Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. HOOFDSTUK VIII. Straffen. Art. 45. De werkman, die zich aan een klein vergrijp, ter beoordeeling van het betrokken hoofd van den tak van dienst, schuldig maakt, kan door dezen worden berispt, waarvan op door Burgemeester en Wethouders te bepalen wijze aanteekening wordt gehouden. Art. 46. De werkman, die binnen het tijdvak van een jaar voor de derde maal een berisping ontvangt, wordt gestraft met verlies van aanspraak op ten hoogste drie dagen van het eerstkomend jaarlijksch verlof. Art. 47. 1. De werkman, die zich schuldig maakt aan een der feiten, genoemd in het volgend artikel, kan worden gestraft met 1°. inhouding van verlofdagen 2°. schorsing met gemis van loon gedurende die schorsing 3°. enz. 2. In afwachting van de in artikel 49 bedoelde uitspraak van Burgemeester en Wethouders of van het scheidsgerecht, kan de werkman door het be trokken hoofd van den tak van dienst onmiddellijk worden geschorst en zulks, tenzij bij die uitspraak hieromtrent anders wordt besloten, met behoud van loon. Artikel 48. 2. Van alle krachtens de artikelen 46 en 47 op gelegde straffen en de redenen waarom die straffen worden opgelegd, wordt door het betrokken hoofd van den tak van dienst aanteekening gehouden op door Burgemeester en Wethouders aan te geven wijze. Artikel 49. 1. Het betrokken hoofd van den tak van dienst doet van zijn oordeel of tot het opleggen van straf XXIX. Het opschrift van hoofdstuk VIII luidt „Straffen en Scheidsgerecht". XXX. Art. 45 wordt gelezen Van de berisping, die een werkman, welke zich aan een klein vergrijp schuldig maakt, van het hoofd van den tak van dienst ontvangt, kan door dezen in het dienstboekje aanteekening worden gedaan. XXXI. Artikel 46 wordt gelezen De werkman, in wiens dienstboekje binnen het tijdvak van één jaar driemaal de aanteekening eener berisping is gedaan, kan door het hoofd van den tak van dienst worden gestraft met inhouding van ten hoogste drie dagen van de eerstkomende jaarlijkscke vacantie of verlof. XXXII. In artikel 47 le lid wordt gelezen In plaats van „1°. inhouding van verlofdagen": „1°. inhouding van vacantie- en verlofdagen". In plaats van „2°. schorsing met gemis van loon gedurende die schorsing"„2°. boete" In plaats van het tweede lid komen de volgende drie leden 2. Deze straffen worden in overleg met het be trokken lid van het college van Burgemeester en Wethouders door het hoofd van den tak van dienst opgelegd, uitgezonderd wegzending uit den dienst van vaste werklieden, welke door Burgemeester en Wethouders geschiedt. 3. Het hoofd van den tak van dienst is bevoegd, vóór het opleggen der straf, den werkman van het werk te verwijderen. Bij de oplegging der straf wordt bepaald of den werkman over den tijd zijner ver wijdering loon wordt uitgekeerd. 4. De boete wordt op door Burgemeester en Wet houders te bepalen wijze aangewend ten behoeve van eenig doel, waarbij een algemeen belang der werk lieden betrokken is. XXXIII. In plaats van het 2e lid van artikel 48 wordt als nieuw derde lid gelezen Van alle krachtens de artikelen 46 en 47 ten uitvoer gelegde straffen en de redenen waarom die straffen worden opgelegd wordt door het betrokken hoofd van den tak van dienst aanteekening gehouden op door Burgemeester en Wethouders aan te geven wijze. Het tweede lid van dit artikel wordt gelezen als volgtBurgemeester en Wethouders en het hoofd van den tak van dienst geven van door hen opgelegde straffen, waarvan beroep is toegelaten op het Scheids gerecht, binnen 2 X 24 uur gelijktijdig kennis aan het Scheidsgerecht en aan den gestrafte. XXXIV. De artt. 49 en 50 worden vervangen door de volgende 144 Bijl age tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl. no. 6. moet worden overgegaan, of van het uitspreken der derde berisping, als bedoeld in art. 46, binnen twee dagen nadat het strafbare feit te zijner kennis is ge komen of de berisping is uitgesproken, mededeeling aan Burgemeester en Wethouders. 