Bijl. no. 1.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919.
e
s
c
if
"o
Hoofdstuk
II
Afdeeling
III en IV.
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN
Ontvangen
BEDRAG
in 1917
GERAAMD BEDRA
voor
1918
1919
Art. 1
AFDEELING III.
Hoofdelijke omslag of andere directe belasting naar
het geschatte inkomen of naar den tiiterlijken staat.
Plaatselijke directe belasting naar
het inkomen
Het primitief kohier over 1918 is vastgesteld op
een totaalcijfer van aanslag van 18.315.566.
Dit cijfer in aanmerking nemende, heeft men ge
ineend voor de raming van 1919 een rond cijfer van
18.600.000 tot grondslag te kunnen nemen.
Bij eene heffing naar 5 ten honderd kan de on
zuivere opbrengst worden geschat
op000.000,—
Voor vermindering wegens ont-
en oninbare
van restitu-
moeilijk een
620.760 69
582.000
heffing, afschrijving
posten, onder aftrek
tiën, waarvan echter
juist cijfer is te ramen, heeft men
gemeend, met het oog op het ge
middelde bedrag over de laatste
drie jaren ad 15.722,94 te kunnen
stellen eene ronde som van
20.000
Rest voor het primitief kohier 880.000,-
II ierbij het vermoedelijk bedrag
der suppletoire kohieren, waarvan
het gemiddelde cijfer over de laat
ste drie jaren bedroeg 44.758,
In 1917 was het totaal dier kohie
ren 89.923,08; in verband met bo
venvermeld gemiddelde wordt uit
getrokken eene ronde som van 45.000,-
Totaal der vermoedelijke op
brengst- 925.000,
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
18 December 1917, goedgekeurd bij Koninklijk
besluit van 27 Maart 1918, no. 91.
Totaal van de IJlde afdeeling
620.760
69
582.000
AFDEELING TV.
Art. 1
Belasting op de honden.
Belasting op de honden
De lijsten over 1917 zijn vastgesteld tot een be
drag van2.019,
Hieraf het bedrag der ontheffin
gen en oninbare posten120,75
1.888
25
'2.000
1.800
Rest 1.888,25
Met het oog hierop is geraamd eene ronde som
van 1.800,
Het bedrag der eventueel te verleenen restitu-
tiën is uitgetrokken onder volgno. 144.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
25 Juli 1905, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 9 September 1905, no. 35.
Totaal van de IVe afdeeling
6
1.888
25
2.000
1.800
age tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919.
c
Hoofdstuk
II.
Afdeeling
V en VI.
Art. 1
Art. 1
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
AFDEELING V.
Belasting op tooneelvertooningen en andere openbare
vermakelijkheden.
Belasting op tooneelvertooningen en andere
openbare vermakelijkheden
De opbrengst over 1917, bedragende ruim
18.060,in aanmerking nemende, heeft men
gemeend eene ronde som van 18.000 te kunnen
ramen.
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van
12 Juni 1917, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 2 Augustus 1917, no. 9, gewijzigd bij raads
besluit van 25 Juni 1918, welke wijziging is goed
gekeurd bij Koninklijk besluit van 8 Augustus
1918, no. 77.
Totaal van de Vde afdeeling
AFDEELING VI.
Rechten, loonen en andere gelden, bedoeld in artikel
238 der gemeentewet en belastingenwaai van de
heffing krachtens bijzondere wetten geschiedt.
Bruggelden
De opbrengst van bruggelden, die bij gaardering
worden geïnd, was over 1917 als volgt:
Harlingervaartsbrug f 3.121,30
Noorderbrug1.055,75
Prins Hendrikbrug2.247,60
Wirdumerpoortsbrug1.930,60
Vrouwenpoortsbrug845,80
Verversbrug347,55
le Kanaalbrug2.720,70
2e Kanaalbrug2.756,50
Samen
15.025,80
In aanmerking nemende, dat de opbrengst door
de tijdsomstandigheden daalt, heeft men gemeend
de volgende bedragen te kunnen ramen, als:
de Boomsbrug r t t Mei 1919 verpacht f
V lietsterbr.
Ophaalbrug 1919
Blauwebrug 1919
Poppebrug 1919
Harlingervaartsbrug bij gaarde
ring
Noorderbrug bij gaardering
Prins Hendrikbrug
W i rdu merp oo rtsbr
Vrouwenpoortsbrug
Vei ver,shrug
le Kanaalbrug
2e Kanaalbrug
124,-
5,-
1,-
1,-
2,700,—
900,—
2.000,—
1.700,—
750,—
300,—
2.400,—
2.419.—
Totaal 13.300,
De heffing geschiedt, wat betreft de doorvaarts-
gelden van de Boomsbrug, de Vlietsterbrug, de
Ophaalbrug, de Poppebrug en de Blauwebrug,
krachtens raadsbesluit van 8 I lecember 1903, goed
gekeurd bij Koninklijk besluit van 15 Februari
1904, no. 46, van de Harlingervaartsbrug, de Noor
derbrug, de Prins Hendrikbrug, de Wirdumer
poortsbrug, de Vrouwenpoortsbrug, de Arervers-
brug en de beide Kanaalbruggen, krachtens raads
besluit van den 25 Februari 1913, goedgekeurd bij
Koninklijk besluit van 25 April 1913, no. 30.
Over te brengen
f
Ontvangen
BEDRAG
in 1917
GERAAMD BEDRAG
voor
1918
1919
18.187 555
17.000
18.187 1555
17.000
15.194 85
18.500
18.000
15.194
85
18.000
13.300
18.500;
13.300