no. 47. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. volgend dienstjaar bepaalt de raad, hoeveel, doch hoogstens 6 ten honderd van het totaal bedrag der cijfers van aanslag, over dat dienstjaar tot het vinden van de benoodigde som zal worden geheven. Art. 3, eerste lid. Belastingplichtig is ieder, door wien volgens artikel 245 van de gemeentewet in deze belasting moet worden bijgedragen en wiens zuiver inkomen meer dan ƒ650. bedraagt. Art. 4, 3e en 4e lid. Het belastbaar inkomen wordt gevormd door het middencijfer van elke klasse te verminderen met 550.en bovendien met 50.voor elk inwonend eigen, aangehuwd of kleinkind, dat niet zelfstandig is aangeslagen en op den 1 Januari van het belasting jaar of bij tusschentijdschen aanvang van belasting plichtigheid, op den datum van aanvang den vollen ouderdom van 16 jaar niet heeft bereikt, of wegens voortdurende lichaams- of zielsgebreken niet in staat is in zijn onderhoud te voorzien. Met kinderen worden gelijk gesteld 1. pupillen, die voldoen aan de eischen in de vorige zinsnede aan kinderen gesteld 2. inwonende hulpbehoevende bloed- of aanver wanten, die ten laste komen van den belastingplichtige. Van een belastbaar inkomen beneden 125.wordt geene belasting geheven. Art. 4, eerste lid. De belastingplichtigen worden ambtshalve naar hun vermoedelijk zuiver inkomen als volgt in klassen gerangschikt le klasse van boven 650.tot en met 700. II. In artikel 3 worden in het eerste lid de woorden „zuiver inkomen meer dan 650.vervangen door: „belastbaar inkomen, berekend volgens artikel 4, 125.— of meer". III. Na artikel 3 wordt een nieuw artikel 3bis inge- lascht, luidende als volgt: Art. 3bis. Het belastbaar inkomen wordt gevormd door het zuiver inkomen te verminderen met a. f 700.voor gehuwden en weduwnaars (we duwen) of gescheiden echtgenooten, die op overeen komstige wijze leven als gehuwden en dus een eigen huishouden voeren, waarvan zij als hoofd en kostwinner optreden en 600.voor de overige belasting plichtigen b. f 100.voor elk inwonend eigen, aangehuwd of kleinkind, dat niet zelfstandig is aangeslagen en op den 1 Januari van het belastingjaar of bij tus schentijdschen aanvang van belastingplichtigheid, op den datum van aanvang den vollen ouderdom van 16 jaar niet heeft bereikt, of wegens voortdurende lichaams- of zielsgebreken niet in staat is in zijn onderhoud te voorzien. Met kinderen worden gelijk gesteld 1. pupillen, die voldoen aan de eischen in de vorige zinsnede aan kinderen gesteld 2. inwonende hulpbehoevende bloed- of aanverwan ten, die ten laste komen van den belastingplichtige. IV. Artikel 4 wordt gelezen als volgt Naar het overeenkomstig artikel 3bis berekende belastbaar inkomen worden de belastingplichtigen ambtshalve als volgt in klassen gerangschikt: Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl 2e II 11 700.— 11 11 750.— le klasse van boven 100.tot en met 150. 3e 11 11 750.— 11 11 800.— 2e II 11 150- n 200.- 4e 11 11 800.— 11 11 850. 3e 200. 1! 250. 5e 11 19 850.— 11 11 900.— 4e u O 250. ti n 300. 6e 11 11 900.— 11 11 950. 5e 300. u n ii 350. 7e 11 11 950.— 11 11 1000.— 6e 350. ii 400.- 8e 11 11 1000.— 11 11 1050.— 7e li i) i) 400. n ii ii 450. 9e 11 11 1050.— 11 11 1100.— 8e li u )i 450. ii 500.— 10e 11 11 1100.— 11 11 1150.— 9e 500. ii 550.— 11e 11 11 1150.— 11 11 1200.— 10e 650. n 600.- 12e enz. 11e li n n 600. ii I, 700.- Art. 5. De aanslag geschiedt naar de volgende cijfers (cij fers van aanslag) bij enz. Art. 12, eerste lid. Voor elk belastingjaar kan aan ieder, die geacht wordt op den 1 Januari belastingplichtig te zijn, een beschrijvingsbiljet, overeenkomstig een door den raad vastgesteld model, worden uitgereikt en voorts aan ieder, die het beheer heeft over goederen, toebe- hoorende aan op 1 Januari belastingplichtige personen. V. Art. 5 wordt gelezen als volgt: De aanslag geschiedt naar de cijfers van aanslag, bedoeld in het laatste lid van art. 4. VI. In artikel 12, eerste lid, worden de woorden „den raad" vervangen door „Burgemeester en Wethouders". Elke 100.of gedeelte daarvan boven de ƒ700.— vormt een hoogere klasse. Het middencijfer van elke klasse is de grondslag voor de samenstelling der cijfers van aanslag, berekend volgens de tabel die aan deze verordening is toegevoegd. VII. Deze wijzigingen treden in werking den 1 Januari 1920. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 382 383

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1919 | | pagina 192