Bijlage no. 25. 199 B'jy N f f, f' fi f, f Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no. 25. VERGOEDING voor door de gemeente- reiniging bewezen diensten. Aan den Gemeenteraad. Tengevolge de omzetting van den tak van dienst de gemeentereiniging in een bedrijf zullen de baten en lasten van dat bedrijf niet meer over de gemeente kas worden ontvangen en betaald. De ontvangsten, welke de gemeente heft ingevolge het besluit tot hef fing van een recht als vergoeding voor door de stadsreiniging aan particulieren verstrekte diensten en die thans volgens de voorschriften betreffende het model der gemeente begrooting afzonderlijk moeten worden verantwoord, moeten ter wille van het juiste overzicht daarom ten voordeele van het bedrijf worden gebracht. Zij moeten dus rechtstreeks, door het bedrijf worden geïnd, wat mogelijk wordt gemaakt indien zij niet langer als belasting worden geheven, maar gevraagd worden als betaling voor verrichte werkzaam heden op de wijze als dit b.v. door de lichtfabrieken geschiedt. Intrekking van het evengenoemde heffingsbesluit, door U vastgesteld den 12 October 1915 (Gemeente blad no. 2 van 1916), is daarom noodig. De steeds stijgende bedrijfskosten maken het noodig dat ook hier omgezien moet worden naar middelen tot betere dekking van het te kort op dezen tak van dienst. Het wordt derhalve gewenscht en ook niet onbillijk geacht de bestaande vergoedingen die in de nieuwe verordening zullen overgaan te verdubbelen. Door de Raadscommissie van bijstand voor de gemeentereiniging is bij schrijven dd. 14 April 1920 daarom bij ons ingediend een voorstel tot uitbreiding en verhooging van deze betalingen, waarmede ook de financieele commissie zich kan vereenigen. De uitbreiding der vergoedingen betreft het op halen van gebruikte en het plaatsen van ledige privaat- tonnen en het ledigen van beerputten. De eigenaar van het perceel, waarin de privaatton is geplaatst, is volgens het aangenomen stelsel de vergoeding verschuldigd, zij rust dus als een zake lijke last op het perceel waarin de ton is geplaatst. Deze regeling schijnt ons de eenig mogelijke om de goede betaling te waarborgen. Zij brengt bovendien mede, dat de ton behoort bij het perceel; de eigenaar moet dus voor de aanschaffing zorgen, het bedrijf is echter tegen betaling der vergoeding met het onder houd en de verwisseling belast. Ook voor het ledigen van beerputten werd tot dusver geen betaling gevraagd. Het is billijk, dat voortaan deze diensten eveneens worden vergoed. Voor het overige zijn geene nieuwe bepalingen, die afzonderlijke toelichting vereischen, opgenomen. De opbrengst van de heffing was gedurende het jaar 1918 2624.15 en over 1919 2277.30. De opbrengst voor 1920 wordt voor een halfjaar geschat op 30,000. Wij stellen U alzoo voor te besluiten I. met 1 Juli 1920 in te trekken de verordeningen voor het heffen en op de invordering van een recht als vergoeding voor door de stadsreiniging in de gemeente Leeuwarden aan particulieren verstrekte diensten, vastgesteld den 12 October 1915 (gemeente blad 1916 no. 2) II. vast te stellen volgens bijgaand ontwerp eene verordening, houdende voorwaarden waarop en tarieven waarnaar de gemeentereiniging diensten verstrekt. Leeuwarden Af f^6'. 1920. 17 Juni Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders Besluit vast te stellen de navolgende VERORDENING houdende voorwaarden waarop en tarieven waarnaar de gemeentereiniging diensten verstrekt. Art. 1. Ten behoeve van het bedrijf der gemeentereiniging worden volgens na te noemen voorwaarden en tarieven vergoedingen gevorderd voor door dit bedrijf te ver strekken diensten. Art. 2. Zij, die gebruik maken van den dienst, worden geacht bekend te zijn en genoegen te nemen met de voorwaarden en tarieven vervat in deze verordening. Art. 3. De vergoedingen volgens de tarieven A, B, D, E, F en G zijn verschuldigd door hem, die den dienst

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1920 | | pagina 100