Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. en Wethouders ten dezen in de Memorie van Toe lichting mededeelden), dan acht ik een loon, in maximum gelijk gesteld met een werkman 4e klas, gewettigd en gemotiveerd. Tevens diende als leidraad de vastgestelde loonen voor het politiekorps in de gemeenten Haarlem en Heemstede. Secretarie. Controleur. Het vaststellen van een salaris voor een function- naris als deze is uiterst moeilijk. Ik meen dan ook dat het hier noodzakelijk is een vergelijking te trek ken met in meer of minder mate gelijk te stellen gemeenten, hieronder genoemd. Zoo bezoldigen Apeldoorn Vlissingen Dord recht en Hilversum den controleur met resp. 5500 6000, 6200 en 3700 tot 4500 waaruit blijkt dat Leeuwarden weder belangrijk beneden het gemid delde blijft van bovengenoemde plaatsen, waarom mijn amendement van 4000 tot 4500 weder alles zins gemotiveerd is. Commies in algenieenen dienst. Volgens de salarieering in de eerste tabel van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt deze functionnaris gelijk gesteld mot commies-redac teur en wordt hij thans 200achtergesteld zonder eenige nadere motiveering. (Men zie hiervoor de ver klaring van den Voorzitter, Raadshandelingen 1919, pag. 351, 2e kolom). Het lijkt mij vooralsnog dan ook billijk die ver houding te bewaren, waarin de motiveering van mijn amendement is gelegen. Commies chef eener afdeeling, commies, adjunct commies le klasse bevolking. De motiveering bij do amendementen adj.-commies le klas bracht noodzakelijk mee dat de adj.-commies le klasse-bevolking werd gebracht op 2300 2800. Het salaris-verschil tusschen den commies in alge- meenen dienst en commies-chef eener afdeeling be droeg in het voorstel van Burgemeester en Wethouders f 410. Ik meende bij mijn amendement dat verschil te moeten handhaven en amendeerde daarom het voorstel van Burgemeester en Wethouders voor laatst genoemde met 200. Een noodzakelijk gevolg hiervan was, wilde ik het verschil tusschen Commies-chef eener afdeeling en Commies volgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders handhaven, dat ook deze functionarissen met 200 werden verhoogd. Door een en ander werd bereikt, dat bij behoud van de salaris-verschillen, door Burgemeester en Wet houders voorgesteld voor de verschillende functionna- rissen, de commies in algemeenen dienst weder werd gelijkgesteld met commies-redacteur, zooals oorspron kelijk door Burgemeester en Wethouders was be doeld (1919). Bovendien zal bij vergelijking met andere plaatsen (Haarlem, Hilversum en met de salarissen betaald aan de Provinciale Griffie van Friesland b.v.) doen zien, dat deze functionarissen, indien mijne amendementen worden aangenomen, nog belangrijk lager bezoldigd worden. Adjunct-commies 2e klas. Volgens het voorstel van Burgemeester en Wet houders worden deze functionnarissen in minimum nog achtergesteld bij werklieden 3e klas 1700. tegenover 1716. Neemt men nu aan de eischen, die reeds bij klerken gesteld worden, de studie enz. die tusschen- tijds moet plaats hebben om te komen tot de bevor dering adjunct-commies 2e klas, de studie die noodig is om nog verdere promotie te maken, dan mist m. i. ook dit voorstel van Burgemeester weder alle gronden van billijkheid. Ik meende daarom, dat mijn amendement, aanslui tende op het maximum-salaris van klerk en ein digende bij het minimum-salaris van adjunct-commies Jste klas, redelijk genoemd mag worden. Verslaggever Raadshandelingen. Deze functie, die vroeger met 25.per zitting of gemiddeld met 600.werd beloond 24 zit tingen per jaar), werd in 1919 zeer gering verhoogd, waarom hier dan ook van een salaris-achterstand gesproken moet wórden. Bovendien is de arbeid, aan deze functie verbonden, wellicht tengevolge van de gewijzigde samenstelling