186
187
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919.
ONTWERP III. De Raad der gemeente Leeuwarden
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit
vast te stellen de volgende
A. VERORDENING op de heffing van begrafenis
rechten van de Noorderbegraafplaats.
Ten behoeve der gemeente Leeuwarden worden voor
het gebruik of genot van de Noorderbegraafplaats en
de verdere door of vanwege het Gemeentebestuur ver
strekt wordende diensten bij begrafenissen, rechten
geheven volgens onderstaand tarief:
Art. 1.
De grafruimten in de vakken of afdeelingen Nos.
14 worden in eigendom uitgegeven voor de navol
gende sommen:
die in vak 1, uitmakende de le afd., voor 200.
i) i) n 2e 100.
i) 3, 3e 50.
n u ji 4, jj 4e 20.
Voor het onderhoud der hier bedoelde graven wordt
vanwege de gemeente zorg gedragen doch niet langer
dan tot de sluiting der begraafplaats.
De kosten, op de acte van overdracht vallende,
zijn ten laste van den verkrijger en moeten boven
dien worden betaald.
Art. 2.
Voor het inschrijven of overboeken van graven in
het daartoe bestemde register, alsmede voor een uit
treksel uit het register, is verschuldigd een recht van
f 3.voor elk graf, het zegelrecht van het uittrek
sel daaronder niet begrepen.
Art. 3.
Gronden buiten de 5 vakken worden, voor zoover
daartoe geschikte gelegenheid bestaat, tot het oprich
ten van afgezonderde grafkelders afgestaan tegen be
taling van den dubbelen koopprijs der grafruimten
van de eerste afdeeling.
Art. 4.
Voor de vergunning tot het stellen van gedenk-
teekenen, kruisen of andere verhevenheden is ver
schuldigd
a. bij eene grondvlakte van 70 vierkante decimeter
of daarboven en bij eene hoogte van 2 Meter of daar
beneden 30.voor de eerste afdeeling
20.— tweede
15-— derde
jj j, vierde
b. bij eene grondvlakte beneden 70 vierkante deci
meter en bij eene hoogte van 1.10 Meter of daarbeneden
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1919. Bijl. no. 9.
f 20.voor de eerste afdeeling
17.50 tweede
15.— derde
10.— vierde
c. voor een verplaatsbaar hek rondom het graf,
dat niet hooger is dan 1 Meter,
20.voor de eerste afdeeling
17.50 tweede
15.— derde
10.— vierde
d. voor een houten bordje op de 4e afdeeling, dat
niet hooger is dan 55 centimeter en niet breeder dan
40 centimeter aan een paaltje verbonden, zoodat het
geheel niet hooger is dan 75 centimeter boven den
beganen grond, 2.
e. voor een plaatje niet grooter dan 30 X 40 cen
timeter van steen of metaal, verbonden aan een ijzeren
grafhek, 3.—
f. voor een doos of trommel, niet grooter dan
60 X 80 centimeter, waarin een krans of dergelijke,
f 4.voor de eerste afdeeling
jj 3. tweede
2.— derde
1.— vierde
Voor het ten behoeve eener begraving tijdelijk ver
wijderen en weder plaatsen van gedenkteekenen, kruisen
of andere verhevenheden, met uitzondering van de
voorwerpen, onder d, e en f genoemd, is, indien zulks
vanwege de gemeente geschiedt, telkens een recht van
5.verschuldigd.
Grafmonumenten als bedoeld in art. 6 lid 4 worden
niet vanwege de gemeente verwijderd en weder ge
plaatst.
Art. 5.
Voor het plaatsen van zerken, zoomede voor het
lichten en herplaatsen van zerken ten behoeve van
eene begraving, is verschuldigd
van een liggende dubbele zerk 25.voor de eerste afd,
11
11
11
11
20.-
11
ii
tweede
11
11
11
11
15
y
ii
derde
n
11
11
11
10.-
ii
ii
vierde
11
11
enkele
11
10.-
ii
ii
eerste
11
11
11
11
7.50
ii
ii
tweede
11
11
11
11
5.-
ii
ii
derde
11
11
11
11
4.-
ii
ii
vierde
zerk met een oppervlakte van ten
hoogste 84 dM2. 5.voor de eerste afdeeling
4.— tweede
3.— derde
2.— vierde
van een losse rechtstaande zerk op de 4e afdeeling,
waarvan de hoogte boven den beganen grond minder
bedraagt dan 90 centimeter, bij een breedte van minder
dan 50 centimeter en niet dikker dan 5 centimeter 3.
De Raad behoudt zich voor, om het recht van ver
gunning tot het plaatsen van gedenkteekenen, of
zerken van grooteren omvang dan in dit en het vorig
artikel vermeld, bij afzonderlijk besluit vast te stellen.