 12 nog voorgesteld het model beschrijvingsbiljet niet meer door den Raad, maar door Burgemeester en Wethouders te doen vaststellen, gelijk ook reeds thans met het aanslagbiljet het geval is. Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U voor te stellen het hier volgende ontwerp tot Uw besluit te verheffen. Leeuwarden, f November ,gi9 li Decmeber Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. A. JONKEREN, l.-Seeretaris. De Raad der gemeente Leeuwarden Overwegende dat het gewenscht is in de verorde ning op de heffing eener plaatselijke directe belasting naar het inkomen eenige wijziging aan te brengen Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders besluit die verordening te wijzigen als volgt I. A. in artikel 2 vervallen de komma achter het woord „hoeveel" en de daarop volgende woorden „doch hoogstens 6". 381

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1919 | | pagina 191