van den Raad, belangrijk toe genomen, waardoor de achterstand nog wordt vergroot, weshalve ik dan ook een flinke salarisverhooging n.ml. tot 1100.tot 1400.alleszins billijk acht. Juist in dit geval zal routine en vaardigheid met de dienstjaren toenemen, vandaar, dat ik hier perio dieke verhooging wenschelijk acht. Werklieden. De eenig juiste wijze om het loon vast te stellen schijnt mij toe, niet door te vragen „hoe hoog was het loon vóór den oorlog", daarbij een zeker bedrag ter compensatie der duurte voegende, wijl reeds, toen, in 1914 en daarvóór zeer belangrijke loontekorten bestonden, maar door vast te stellen het loon, dat betaald zou moeten worden ter bestrijding van de noodzakelijke kosten van levensonderhoud van een gezin van vier personen (man, vrouw en twee kinderen). Verschillende sociologen geven voor een arbeiders- budget van voor den oorlog aan een bedrag van 15 tot 17 per week, alléén dan slechts omvat tende de minimum eischen. Indien men daarvan het gemiddelde als basis voor 1914 neemt en het huidige duurtecijfer van 105 °/o als juist mag vaststellen, dan bereikt men reeds een bedrag van 32.SO per week als minimum-loon- eisch. Om nu eenige lijn in den loonstandaard te bekomen meende ik daarbij goed te doen door de Rijksregeling voor werklieden over te nemen, doch hier gerang schikt in vier klassen, wijl het vierklassestelsel beter dan drie klassen de verhouding van verschillende kwaliteiten der werklieden zuiverder en juister kan uitdrukken en dit stelsel tevens tot tevredenheid der betrokkenen heeft geleid. Periodieke verhoogingen acht ik gewenscht en bil lijk, wijl na verloop van één, twee, drie en meerdere jaren de „arbeitsfahigkeit" toeneemt, met deze be perking evenwel, dat de maxima uiterst binnen 5 jaren bereikt moeten zijn. De belooning van 1 voor voorlieden acht ik be langrijk te laag, wijl zulks geen vergoeding kan ge noemd worden voor de meerdere verantwoordelijk heid enz. Lantaarnopstekers. Aangenomen, dat een gemiddelde arbeidstijd van 20 uren per week voor deze werklieden vaststaat en overwegende dat gelijkstelling met bezoldiging (in verhouding) van ongeschoolde of 5e klas werklieden billijk genoemd moet worden, dient het loon minstens op f 12 gesteld. Kindertoeslag. Bij het bepalen van het grondloon voor werklieden stelde ik een gezin van man, vrouw en twee kinderen. Indien voor zulk een gezin, bestaande uit vier per sonen, het grondloon, waarvan de noodzakelijke levens behoeften bestreden kunnen worden (opzettelijk liet ik bij de vaststelling iedere zweem van weelde of „overtolligheid" achterwege,) dan zal toch dadelijk moeten worden toegegeven, dat een gezin bestaande 210 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Ëij'l. nO. 27. uit méér dan vier personen op dat „noodzakelijke" nog zal moeten bezuinigen, hetgeen voor een gezin dat ietwat groot is, gebrek, schromelijk „tekort" be- teekent. Alleen uit deze practische overweging acht ik een kindertoeslag reeds gerechtigd, noodzakelijk en doeltreffend. Zie voor verdere toelichting over dit onderwerp het verslag der Handelingen van den Gemeenteraad van Woensdag 30 April 1919 pag. 100101 (redevoeringen Dijstra en De Haan) en pag. 226 (Jansen), 227 (Visser), 230 (Jansen). Aan den Raad. De ondergeteekenden hebben de eer de volgende amendementen in te dienen op het voorstel van Bur gemeester en Wethouders tot herziening van de salaris-verordening 1919 (gemeenteblad 1919 no. 36 en 1920 no. 6) (bijlage no. 23), zooals dat nader is gewijzigd. Het amendement betreffende de wijkver pleegster wordt ingediend door den eerst-onderge- teekende en mevrouw BesuijenLindeboom. Leeuwarden, 25 Juni 1920. I. T. TERPSTRA. L. DIJKSTRA. In den staat bedoeld onder punt A der conclusie van het voorstel van Burgemeester en Wethouders, opgenomen in bijlage no. 23, zooals dat nader is gewij zigd, wordt in de kolom „Nieuw voorgesteld salaris of loon" onder Arbeidsbeurs in plaats van gelezen Directeurƒ2000—2500 ƒ2500ƒ3000 Eerste klerk vrou wen- afdeeling)12001500 1500—1800 Gemeentelijke Lichtbedrijven. Boekhouder 2800-ƒ3300 3000—3500 Electriciteitbedrijf. f 2300-2800 2600-ƒ3100 Gemeentewerken. 