2. Burgemeester en Wethouders doen in hunne gewone vergadering, eerstvolgende op den tweeden dag na ontvangst dier mededeeling, uitspraak of de werkman strafbaar is en welke straf hem kan worden opgelegd of, ingeval de mededeeling het uitspreken der derde berisping betreft, in welke mate de straf, bedoeld in art. 46, kan worden opgelegd, en geven hiervan kennis aan het betrokken hoofd van den tak van dienst en, behalve in het geval dat de uitspraak behelst, dat geen straf wordt opgelegd, mede aan den werkman, die bevoegd is binnen drie dagen na ontvangst van deze kennisgeving aan Burgemeester en Wethouders mede te deelen, dat hij de beslissing van het scheidsgerecht inroept. 3. Maakt de werkman van de in het vorig lid bedoelde bevoegdheid tot het inroepen dier beslissing binnen den daar gestelden termijn gebruik, dan doen Burgemeester en Wethouders daarvan binnen vier dagen, nadat het bericht te hunner kennis is gekomen, mededeeling aan het scheidsgerecht, dat in hoogste ressort de uitspraak doet invoege als volgens het vorige lid anders van Burgemeester en Wethouders ware uitgegaan. Van de uitspraak van het scheids gerecht wordt onmiddellijk aan Burgemeester en Wethouders en aan den werkman kennis gegeven. 4. Binnen de grenzen dier uitspraak leggen Bur gemeester en Wethouders de straf op en doen daar van mededeeling aan het betrokken hoofd van den tak van dienst en aan den werkman. 5. De termijnen, in het tweede lid genoemd, moeten in acht worden genomen op straffe van de handeling met nietigheid te treffen, die binnen die termijnen moest worden verricht. Artikel 50. 1. De instelling, samenstelling en wijze van werken van het scheidsgerecht wordt bij afzonderlijke ver ordening geregeld. 2. Deze verordening bepaalt tevons in hoeverre de beslissing van Burgemeester en Wethouders of van het scheidsgerecht kan worden ingeroepen, indien de werkman zich niet met een te zijnen opzichto krachtens dit reglement getroffen maatregel, geen straf zijnde, vereenigt. Artikel 49. Bij het opleggen van eenige straf kan een tijd bepaald worden gedurendo welken do uitvoering der straf wordt opgeschort. Maakt de werkman zich ge durende dien tijd aan geen nieuw vergrijp schuldig, zoo wordt de straf niet ten uitvoer gelegd. Verordening voor het scheidegerecht. Art, 2. Het scheidsgerecht bestaat uit vijf leden en een Artikel 50. 1. Van a. de aanteekening, bedoeld in artikel 45 b. de straffen, opgelegd krachtens artt. 46 en 47 c. de beslissingen van Burgemeester en Wethouders krachtens artt. 36, lid 2 40, lid 3 41, lid 5 44 en opzegging door Burgemeester en Wethouders in de gevallen, genoemd in artikel 53 cL. de beslissingen van het hoofd van den tak van dienst, krachtens artt. 19, lid 3, 20, lid 2 en 3, en 47 lid 3 heeft de betrokkene beroep op een scheidsgerecht. Artikel 48, 2e lid, is ten deze van toepassing. 2. Het beroep heeft geen schorsende werking ten aanzien van de sub c en d van het vorig lid be doelde beslissingen, waartegen het wordt ingesteld. XXXV. Ingevoegd worden de artikelen 50 A tot 50 Q. Artikel 50 A. 1. Het scheidsgei'echt. bestaat uit vijf leden en 145

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1919 | | pagina 73