b. erfpachten van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. De instructie van den kassier wordt door Burge meester en Wethouders vastgesteld. Art. 10. Boven de f 3.worden geen betalingen gedaan dan tegen kwitantie, door den schuldeischer oi' diens gemachtigde met inkt onderteekend. Alle betaalde kwitantiën worden naar volgorde genummerd. De nummers worden in het kasboek bij den post van betaling herhaald. Art, 11. De kassier stort tegen kwitantie zijn kas, voor zoover zij een door Burgemeester en Wethouders te bepalen bedrag overtreft, in de gemeentekas of wel hij belegt die op de wijze, zooals hem door Burge meester en Wethouders zal worden opgedragen. Van elke storting geeft hij onmiddellijk kennis aan Burgemeester en Wethouders en aan den verificateur der gemeentefinanciën. Art. 12. De kassier neemt bij den gemeenteontvanger op bevelschrift van Burgemeester en Wethouders het noodige kasgeld op. Burgemeester en Wethouders geven van elke verstrekking onmiddellijk kennis aan den verificateur der gemeentefinanciën. Opneming van belegde gelden geschiedt niet dan na vooraf gaande machtiging van Burgemeester en Wethouders of een door hun college aan te wijzen ambtenaar. Van deze opneming wordt kennis gegeven aan den verificateur der gemeentefinanciën. Art. 13. Bij schorsing, ontslag of overlijden van den kassier wordt door Burgemeester en Wethouders of van hunnentwege zijne kas opgenomen en, totdat in den dienst is voorzien, door Burgemeester en Wethouders bewaard Van het bij dit opnemen bevondene wordt proces verbaal opgemaakt. Art. 14. De gemeente verstrekt aan het bedrijf de be- noodigde gelden. Het bedrijf crediteert de gemeente daarvoor en betaalt over de verstrekte gelden, zoover die niet zijn afgelost, rente volgens den rentevoet der betrokken gemeenteleening. Art. 15. Tusschen de gemeente en het bedrijf wordt voor wederzijdsche stortingen in rekening-courant eene rente .berekend gelijk aan de deposito-rente van den dag der storting. Art. 16. De begrooting van het bedrijf wordt jaarlijks bij de begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven aan den Gemeenteraad aangeboden. Op deze begrooting, welke alle ontvangsten en uit gaven vermeldt, worden onder meer gebracht ONTVANGSTEN. n. huren, pachten en andere opbrengsten c. opbrengst van verkochte eigendommen d. uitkeeringen aan het bedrijf krachtens art. 21. e. in rekening-courant opgenomen gelden f. het voor uitbreiding van het bedrijf benoodigde kapitaal g. rente van belegd kasgeld h. uitkeering uit het reservefonds volgens art. 19. i. andere ontvangsten, niet tot de vorenstaande behoorende. 220 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. Bijl. no 28. UITGAVEN. (i. de onderhoudskosten en lasten b. de kosten van administratie c. de kosten van taxatie d. de rente volgens de artt. 2 en 3, benevens de rente der reserve e. de verplichte aflossingen de kosten van aankoop van eigendommen; de kosten der werken, uitgevoerd ten behoeve van de in het bedrijf gebrachte eigendommen li. de stortingen in het reservefonds; i. in rekening-courant gestorte gelden j. de rente van opgenomen kasgeld k. andere uitgaven, niet tot de vorenstaande be hoorende. De bepalingen van art. 203, 2e en 3e lid, der Ge meentewet zijn op de begrooting van toepassing. Burgemeester en Wethouders kunnen op de posten der begrooting af- en overschrijven, voor zoover de Raad zich niet het verleenen van machtiging daartoe bij de begrooting heeft voorbehouden. In buitengewone gevallen van dringenden spoed kunnen Burgemeester en Wethouders tot het doen van uitgaven buiten de begrooting om besluiten, mits zij hun daartoe genomen, met redenen omkleed, be sluit terstond aan den Raad inzenden. Art. 17. Burgemeester en Wethouders doen, de commissie gehoord, jaarlijks vóór 15 Mei aan den Raad verant woording van de ontvangsten en uitgaven ter zake van het bedrijf over het afgeloopen jaar. Zij leggen daartoe over a. een balans van de bezittingen en schulden van het bedrijf op 31 December van het afgeloopen jaar b. een exploitatierekening over het afgeloopen jaar, waarvan de indeeling overeenstemt met de dooi den Raad goedgekeurde bedrijfsbegrooting c. een verslag van den toestand van het bedrijf over het afgeloopen jaar, waarin ook worden opgenomen 1. de kadastrale aanduiding, de grootte, de koopsommen en de namen van de vorige eigenaren der gedurende het jaar verkregen eigendommen 2. de kadastrale aanduiding, de grootte, de koopsommen en de namen der koopers van de gedurende dat jaar verkochte eigen dommen 3. de kadastrale aanduiding, de grootte, den canon, de huur of pacht en de namen der erfpachters, huurders of pachters van de aan anderen in gebruik gegeven eigen dommen. Bovengenoemde stukken worden ten minste veertien dagen op de secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage neergelegd en, hetzij in druk, hetzij in af schrift, tegen betaling der kosten algemeen verkrijg baar gesteld, terwijl van de nederlegging en verkrijg baarstelling openbare kennisgeving geschiedt. De vaststelling door den Gemeenteraad van de re kening, de balans en de exploitatierekening geschiedt vóór 15 Juni en strekt, behoudens eventueel later gebleken onregelmatigheden, Burgemeester en Wet houders en tevens den boekhouder, tot ontlasting. Art. 18. Worden bezittingen aan de gemeente uitgegeven, dan geschiedt dit tegen de courante verkoopwaarde. Bij uitgifte in erfpacht wordt als grondslag voor de boeking gerekend de aangenomen verkoopwaarde. 221

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1920 | | pagina 111