2600—3100 Technisch 23002800 ambtenaar. 2300-,, 2800 2600^3100 „2800-,, 3300 „3000—„3500 Genees-, heel- en verloskundige dienst. Wijkverpleegster .ƒ1500—ƒ1800 ƒ1700ƒ2000 Kantoor gemeente-ontvanger Opzichter le Opzichter 2e Teekenaar Boekhouder 1800 -ƒ 2300 2000—2500 1400-,, 1700 1700 2000 Eerste klerk. Deurwaarder Verslaggever raads handelingen in plaats vangelezen Werklieden le klasse 30 30 2e 31 1100 3e 4e 32 Voormannen ontvangen ter beoordeeling van Burge meester en Wethouders 1 per week meer boven het loon der klasse, waarin zij zijn geplaatst. 32 34 36 1200—,, 1500 Voormannen van iedere klasse te verhoogen met ƒ2 per week Lantaarnopstekers. In plaats van 8.per week te lezen te betalen volgens de uurloonen, toegekend aan de ongeschoolde werkkrachten. II. In Art. 3 der Verordening regelende den rang, het getal, de benoeming enz. der ambtenaren van de ge meentewerken (gemeentebladen 1911 no. 19, 1912 no. 16, 1917 no. 4, 1918 no. 13 en 1919 no. 43), zooals het door Burgemeester en Wethouders gewijzigd wordt voorgesteld, wordt onder d gelezen d. negen technische ambtenaren. Toelichting. Arbeidsbeurs. Bij een vergelijking met andere arbeidsbeurzen blijkt, dat Leeuwarden in bezoldiging ver beneden de andere staat, terwijl het de vraag is of de werkzaamheden hier in vergelijking met andere beurzen nog niet om vangrijker zijn. De jaarwedde is voor den directeur te Dordrecht 3700—4500 Deventer 30503650 Apeldoorn 2800—3200 Amersfoort 35004200 Den Helder 2900—3300 Middelburg 2900—3300* Zwolle 2400—2850* met gemerkt zijn niet belast met werkloosheidsver zekering. Gezien dus den toestand van andere plaatsen is het door ons voorgestelde daar nog beneden. Hierbij dient nog te worden opgemerkt dat te Leeuwarden zijn een 40-tal werkloozenkassen met circa 4000 leden. Arbeidsbeurs Vrouicenafdeeling). Daar deze instelling nieuw, en de betrekking meer een zelfstandige is dan de klerken bij de afdeeling voor mannen, meeneu de voorstellers hier reeds dadelijk rekening mede te moeten houden, opdat niet, zooals bij sommige andere functies is gebleken, eerst wan neer de dienst groote uitbreiding heeft verkregen de achterstand in salaris moet worden ingehaald. Dit loopt dan veel meer in het oog en kan bij andere categorieën allicht ontstemming wekken. Boekhouder der Lichtbedrijven. Een bekwaam boekhouder is voor het bedrijf veel waard, dat geldt voor particuliere bedrijven en voor de Gemeente niet minder. De boekhouder kan als de rechter hand van den directeur beschouwd worden en daarom meenen de voorstellers, dat het verschil in salaris niet zoo groot mag zijn. Men dient ook rekening te houden met wat op andere plaatsen wordt gegeven en dan zal blijken, dat met het amendement Leeuwarden er niet uit zal loopen. Electriciteitbedrijf. Op den eersten opzichter is volgens de meening der voorstellers het gemeentelijk electriciteitbedrijf geheel aangewezen. Hij heeft wel is waar den directeur boven zich, doch de verantwoording rust op dezen opzichter. Het gemeentelijk kabelnet breidt zich hoe langer hoe meer uit en ook hier kan weer een vergelijking getrokken worden met andere plaatsen in ons land. Wil men voorkomen dat Leeuwarden zijn beste krachten ziet heengaan, dan dient het hier voorgestelde te worden toegekend. Gemeentewerken. Thans is nog niet in de verordening opgenomen 211

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1920 | | pagina 106