Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919.
Art. 6.
Aan de Commissie is meer in het bijzonder opge
dragen Burgemeester en Wethouders bij te staan in
het toezicht op
a. de dagelijksche leiding en het geldelijk beheer
der bedrijven in hunnen geheelen omvang
b. de naleving van alle verordeningen en instruc
tion betrekkelijk de bedrijven
c. het onderhoud van de onder de verschillende
bedrijven ondergebrachte eigendommen met toe-
behooren, in den ruimsten zin genomen
d. in- en verkoopen
e. alle voorwaarden voor leveringen aan derden,
en uitvoering van contracten met derden.
Art. 7.
Ten minste eenmaal in elk kwartaal van het kalen
derjaar worden de kas en de boeken van de bedrijven
door of van wege de Commissie opgenomen.
De Commissie is bevoegd om aan Burgemeester en
Wethouders voorstellen te doen omtrent het aanleggen
van boeken en registers voor die bedrijven, die door
haar noodig worden geoordeeld.
Art. 8.
Zij zendt telken jare vóór den lBden April de door
de directeuren opgemaakte verslagen over het afge-
loopen boekjaar en vóór den 15den Juli de doorhem
in de maand Juni opgemaakte bedrijfsbegrootingen
voor het volgend boekjaar, een en ander vergezeld
van hare bemerkingen, aan Burgemeester en Wet
houders in.
Art. 9.
Zij dient Burgemeester en Wethouders van advies
omtrent het aantal der aan te stellen ambtenaren en
werklieden, alsmede bij voorstellen tot benoeming en
ontslag.
Art. 10.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van
een directeur, een boekhouder of een kassier wordt
door de Commissie aan Burgemeester en Wethouders
een voorstel gedaan tot het nemen der noodige maat
regelen om de werkzaamheden geregeld te doen
doorgaan.
Art. 11.
Zij doet verder aan Burgemeester en Wethouders
alle voorstellen, welke zij in het belang van de be
drijven acht en dient hun van advies omtrent alle
stukken, welke daartoe in hare handen worden gesteld.
Art. 12.
Zij ontvangt jaarlijks ter bestrijding van de kosten
harer vergaderingen en van andere uitgaven ter vrije
beschikking een som, bij de begrooting door den raad
te bepalen, van welke som geen verantwoording van
haar wordt gevorderd.
416
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl no. 53.
Art. 18.
Deze verordening treedt in werking met den dag
harer vaststelling, met welk tijdstip vervalt de ver
ordening regelende de samenstelling en den werk
kring van de Commissie van bijstand voor de ge
meentelijke lichtfabrieken te Leeuwarden, vastgesteld
bij raadsbesluit van 20 Augustus 1912 (Gemeenteblad
no. 21 van 1912).
Met dien dag treedt de raadscommissie, benoemd
krachtens art. 2 der verordening, regelende de samen
stelling en den werkkring der Commissie voor de
gemeentelijke lichtfabrieken af.
Met afwijking van het bepaalde in art. 2 worden
de leden der Commissie voor de bedrijven voor de
eerste maal gekozen zoo spoedig mogelijk na het
vaststellen dezer verordening.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
417